Na Imperium en Lustrum is Dictator het laatste deel van Harris’ trilogie over Cicero. Hij
heeft er twaalf jaar aan gewerkt. In Imperium
leren we de jonge Cicero kennen, die zich in Griekenland gaat bekwamen in de
welsprekendheid. Als jonge advocaat begint hij zich te interesseren voor
de politiek. Zijn ambitie is: meedoen met de machtigen. Dat zal hem lukken in Lustrum. Hij wordt eindelijk consul maar
wordt tegengewerkt en belaagd, en begint zich af te vragen of het allemaal de
moeite wel waard is. In Dictator komt
hij via Caesar aan de macht. Wanneer die in 44 v.C. vermoord wordt, sluit
Cicero een pact met Octavianus, maar die offert hem op voor een verbond met
Marcus Antonius.
Robert Harris is geobsedeerd door het verschijnsel
macht dat in de politieke arena het hoofdingrediënt is. En waar beter dan in
een politieke, historische thriller over het Romeinse Rijk kan hij dit
illustreren? Hij laat Tiro aan het woord, Cicero’s slaaf en beste vriend die
tijdens hun zesendertigjarige samenwerking Cicero’s redevoeringen, publicaties,
brieven en gedachtewisselingen in een eigen stenoschrift noteert. Gedurende
zijn jarenlange voorbereiding heeft Harris zowat elke biografie van Cicero en
Caesar, elke publicatie van Cicero’s geschriften, elk werk over de
cultuur, maatschappij en politieke structuur in het Romeinse Rijk geraadpleegd.
Dictator alleen een ‘literaire
thriller’ noemen doet hem daarom onrecht aan, ook al omdat het spanningselement
ontbreekt. Misschien lokt dat meer lezers, maar het boek is zoveel meer. Het is
een epos over een verleden dat soms akelig sterk doet denken aan onze eigen,
politieke wereld.
Naast Cicero de briljante redenaar leren we ook zijn
menselijke kant kennen. Pijn maakt hem angstig en de dood is een verschrikking,
de belangrijkste reden waarom hij uit Rome wegvlucht en alles achterlaat: zijn
reputatie, betrekking, familie, bezittingen, zijn land, zijn gemoedsrust. Maar
er zijn tijden waarin koppigheid, roekeloosheid en gewelddadigheid meer waard
zijn dan voorzichtigheid, kalmte en beleid. Hij doet een knieval voor Caesar en
mag terugkeren naar Rome. ‘Hoe gemakkelijk is het voor hen die zich nooit met
de politiek bemoeien om te sneren over de compromissen die daarbij
gesloten worden.’ Maar later bezint hij zich en in zijn laatste oratio weidt
hij uit over zijn ideeën rond vrijheid en de republiek, de rol van de staatsman
en de morele rechtvaardiging van het vermoorden van een tiran. De Romeinse
Republiek met haar scheiding der machten, haar jaarlijkse ambtsverkiezingen,
haar gerechtshoven en jury’s haar evenwicht tussen senaat en volk , haar
vrijheid van meningsuiting is de nobelste schepping van de mensheid. En het
principe waarop dit alles is gevestigd: gerechtigheid.
Amsterdam : Cargo 2016, 380 p. : ill. Vert. van: Dictator door Arjaan van
Nimwegen en Thijs van Nimwegen. ISBN 9789023495635
deze pagina printen of opslaan