Vertaald proza

Aminatta Forna: Maanschaduw

door Kris van Zeghbroeck

Recente romans over Afrika als Aminatta Forna's Ancestor stones (vert. Maanschaduw), Chimamanda Ngozi Adichies Half a yellow sun (vert. Een halve gele zon) en Uzodinma Iweala's Beasts of no nation (vert. In de huid van het beest) werden bij uitgever of pers gelanceerd als 'Great African Novels'. Toevallig allemaal West-Afrikaanse romans, hoewel Aminatta Forna, te gast op Het Andere Boek te Antwerpen, zich niet meteen als een Afrikaanse schrijver ziet. Bestaat er zoiets als de Great African Novel en wat bepaalt de identiteit van een Afrikaanse schrijver?



Variaties in identiteit



Om te beginnen: wat is het belang van de West-Afrikaanse literatuur vergeleken bij de rest van het continent? In 2002 lanceerde de Zimbabwe International Book Fair een lijst met 'Africa's 100 Best Books of the 20th Century', oorspronkelijk verschenen in verschillende koloniale en inheemse talen. Je zou denken dat hier iets van de krachtverhoudingen binnen de Afrikaanse literatuur zijn neerslag krijgt. Opvallend is dat West-Afrika 43 van de 100 beste boeken op haar naam kon schrijven: de helft van de kinderboeken (2/4), meer dan een derde van de volwassen fictie (29/70) en bijna de helft van de non-fictie (12/26). Bovendien konden de West-Afrikaanse landen samen de helft van de top twaalf claimen. Wat fictie betreft moesten de andere delen van Afrika (Noord- (9/70), Zuid- (13/70), Oost- en Centraal-Afrika samen(18/70)) het met veel minder titels stellen.

Gaat het bij de romans uit deze top 100 telkens om Great African Novels? Wel als je de ambities van de naar Nederland geëmigreerde Oegandese auteur Moses Isegawa kan veralgemenen, die met Abessijnse kronieken "the Great African Novel" wilde schrijven. Maar kan je de Afrikaanse mens, zijn tijdsgeest, geografie en geschiedenis in één roman vatten? Afrika is een continent van vele volkeren, artificieel opgedeeld door koloniale landsgrenzen, die een traditioneel stamgebied in twee of meer stukken kunnen opdelen, en bestuurd in enkele koloniale talen die een veelheid aan inheemse talen overkoepelen. Bovenop die culturele verscheidenheid hebben de postkoloniale staten vaak een eigen woelige geschiedenis van (burger)oorlog, honger en armoede. Tel daarbij de politieke, economische en intellectuele diaspora die van de Afrikaan een wereldburger gemaakt heeft, en je krijgt het moeilijk om dat allemaal in één roman onder te brengen.

Dat de Afrikaanse identiteit een verschuiving kent, bewijst de Caine Prize for African Writing, ook gekend als de Afrikaanse Booker Prize. Vroeger moest je in Afrika geboren zijn of een burger zijn van een Afrikaans land om mee te dingen. Nu volstaat het dat je ouders Afrikaans zijn en dat je werk oog heeft voor de Afrikaanse gevoeligheden. De nieuwe generaties Afrikaanse schrijvers pendelen dan ook steeds vaker tussen hun thuisland en het Westen waar ze kunnen terugvallen op een uitgebreid uitgeversnetwerk en lezerspubliek. Want boekhandels, uitgevers en dus ook boeken en lezers zijn relatief dun gezaaid in zwart-Afrika.

Het zijn de westerse uitgevers die de internationale verspreiding van een gedeelte van de Afrikaanse literatuur garanderen. Maar wat sijpelt ervan door in ons Nederlandse taalgebied? Met de 'Afrikaanse bibliotheek' van wijlen uitgeverij De Knipscheer hadden we in de jaren '70 en '80 een ruime keuze aan zwart-Afrikaanse romanschrijvers in vertaling. Tegenwoordig beperkt het aanbod zich vnl. tot Noord-Afrikaanse en (vooral de blanke Afrikaans- en Engelstalige) Zuid-Afrikaanse auteurs. Het valt dan ook telkens op wanneer er boeken uit de rest van Afrika vertaald worden. Naast de reeds vermelde romans van Aminatta Forna, Chimamanda Ngozi Adichie en Uzodinma Iweala, verscheen er dit jaar een eerste vertaling van een ouder werk van Ben Okri (De onzichtbare) en de oorspronkelijk in het Engels geschreven, maar enkel in het Nederlands uitgegeven (een samenwerking tussen de auteur en de vertaler) debuutroman van Chika Unigwe (De feniks). Een mooie mogelijkheid om kort in te gaan op de variaties in identiteit van deze schrijvers.

De Nigeriaanse auteurs Chika Unigwe en Chimamanda Ngozi Adichie delen als leden van het Igbo-volk en als schoolvriendinnen dezelfde achtergrond. Maar waar Adichie tussen Nigeria en de VS pendelt, verzeilde Unigwe door haar huwelijk met een Vlaming in Turnhout. Die cultuurschok ligt aan de basis van De feniks, waarin hoofdpersonage Oge de tegenstellingen tussen Vlaanderen en Nigeria en de tegenslagen des levens (ze verliest haar zoontje) overbrugt om haar identiteit opnieuw op te bouwen. Die blijvende confrontatie tussen twee culturen en het adopteren van het Nederlands als tweede literaire schrijftaal zal ongetwijfeld een rol blijven spelen in Unigwe's oeuvre.

Dit in tegenstelling tot Chimamanda Ngozi Adichie, die de VS zo'n beetje als een rijke suikeroom beschouwt, die haar de kans biedt haar ding te doen over Nigeria. De Verenigde Staten biedt ook de nodige afstand (letterlijk en figuurlijk) om over haar geboorteland te schrijven. Zij gaat (voorlopig) niet de confrontatie tussen Zuid en Noord aan, maar concentreert zich op de thematiek van het thuisland. Haar tweede roman, Een halve gele zon, draait rond de Nigeriaanse burgeroorlog uit de jaren '60, een thema dat de laatste 30 jaar prominent aanwezig is in de Nigeriaanse literatuur. Adichie steunt zowel op de nationale geschiedenis als op haar familiegeschiedenis (drie van haar grootouders kwamen om in vluchtelingenkampen) om dit onderwerp vorm te geven. Tegelijk vormt deze naar Afrikaanse normen lijvige roman een kroniek van tien jaar Nigeriaanse onafhankelijkheid.

De Brits-Sierra Leonese Aminatta Forna en de Amerikaans-Nigeriaanse Uzodinma Iweala (zie artikel p. 618) zijn in het Westen geboren, maar groeiden zowel met de westerse als met de Afrikaanse cultuur op. Forna, dochter van een Sierra Leonees politicus en een Schotse moeder, heeft reeds een carrière achter de rug als journalist en documentairemaker voor radio en televisie, voor ze boeken begon te schrijven. Ze kreeg bij ons bekendheid met haar autobiografie De duivel danste op het water, waarin ze haar jeugd in Sierra Leone beschreef, die overschaduwd werd door de executie van haar vader. Na verdere research in haar familiegeschiedenis debuteert ze nu als romanschrijver met Maanschaduw. Daarin brengt Forna de gelaagde verhalen van vier halfzusters uit de Kholifa-familie, wier moeders deel uitmaakten van het polygame huishouden van de rijke patriarch Gibril. Het boek speelt zich af in een fictief West-Afrikaans land dat overeenkomsten vertoont met Sierra Leone. Het relaas schetst een beeld van een Afrikaanse samenleving in transitie, weg van de traditionele structuren.

Wat deze drie romans bindt, is dat ze bijdragen aan de beeldvorming van de Afrikaanse vrouw, in Afrika of daarbuiten, die ondanks alle mogelijke tegenslagen en verlies steeds opnieuw overeind krabbelt om langzaam maar zeker haar eigen lotsbestemming in handen te nemen. Maar wat gebeurt er met een gevestigde Brits-Afrikaanse auteur als Ben Okri, geboren in Nigeria maar gevestigd in Londen, die gaandeweg de Afrikaanse thematiek van o.m. zijn succesrijke, met de Booker Prize bekroonde De hongerende weg (1991) laat vallen om een magistraal boek te schrijven als In Arcadië (2002), waarvan je onmogelijk kan vertellen of het nu door een blanke of een zwarte geschreven is? Dat het boek het in Europa niet goed deed, zou voor een belangrijk deel te maken hebben met de verwachtingen van wat een Afrikaans auteur schrijft. Alsof je als Afrikaanse schrijver het recht niet hebt om als schrijver tussen alle andere schrijvers op te gaan. In zekere zin was de recent vertaalde moderne parabel De onzichtbare (1995) daar een voorbode van. In een spirituele reis gaat het naamloze, onzichtbare hoofdpersonage op zoek naar het raadsel van de zichtbaarheid. "Zijn Afrikaanse geschiedenis, cultuur en continent immers niet ook onzichtbaar in de ogen van het Westen?"

Aminatta Forna, Maanschaduw, Meulenhoff Amsterdam, 2006, 411 p., € 20,95. ISBN 902907759X. Vert. van: Ancestor stones door Bok, Anneke

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2006

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri