Vertaald proza

Paul Auster: Orakelnacht

door Kris van Zeghbroeck

"De wereld wordt geregeerd door toeval. Elke dag van ons leven worden wij belaagd door willekeur en dat leven kan ons ieder moment -- zonder aantoonbare reden -- worden afgenomen." Dit citaat uit Paul Austers nieuwste roman Oracle night (vert. Orakelnacht) vormt meteen het credo van zijn hele oeuvre waarin toeval telkens weer het leven van de personages flink door elkaar schudt. Ook in Collected prose, een uitgebreide selectie uit zijn non-fictie geschriften, wordt Austers obsessie met het begrip 'toeval' sterk benadrukt.

'Het rode notitieboekje' verscheen voor het eerst in 1992 en omvat een keten van 13 (!) anekdoten uit het persoonlijke leven van Auster waarin toevalligheden de hoofdrol spelen. Doorheen de jaren volgden nog drie kleinere ketens onder de titels 'Waarom zou je schrijven?' (1995), 'Blikschade' (2000) en 'It don't mean a thing' (2002). Gebundeld in Oefeningen in waarheid geven deze waargebeurde verhalen weer hoe sterk het schrijverschap van Auster van het begrip 'toeval' doordrongen is. Toeval dat als het noodlot de mens in een neerwaartse spiraal stort voor een nieuw bestaan kan opgebouwd worden. En leven en schrijven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden bij Auster, zoals autobiografische schrijfsels als 'The red notebook', 'Hand to mouth' en 'The invention of solitude' en het programmatische essay 'The art of hunger' uit zijn Collected prose onderlijnen. Onder het motto 'ik schrijf dus ik besta' lijkt Auster aan een nihilistisch magnum opus te werken waarin alles ("Bij Auster bestaan geen scheidslijnen tussen de genres, zijn fictie zit vol non-fictie, zijn non-fictie heeft alle trekken van fictie, zijn proza klinkt als poëzie, zijn poëzie leest als een essay.") in een ingewikkeld netwerk van illusies, allusies en toevalligheden samenkomt, zonder enige duiding of richting te geven. "Auster beschrijft innerlijke landschappen: verkenningen van het wezen van de identiteit, de voortdurende druk van het geheugen en het verleden op het heden, de hoop op transcendentie en verlossing [en] het 'aanvaarden van de ambiguïteit.'" Elk werk wordt per definitie ondermijnd en in vraag gesteld, zodat een nieuw boek telkens weer als een feniks uit de as kan herrijzen: steeds weer een nieuwe variatie op hetzelfde thema. Tegelijkertijd spint Auster zich in zijn oeuvre in als in een cocon, waar auteur en werk met elkaar versmelten. Schrijven op zich wordt zo een overlevingsstrategie die, met het oog op een geboeide lezer, steeds ingewikkelder wordt. Ondanks de soms verregaande spielerei blijven zijn boeken uitdagende leeservaringen, zeker omdat de worsteling van de lezer met de geloofwaardigheid van de opvoering een onderdeel wordt van het concept. Austers typische kale, wat koudbloedige maar toch poëtische manier van schrijven wordt wel eens omschreven als een kruising tussen Samuel Beckett en Nathaniel Hawthorne, twee invloeden waarvan zijn oeuvre sterk doordrongen is.

Paul Austers recentste roman, Orakelnacht, bouwt weer verder op het débris van zijn oeuvre. De tijd van handeling valt samen met het verschijnen van 'The invention of solitude' en een fictieve fictionele creatie wordt neergepend in een 'blauw notitieboekje' dat uiteindelijk vernietigd wordt. Een aan de werkelijkheid gerelateerd 'rood notitieboekje' ('Het rode notitieboekje') kan de auteur zich, ondanks verwoede pogingen, niet aanschaffen, zodat een bestaand werk fictioneel niet kan geschreven worden. Als almachtige auteur zet Paul Auster een constructie op waarin een fictieve, van een zware ziekte recupererende auteur, Sidney Orr, een boek schrijft, geïnspireerd op een episode uit De Maltezer Valk van Dashiell Hammett, waarin uitgever Nick Bowen een manuscript in handen krijgt van de overleden populaire schrijfster Sylvia Maxwell, getiteld Orakelnacht. Bovendien heeft Sidney een op zijn laatste benen lopende vriend, vaderfiguur en collega, John Trause (anagram van Auster), die hem het basisidee voor zijn boek gaf en wiens manuscript Sidney verliest in de metro. Er wordt dus nogal wat afgepend en uiteindelijk vernietigd alsof het om een illusie ging in de beste austeriaanse traditie. Orr, Trause en Bowen zijn bovendien in meerdere of mindere mate niet-biografische afspiegelingen van Paul Auster, die stuk voor stuk in het reine trachten te komen met hun relaties, verlies en de dood. Bowen dreigt van honger en dorst om te komen nadat hij zich met het manuscript insluit in een onderaardse ruimte, waaruit niemand hem kan redden. Trause overlijdt en Orrs vrouw, Grace, verliest haar baby: voldoende om door het noodlot plat geslagen te worden, maar Auster laat een sprankeltje hoop doorschemeren door het huwelijk van Orr nog een kans op herstel te geven. Dat lijkt meer dan in Austers vorige boek, Het boek der illusies, waar hoop uit een illusie geput wordt. Alhoewel: door in Orakelnacht het verhaal van Orr te legitimeren met voetnoten wordt een werkelijkheidsillusie gecreëerd die net zo fictief is als de pellicule waarop Paul (!) Zimmer zijn hoop projecteert in Het boek der illusies. "Volgens mij is de waarheid net dat wat niet kan gezegd worden. [...] Alleen al het feit dat ik iets op papier heb kunnen zetten, betekent dat dat het ook niet is. Het zal er nooit zijn."

Ondanks de schijnbare toegankelijkheid van zijn proza, kan je Paul Auster best als een writer's writer bestempelen die met uitgepuurde finesse en zin voor de details van de alledaagse werkelijkheid zijn materie eindeloos herkauwt in steeds nieuwe variaties.

Paul Auster, Orakelnacht, De Arbeiderspers Amsterdam, 2004, 206 p., € 16,95. ISBN 9029503785. Vert. van: Oracle night door Heuvelmans, Ton

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2004

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri