Vertaald proza

T. Coraghessan Boyle: After the plague

door Kris van Zeghbroeck

De Amerikaanse auteur T.C. Boyle (geb. 1948) debuteerde als schrijver van kortverhalen en leerde de stiel bij de experimentele schrijver Robert Coover. Intussen wordt hij met een achttal romans vol kleurrijke personages binnengehaald als de "modern-day Dickens". Deze veelschrijver is intussen ook al aan zijn zesde verhalenbundel toe met After the plague. In 1998 werden zijn eerste vier bundels met zeven toegevoegde verhalen gebundeld in T.C. Boyle stories>/i>. Ingewikkelde gebeurtenissen zijn zo'n beetje Boyle's waarmerk geworden, wat maakt dat de personages sterk van de plot afhankelijk zijn om een afgelijnd profiel te krijgen. Zijn proza is doorgaans grappig en zwanger van de woordspelingen die hij kwistig rondstrooit. Boyle bedient zich van een aanstekelijke mengeling van oude en moderne taalregisters om zijn verrassende en gevarieerde pageturners te construeren. Met zijn laatste bundel voegt hij aan zijn oeuvre een zestiental verhalen toe. Op zijn best weet Boyle schijnbaar weinig waarschijnlijke plots -- duidelijk geïnspireerd door wilde krantenverhalen -- op een uitermate overtuigende manier af te schilderen. De karakters blinken uit in onvermogen om de gebeurtenissen te vatten tot het leven hen pijnlijk met de neus op de feiten drukt. Vermakelijke cocktails met punch.

T. Coraghessan Boyle, After the plague, Bloomsbury London, 2001, 303 p., € 31,23. ISBN 0747553270

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2001

deze pagina printen of opslaan