Nederlands proza

Guus Bauer: De laatste salto

door Erik de Smedt

Uitgever, effectenmakelaar en studiomuzikant Guus Bauer kwam herhaaldelijk in zijn leven in contact met de dood. Het pijnlijkst was het onverwachte overlijden van zijn jonge zoontje. In 1982 droeg hij Boudewijn Büch op een boekje te schrijven over het thema van het jonggestorven kind. Daaruit zou De kleine blonde dood (1985) ontstaan. Op vraag van Büch had Bauer intussen zijn eigen ervaringen met de dood op papier gezet en eerder ook die over zijn ongelukkige kostschooltijd. Beide teksten hebben Büch geïnspireerd bij het schrijven van zijn roemruchte pseudo-autobiografische roman. Nu heeft Bauer onder het pseudoniem August van Goethe het relaas van zijn leven uitgebreider overgedaan, waarbij het onduidelijk blijft of hij een 'roman' (zo zegt de kaft) of een egodocument heeft willen schrijven. Hoofdpersoon is August, geboren in het midden van de jaren '50. Hij groeit op in een hoofdstedelijke achterstandswijk, leert graag en droomt ervan drummer te worden. Het verhaal zit vol verwijzingen naar de typische gebruiken en voorwerpen van de jaren '50 en '60 (in bed lezen met de knijpkat, de eerste transistorradio met batterijen "zo groot als een kroket"), en dat geeft het de charme van de herkenbaarheid. De schaduwzijde is dat een groot deel van de handeling al zo vaak (en literair veel sterker) uit de doeken is gedaan. Dat geldt vooral voor de hoofdstukken over het internaat, waar oudere jaargangen de jongere ongestraft terroriseren. Op zijn 17e mag August voor het eerst drummen in een band en gaat zijn wereld open. Hij speelt bij een Britse undergroundgroep en beleeft de wilde jaren '70. "Het was een wonder dat ze met het uitgewoonde busje soms de grens werden overgelaten. Als de douanebeambten de zijdeur openden walmde hen de drank, de rook en de hasj tegemoet". Hij studeert en vindt een baan als uitgever, gaat samenwonen met Monica, die uit een vorige relatie een schattig jongetje heeft. "De hemel was de limiet. Eerder dan ze zouden denken helaas." Dan slaat het noodlot toe. De ziekenhuisscènes met het gestorven jongetje zijn aangrijpend verteld. Jaren later maakt de urn van het gecremeerde kind een laatste salto.

Observatievermogen en droge humor zorgen voor een leesbaar autobiografisch tijdsdocument, maar een originele en beklijvende vorm heeft het niet gevonden.

Guus Bauer, De laatste salto, Aspekt Soesterberg, 2006, 99 p., € 14,95. ISBN 905911373X

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2006

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri