Nederlands proza

Lucebert , Jan Oegema (sam.): Kalm aan kinderen, er komt nog wat bij

door Erik de Smedt

Na de Verzamelde gedichten en vóór de biografie door Peter Hofman en toekomstige uitgaven met verhalend proza en met brieven, verschijnt een bundel met al het door Lucebert gepubliceerde (of voor publicatie bestemde) essayistische proza. Dikwijls gaat het om gelegenheidsteksten die moeilijk te vinden zijn: voorwoorden in catalogi en inleidingen bij tentoonstellingen, polemische en programmatische teksten, recensies en herinneringen. Wie de sfeer van Cobra en de roerige jaren '60 wil opsnuiven, krijgt hier volop de gelegenheid. De prozaïst schrijft associatief, beeldend, geestig, ironisch en uitdagend. C.J. Kelk en Bertus Aafjes, grote criticasters van de experimentele poëzie, moeten het ontgelden. Tegelijk blijkt dat de dichter Cobra te optimistisch vond. Hij verweet de schilders "te vluchten in de veronderstelde onschuld van het kind of in een al even utopische barbaarse vitaliteit", terwijl hijzelf streefde naar een steeds groter realisme. De authenticiteit en gedrevenheid van Luceberts poëzie komen in bijna elke regel tot uiting. Heel duidelijk wordt ook zijn maatschappelijk engagement, dat weinig aan actualiteit heeft ingeboet. In 1968 schrijft hij over een samenleving "die ondanks een groeiende wetenschappelijke beheersing van de natuur, toch altijd nog verkeert in een staat van uiterste barbaarsheid, waarin leugen voor waarheid wordt uitgegeven, onderdrukking bescherming wordt genoemd en volkerenmoord bevrijding heet". Hij beschrijft het problematische karakter van de moderne kunst, gaat in op de weerstanden bij het publiek, het waarom van de woede van de dichters, de revolutie van het nieuwe literaire taalgebruik. Tussendoor zijn er vaak hilarische herinneringen aan de tijd toen hij "minder dan een lompenproletariër" was en door Amsterdam zwierf. Of aan het jaar 1947, waarin hij de (later overgeschilderde) fresco's in het Franciscanessenklooster van Heemskerk maakte en de morele protesten van de drukkersvrouw in de tijd van 'Braak'. De mooiste van dit 40-tal teksten is 'Portretschets en Handwijzers voor Schierbeek-lezers' (1978), een lucide karakterisering van Bert Schierbeeks persoon en werk, waarbij de grenzen tussen poëzie en proza vervagen. Bezorger Jan Oegema heeft zich voortreffelijk van zijn taak gekweten. De aantekeningen geven bij elke tekst veel (en ook nieuwe) achtergrondinformatie. Zowel voor liefhebbers van Luceberts poëzie als voor literair-historici een belangwekkende publicatie.

Lucebert , Jan Oegema (sam.), Kalm aan kinderen, er komt nog wat bij, De Prom Amsterdam, 2004, 143 p., € 15,95. ISBN 906801806X

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2004

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri