Nederlands proza

Geerten Meijsing: Tussen mes en keel

door Erik de Smedt

Sinds zijn debuut Erwin (De Arbeiderspers, 1974) onder het pseudoniem Joyce & Co, heeft Geerten Meijsing zich doen kennen als een decadent romanticus die zijn levensbestemming vindt in de cultus van schoonheid, klassieke literatuur en filosofie, dweperige liefdes en zelfgekozen eenzaamheid. De autobiografische roman Tussen mes en keel doet verslag van een crisis waar hij de laatste twee jaren doorheen is gemoeten.

In het eerste hoofdstuk lijkt alles beslist: de ikfiguur Erik Provenier -- het hoofdpersonage van de sleutelroman De grachtengordel (De Arbeiderspers, 1992) -- wordt met medicijnen behandeld tegen een depressie en zijn geliefde heeft niets meer voor hem over. Nu blijkt dat hij het verlangen niet in zijn totale vorm kan handhaven, maakt hij er liever een einde aan. "Als het leven dan op een kunstwerk leek, moest je het zelf ook durven voltooien". Met een stanleymes snijdt hij zijn polsen over. De volgende hoofdstukken recapituleren hoe het zo ver is gekomen: het schrijven aan het boek dat de kroon op zijn werk moest worden (vgl. De ongeschreven leer -- De Arbeiderspers, 1995), stokte. Zijn vriendin -- de mooiste van de wereld -- met wie hij al vijf gelukkige jaren heeft beleefd, stelt vast dat hij zelfs tijdens het vrijen geen aandacht meer voor haar heeft. Hij lijdt aan slapeloosheid, kan de snelheid van zijn gedachten niet meer bijhouden en zijn stemmingen zijn zwart. De dokter schrijft een antidepressivum voor, dat hem gedeeltelijk impotent maakt. In Italië hunkert hij naar zijn vriendin en maakt zich goede voornemens om meer verantwoordelijkheid op te nemen. Als hij beseft dat ze een ander heeft, maakt hij halfdronken een strop voor zich klaar. Gered van deze zelfmoordpoging, besluit hij, als blijk van goede wil voor zijn geliefde, zijn voorbehoud tegenover de zielenkijkerij te overwinnen. Zijn psychiater leert hem zijn melancholie en stemmingswisselingen in verband te brengen met het ziektebeeld van de depressie. Eind 1995 keert hij terug naar Italië, waar hij de dagelijkse handelingen met liefde probeert uit te voeren. Na een nieuwe zelfmoordpoging breekt hij met zijn leven in Toscane en laat hij zich opnemen in de psychiatrische afdeling van een Amsterdams ziekenhuis. In de ironische beschrijving van het reilen en zeilen in deze besloten wereld krijgt het boek openheid -- een weldaad na het romantische egocentrisme van de voorgaande hoofdstukken.

Naast schitterend geformuleerde beschouwelijke passages en een wervelend beginhoofdstuk, waarin de crisis niet wordt naverteld maar getoond, gaat deze roman vaak gebukt onder wijdlopigheid en stilistische zelfverheffing: "Ik huilde melkwegen, mijn roodomrande ogen waren louter nog zwarte gaten". En als de auteur het idioom van een Vlaming wil treffen, gaat het helemaal fout: "Op deze artiekels kun je confideren. Laat ik het zo expliceren: ze vervullen hun besognes. Die retourneren niet terug nooit". Andere passages lijken dan weer zo overgeschreven uit een handboek voor psychiatrie. Tussen mes en keel is een Bildungsroman én een liefdesroman op zijn kop: twee dooreengeweven verhalen van hoe je iets afleert en hoe je iemand verliest. Het is een nietsontziend maar disparaat boek, omdat de oude schrijver -- "praatjesmaker en poseur", zoals hij zich ergens bestempelt -- minder vlug is afgelegd dan de oude mens.

Geerten Meijsing, Tussen mes en keel, De Arbeiderspers Amsterdam, 2001, 410 p., € 458. ISBN 9029530766

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2001

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri