Poëzie

Roel Richelieu van Londersele: De bruiden

door Yvan de Maesschalck

Wie graag door Gent en omstreken struint, zal hopelijk hebben opgemerkt dat verscheidene gedichten van Roel Richelieu van Londersele nabij en op diverse monumenten zijn aangebracht. Zo prijkt het heerlijke ‘De Campagne’ tegen de voorgevel van het gelijknamige cultuurcentrum in Drongen. Dit rijmloze sonnet is een mijmering bij drie statige beelden van Marf over de inmiddels verdwenen pedagogische regel dat je nooit met minder dan drie in een gesloten ruimte mag vertoeven.

wij drieën wandelen buiten de aarde
van omheining naar omheining.
hier kennen de maanden elkaar, verandert
er niets, want we zijn voor altijd samen
de bomen schikken zich naar de wind
en staan te lezen bij de vijver
wij leggen onze woorden op het water
wachten of ze naar iemand zullen varen

De hierboven geciteerde verzen, door Van Londersele geschreven als eerste Gentse stadsdichter in 2003, kunnen gelden als een opmaat voor zijn poëzie. ‘De bomen’ zijn meestal antropomorf van aard en de maanden/dingen worden steevast verpersoonlijkt. Binnen de kleine kosmos van deze wereld blijken mensen hooguit in staat te wandelen of te wachten. Waarheen ze wandelen, waarop zij wachten, wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar uit het geheel van deze poëzie blijkt dat zij hoe dan ook verzet aantekenen tegen het vergeten, tegen de vergankelijkheid en uiteindelijk tegen ‘de dood, die slordige hoeder van de tijd’ (in Een Mens op de bodem).
Van Londersele timmert al vele jaren aan een even verrassend als toegankelijk oeuvre, maar heeft vooral de laatste tien jaar algemene erkenning gekregen, mede dankzij de Herman de Coninckprijs 2010 voor het beste gedicht en de Melopee-poëzieprijs voor het gedicht ‘Alzheimer’ in 2012. Hij heeft de vruchten van zijn veertigjarig dichterschap eind vorig jaar gebundeld in een soort verzameld werk. Het boek bevat een strenge selectie van zijn eerste drie bundels en de integrale, zij het ‘bijgeschaafde’ versie van de zes daaropvolgende, aangevuld met de nieuwe bundel De bruiden (2013).
Het is opvallend hoe Van Londersele de taal van de dingen probeert te ‘lezen’ en daarover rapporteert in een beeldrijk parlando. In Een nagelaten liefde (1984) heet het: ‘nu ik door je haren blader / lees ik dat mijn stem niet meer bij je hoort’. Verzen die worden geëchood in Invoelen (1988): ‘als ik in de bomen blader / lees ik dat hun hart van hout is / lees ik dat ze op hun ene been staan’ en die in Een jaar van September (1992) als volgt naklinken:

heb je nog monden in voorraad
nu ik spreken wil met het verdriet van alle bomen
ze wenken me en als ik onhandig de taal van hun
armen aanraak vergeven ze mij mijn vergissing
als ik in de bomen blader
kan ik lezen wat ik van hemzelf vergeten ben
ze spreken met een hese stem die wortelt
in het grondwater van mijn dromen

De dichter roept vooral in Mijn geboomde vader (1980), Een Mens op de bodem (2005) en Tot zij de wijn is (2009) herinneringen op aan vader, moeder en diverse geliefden in beelden waarin de wenteling van de seizoenen dominant aanwezig is. Vaak worden die gekoesterde herinneringen ingebed in een gepersonifieerde voorstelling van ‘de tijd’:

de tijd buigt zich over mij
hij is duidelijk ouder dan ik
zijn jas kon van mijn vader zijn
zijn lange haren gedragen door mijn moeder
kapitein onder de drenkelingen
varen doet hij zonder schip

Voegt de afsluitende bundel De bruiden een nieuwe dimensie toe aan Van Londerseles oeuvre? Dezelfde motieven blijven overeind, maar de toon neigt nadrukkelijker naar berusting en overgave. ‘Uitgelezen’ eindigt zo: ‘we doven de lichten / zijn ziek in waan en woorden, / bladeren elkaar zonder te lezen’. Aan kracht en duidelijkheid heeft Van Londerseles poëzie allerminst ingeboet: ze is met het klimmen der jaren suggestiever en behoedzamer geworden, meer vraag en minder antwoord. Bovendien bevat De bruiden hommagegedichten aan geestverwanten als Louis Paul Boon, Marcel van Maele en Charles Ducal. Zij vervolledigen de galerij der vakgenoten voor wie hij eerder een tombe heeft opgetrokken: Gabriel García Márquez, Jacques Brel, Fernando Pessoa, Karel en Gustave van de Woestijne en Willem Elsschot. Ook deze gedichten zijn in de verzamelbundel opgenomen en illustreren in welk voortreffelijk gezelschap hij zich bevindt. Van Londersele mijmert onophoudelijk over het leven. Met de nodige zelfironie ziet hij de dichter als iemand die een potlood neemt waarvan ‘de punt gebroken’ is of ‘zonder pen in zijn logboek’ beelden optekent. Vanaf het eerste tot het laatste gedicht maakt hij de lezer hierbij deelgenoot van ‘zijn eigen onherroepelijk lied’. Het is zonder meer een voorrecht het te mogen beluisteren.


Roel Richelieu van Londersele, De bruiden, Houtekiet Antwerpen, 2013, 293 p., € 24,95. ISBN 9789089242600. Distributie: Linkeroever Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri