Nederlands proza

Elisabeth Van Nimwegen: De smaak van ijzer

door Tom Rummens

Weinig sociale omgevingen spreken zo tot de verbeelding als de wereld van acteurs. Er circuleren mooie mensen, vaak ook slim, bovengemiddeld snel geneigd tot het plegen (of suggereren) van intimiteiten. Bovendien heerst de wet van de sterkste er nog harder dan elders. Je zal er maar in belanden, als meisje van achttien, vervuld van artistieke idealen. Precies dat is het uitgangspunt van deze debuutroman van Elisabeth van Nimwegen.
De smaak van ijzer vertelt het verhaal van Marie en Fanny, twee jongedames die aan de acteursopleiding in Maastricht beginnen. Het kan niet toevallig zijn dat Van Nimwegen zelf aan deze opleiding afstudeerde. Het geeft haar debuut onvermijdelijk een autobiografische zweem mee, en zoals vaak het geval is, doet dat de diepgang van dit boek meer kwaad dan goed.
Hoewel beide hoofdpersonages erg van elkaar verschillen (de Nederlandse Marie is het wat timide, aanhankelijk meisje, op zoek naar voorbeelden; de Vlaamse Fanny is een leiderstype, een flapuit pur sang met dramatische inborst) schieten ze goed op met elkaar. Ze sluiten zelfs een soort bloedband, maar dan met vaginaal vocht, uitgewisseld tijdens een ritueel dat eerder intimistisch dan plechtig geweest moet zijn. Ze zijn nu Yoni-zusters, in hun eigen woorden.
Er is uiteraard ook een docent die moeilijk met zijn handen van de jonge kandidaat-actrices af kan blijven: Theo Fabrie is zijn naam, en hoewel hij nogal bizar overkomt, is hij niet eens ongeloofwaardig. Hij is het prototype van het zielige genie, een man die uitblinkt in zijn vak — iedereen is het erover eens dat hij zinnige dingen te zeggen heeft over theater — maar die zichzelf niet kan bedwingen als het op zijn driften aankomt.
Marie en Fanny zoeken hun weg door het eerste jaar. Maar dan gebeurt het onvermijdelijke: Marie mag door en Fanny moet vertrekken. Het duo stevent af op een breuk. En op die manier wordt ook pijnlijk duidelijk wat er nu eigenlijk echt aan de hand is tussen de twee jonge vrouwen. Fanny is manipulatief, eigenwijs en betweterig. Ze keert de situatie gewoon om: het probleem is niet dat zij niet goed genoeg is voor de opleiding, het is, omgekeerd, de opleiding die niet goed genoeg is voor haar. Marie, op haar beurt, voelt zich plompverloren en alleen. Zonder Fanny valt er op die school niet veel meer te beleven. Fanny was een voorbeeldfiguur, zegt ze ook letterlijk: ‘Ik vind het al heel wat dat ik iemand heb gevonden die ik zo vertrouw. Iemand bij wie ik de beste versie van mezelf wordt, een Marie die ik kan verdragen.’
Fanny verbijt haar ontgoocheling en probeert haar verlies te compenseren met esoterische escapades. Marie probeert haar acteursdroom te relativeren: ze omschrijft de opleiding als een ‘ wrede theatercarrousel waar ik even een paar rondjes in meedraai om er na mijn diploma weer afgeslingerd te worden.’ Maar het relativeren helpt maar weinig. Tussen Fanny en Marie staat nu een muur in de weg, en die blijkt onoverbrugbaar. Een tragische gebeurtenis zet het gevoelscomplex tussen de twee vriendinnen helemaal op scherp.
Met De smaak van ijzer schreef Elisabeth van Nimwegen een roman die met een eenvoudig plot toch een grote rijkdom aan psychologische thema’s weet neer te zetten. Vriendschap, jaloezie en afgunst, rancune zelfs. Maar ook: ambitie, naïviteit, hoop en verlangen. Ontluikende seksualiteit, de vrijheid van een jong leven. Maar hoewel al die thema’s op een heldere en vaak ook heel treffende manier worden beschreven, kun je De smaak van ijzer geen grootse roman noemen. Daarvoor blijven de situaties te veel hangen in een veelheid aan weinig uitgediepte clichés. Nochtans zou het net interessant zijn om te vernemen hoe ver de meisjes gaan in hun conflict. Wat geven ze op? Hoe ver willen ze gaan voor hun droom? Is het wel geloofwaardig als Marie haar droom zo makkelijk relativeert? Is dat de drive waarmee iemand de beste toneelopleiding van Nederland afmaakt? Waar zit precies de twijfel, hoe manifesteert die zich? Wat zet twee jonge vrouwen ertoe aan om een diep intiem verband aan te gaan met elkaar en dat vervolgens op het spel te zetten?
Al deze vragen worden aangeraakt in deze roman en misschien is het niet aan de literatuur om vragen te beantwoorden, maar Elisabeth van Nimwegen verdiept er zich in De smaak van ijzer ook niet in. Eigenlijk is dat vreemd, want alles doet vermoeden dat de schrijfster wel degelijk de wapens in huis heeft om deze roman te laten openbloeien tot wat hij zou kunnen zijn, en om de complexiteit van haar personages tot volle wasdom te laten komen. Dat gebeurt nu niet. Ook al maken Fanny en Marie best veel mee op weinig pagina’s: gelaagde personages van vlees en bloed kan je hen bezwaarlijk noemen. Het levert een debuutroman op die ten hoogste veelbelovend is, maar vooral als oppervlakkig herinnerd zal worden.


Elisabeth Van Nimwegen, De smaak van ijzer, Van Oorschot Amsterdam, 2013, 104 p., € 15. ISBN 9789028260894

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri