Nederlands proza

J. Bernlef: Wit geld

door Liesbeth Vantorre

Toen Bernlef in oktober 2012 stierf, was hij nog lang niet klaar als schrijver. Zijn literaire nalatenschap bestond uit verschillende ongepubliceerde manuscripten, waaronder de verhalenbundel Wit geld. Die bundel stuurde hij enkele weken voor zijn dood naar uitgeverij Querido. Bernlef was nog net genoeg tijd gegeven om de titel te kiezen en de uitgever op het hart te drukken dat de laatste twee verhalen, ‘Onvervalste jazz’ en ‘Bevrijding’, onder één titel, ‘His master’s voice’, in het boek zouden komen.
Nagelaten werk publiceren houdt ergens een risico in. Vaak gaat het om een verzameling losse, onafgewerkte fragmenten die een opzet vormden tot verhalen of romans die uiteindelijk toch niet echt de belofte voor een meesterwerk in zich droegen, maar uit eerbied voor de overleden meester toch maar gepubliceerd worden. Nagelaten werk is soms toch een nalatenschap in mineur. Dat is wel even anders bij Bernlef. De veelschrijver van verhalen en gedichten had om te beginnen zelf gekozen voor een bundel die echt wel klaar was voor uitgave en waar hij zelf achter stond. Bovendien bezat hij de gave van bondigheid en precisie. Wat hij naliet, was dus geen gedachtestroom die op weg was naar een vuistdik boek, maar een geheel van korte, afgewerkte verhalen over verandering en ommekeer.
De werking van herinnering en waarneming en — onlosmakelijk daarmee verbonden — verlies, afwezigheid en aanwezigheid, hebben Bernlef steeds geboeid. Hersenschimmen (1984), het boek waarmee hij echt doorbrak in België en Nederland, is daar nog het beste voorbeeld van. Daarin beschrijft hij hoe de dementie doorzet bij Maarten Klein, hoe zijn waarneming en herinnering langzaamaan verandert. Spannende plots en vreemde verhaalwendingen waren daarentegen aan Bernlef nooit echt besteed. Suggestie dan weer wel. In een interview met Guus Bauer zei Bernlef ooit:

Mijn boeken worden door sommigen met wantrouwen bekeken. Een Duitse uitgever wilde eens een boek van mij uitgeven. Hij zei: ‘Ik heb het gelezen, ik kon het niet wegleggen en toen ik het uit had, dacht ik: zo eenvoudig kan literatuur niet zijn.’ Die mensen zijn verpest doordat ze denken dat literatuur iets is met een hoge hoed op. [...] Mijn schrijven leeft van de suggestie, ik stip zaken aan, schrijf niet alles uit. Het is aan de lezer om invulling te geven. In Engeland en Scandinavië begrijpen ze die stijl meteen.

In Wit geld doet Bernlef dat ook: hoe verschillend de verhalen ook zijn, in elk verhaal staat het misleidende van waarneming, het belang van herinnering en ook de selectiviteit ervan centraal. Elk verhaal uit deze bundel draagt de mogelijkheid van een hele roman in zich, maar Bernlef toont ook dat het niet nodig is om van elk verhaal een roman te maken.
Bernlefs nagelaten bundel begint met ‘Alles moet weg’, een collectie van zes verhalen over mensen die op een keerpunt in hun leven terecht gekomen zijn. In het eerste verhaal, ‘Wit geld’, besluit een belastingcontroleur om zonder iemands medeweten eens echt tot op het bot te gaan en op de Caymaneilanden uit te zoeken waar dat ene failliete restaurant een dekmantel voor was. ‘De figurant’ is echt een bijzonder literair stukje: het begint met een korte, droge necrologie in een filmtijdschrift over Seth Stroeve, een vrij onbeduidende man zonder enige ambitie die figurant was in honderden films. Het verhaal eindigt met diens dood, en gaat daarna verder met een brief van Seth aan de schrijver van het verhaal. Dood is hij niet, en onverschillig of ambitieloos allerminst. In een gepassioneerde taal die in de verste verte niet aansluit bij de necrologie, vertelt Seth hoe film voor hem de enige authentieke blik op de wereld is, hoe de waarneming van een camera de puurste waarneming is: ‘Ik had het ware gezicht van de werkelijkheid ontdekt, zoals die werd waargenomen door een machine (want iets anders is een camera niet). Bevrijd van samenhang of doel sprak deze wereld voor zichzelf zonder menselijke inmenging.’ In dit verhaal van amper zestien bladzijden lang laat Bernlef op een heel intense manier twee kunstvormen de strijd met elkaar aangaan.
In ‘De dingen’, ‘Theater’ en ‘Tsunami’ komen de personages door ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen op een kantelpunt in hun leven te staan. Een dagje alleen in de stad, toneelstukken in plaats van verhalen schrijven, een inbraak, het zet de wereld van de personages subtiel op zijn kop. In het pareltje ‘Een ander land’ is een oudere man aan het woord die aan zijn dochter vertelt hoe het voelde om in een depressie te belanden, hoe je stilaan van jezelf en de anderen vervreemdt, hoe je perceptie van de wereld volledig verandert.
Het laatste deel, ‘His master’s voice’, toont twee aspecten van de Tweede Wereldoorlog die niet zo vaak aan bod komen: het verhaal van een jonge student die zijn passie voor verboden muziek deelt met een Duitse soldaat en het verhaal van een jonge verzetsheld die misschien toch een verkeerde keuze gemaakt heeft.
Wit geld is een rustige bundel met verhalen die doen mijmeren, maar ook een beetje verontrusten. Een mooie en waardige afsluiter van een veelzijdige literaire carrière.


J. Bernlef, Wit geld, Querido Amsterdam, 2014, 251 p., € 19,95. ISBN 9789021447223. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2014

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri