Vertaald proza

Ricardo Piglia: Doelwit in de nacht

door Jasper Vervaeke

Argentinië, begin jaren zeventig. Terwijl het land zich opmaakt voor de terugkeer van de populistische ex-president Juan Domingo Perón, raakt een anoniem dorp in de ban van een opmerkelijke buitenlander. Wat brengt Tony Durán, een Porto Ricaanse mulat die opgroeide in de Verenigde Staten, in godsnaam tot in de eindeloze pampa’s? Is hij werkelijk helemaal tot daar gekomen om de vurige tweelingzusjes Ada en Sofía Belladona op te zoeken? Het mysterie zwelt aan wanneer Durán op een dag vermoord aangetroffen wordt in zijn hotelkamer. Officier van justitie Cueto, die de zaak liefst zo snel mogelijk afgehandeld ziet, arresteert meteen een verdachte. Maar dat is buiten de koppige commissaris Croce gerekend. Tegengewerkt door de autoriteiten en bijgestaan door journalist Emilio Renzi, het alter ego van schrijver Ricardo Piglia, begint Croce te graven in het troebele verleden van de invloedrijke familie Belladona.

Tot zover is Doelwit in de nacht een klassieke detective. Wie Ricardo Emilio Piglia een beetje kent, is echter altijd op zijn hoede. Maar ja, wie kent hem eigenlijk? Weinig mensen, en dat is spijtig, want van de nog actieve Spaans-Amerikaanse intellectuelen van zijn generatie is hij degene naar wie terecht het meest wordt opgekeken, zij het voornamelijk door collega-schrijvers en literaire critici. Bij het grote publiek is Piglia minder bekend, behalve dan in zijn thuisland Argentinië. Om een idee te geven van zijn status daar: onlangs gaf hij op de openbare televisie vier lange masterclasses over de filosofische kortverhalen van zijn vermaarde landgenoot Jorge Luis Borges (1899-1986). Ziet u het al gebeuren, Tom Lanoye die op Canvas onderwijst over Hugo Claus?

Piglia’s reputatie berust niet louter op zijn fictie, die behalve romans enkele geniale kortverhalen en novelles omvat. Hij staat ook bekend om zijn buitengewoon lucide literaire kritiek. De grenzen tussen deze genres zijn bij hem trouwens altijd poreus. Piglia, die sinds jaren doceert aan de universiteit van Princeton, doet niet liever dan lezers (en in het bijzonder literaire critici) op het verkeerde been zetten, onder andere door te spelen met genres, voetnoten, valse verwijzingen en intrigerende historische en literaire speculatie. Zijn cryptische debuutroman Respiración artificial (‘Kunstmatige ademhaling’, 1980) spant wat dat betreft de kroon. Piglia zet er niet alleen een boom op over de grondleggers van de Argentijnse literatuur, hij overtuigt ons er ook van dat Kafka en Hitler elkaar ooit ontmoetten in een café in Wenen.

Het hoge metaliteraire gehalte van vele van Piglia’s verhalen is natuurlijk niet meteen bevorderlijk voor de leesbaarheid en de verkoopcijfers. Het is ook een van de redenen waarom zijn vroegere oeuvre tot nog toe weinig vertaald werd. Pas sinds kort begint Piglia eindelijk ook internationale weerklank te krijgen. De toekenning van de Premio Rómulo Gallegos, voor Doelwit in de nacht, draagt daar zeker aan bij. Met die prestigieuze prijs voegde Piglia zich in een rijtje van alom geprezen schrijvers als Mario Vargas Llosa, Gabriel García Márquez, Javier Marías en Roberto Bolaño. Voor Doelwit in de nacht verscheen in het Nederlands tot nog toe enkel de roman Brandend geld (2009, eveneens bij uitgeverij Signatuur), waarin Piglia op geheel eigen wijze het verhaal van een legendarische bankoverval reconstrueert.

Op het eerste gezicht lijkt Doelwit in de nacht Piglia’s langverwachte charmeoffensief naar het brede publiek. Aanvankelijk entertaint Piglia de lezer met een traditionele whodunit. Maar ergens in het midden bereikt het boek een keerpunt. Cruciaal is de scène waarin commissaris Croce tekeningetjes krabbelt op het papieren tafelkleed van zijn favoriete restaurant. Ook als lezer krijgen we een van zijn eenvoudige tekeningen te zien. Het silhouet van een eend, zo lijkt het. Maar als je de afbeelding beter bekijkt, verandert de eend plots in een konijn. Met Doelwit in de nacht is het niet anders. Vanaf dit punt is niets nog wat het lijkt en begint de detective de gedaante van een diepzinnige psychologische thriller aan te nemen.

In het tweede deel komen de thema’s waar het Piglia echt om te doen is boven: verraad, schuld, de macht van het woord, de verhoudingen tussen fictie en werkelijkheid. Ook nu weer hamert hij erop dat niet alleen literatuur, maar ook andere discoursen gestoeld zijn op fictie: ‘Want is de rechtspraak niet, net als het geloof, gebaseerd op vertrouwen en het woord? Zoals er Bijbelse verhalen zijn, zo is er ook juridische fictie, en in beide gevallen geloven we alleen wat goed verteld wordt’. Dat laatste geldt in ieder geval voor Doelwit in de nacht. In tegenstelling tot Piglia’s vroegere werk staan de uitweidingen hier ten dienste van de personages en niet omgekeerd. Zo maken we onder andere kennis met de fascinerende Luca Belladona, die afgezonderd leeft in de oude autofabriek van de familie en dagelijks zijn woelige dromen op de muur neerschrijft.

Gaandeweg verdwalen we samen met kroniekschrijver Renzi in een labyrint van intriges. ‘Hoe dichter je bij de kern komt’, waarschuwt Commissaris Croce, ‘des te meer je in dat eindeloze web verstrikt raakt. In detectives worden misdaden op elegante of brute wijze opgelost, opdat de lezers rustig kunnen slapen’. Piglia — zoveel is ondertussen duidelijk — gunt zijn lezers geen vredige nachtrust.

Ricardo Piglia: Doelwit in de nacht, Signatuur Utrecht, 2013, 254 p. ISBN 9789056723873. Vert. van: Blanco nocturno door Harriët Peteri. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

Meer besprekingen over Argentijnse literatuur


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri