‘Gebruik dat woord maar niet’, repliceert het anonieme
hoofdpersonage van 35 doden wanneer iemand het woord ‘toekomst’ in de
mond neemt. Zijn aangeboren afkeer van de term doet denken aan Ferdinand
Bardamu’s legendarische statement ‘je ne crois pas à l’avenir’. Of Sergio
Álvarez (°1965, Bogotá) Célines meesterwerk gelezen heeft, is onzeker, maar in 35
doden neemt hij de lezer in elk geval mee op een reis naar het einde van de
Colombiaanse nacht.
Het minste dat je van Álvarez’ roman kan
zeggen, is dat hij blijk geeft van monumentale aspiraties. Jarenlang werkte de
schrijver aan het om en bij de vijfhonderd pagina’s tellende boek. Aan de hand
van het picareske hoofdpersonage en tientallen andere vaak anonieme vertellers
graaft 35 doden in het getormenteerde collectieve geheugen van Colombia.
De roman rakelt herinneringen op aan zowat alle gebeurtenissen die het land in
de tweede helft van de twintigste eeuw de dieperik in deden tuimelen.
Tegelijkertijd — om die trieste boel toch enigszins op te vrolijken —
neemt hij door middel van talloze citaten uit boleros, vallenatos en
salsanummers een duik in de geschiedenis van de Colombiaanse en
Latijns-Amerikaanse populaire muziek.
De protagonist van 35
doden kun je best omschrijven als een kat met negen levens. Op zijn
calvarietocht is hij onder andere vondeling, kwajongen, jeugddelinquent,
filosofiestudent, militair, paramilitair, zakkenroller, zenboeddhist en
poppenspeler. In het begin laat je je gewillig meevoeren door het wervelende
vertelritme en de onverwachte plotwendingen. Levensecht is vooral het deel
gewijd aan de adolescentie van de protagonist. In deze hoofdstukken, zonder
enige twijfel de beste van het boek, vertelt hij op sappige wijze over de dagen
toen hij samen met een aantal bevriende jonge honden uit de Bogotaanse wijk
Quiroga begon te experimenteren met seks, drugs en criminaliteit.
Nadien
gaat het van kwaad naar erger en dat geldt zowel voor de protagonist als voor
de roman zelf. De held raakt volledig op de dool, komt in tal van hachelijke
situaties terecht, maar kruipt telkens weer door het oog van de naald. Dat hij
er enkele keren met de schrik van afkomt, tot daaraan toe, maar na een tijdje
is alle geloofwaardigheid zoek, niet het minst omdat wie zich in Colombia in
gewelddadige milieus begeeft, doorgaans geen lang leven beschoren is. Doordat
de intrige keer op keer hetzelfde stramien volgt — de held hecht zich aan
een nieuwe thuis en maakt er een periode van geluk door die dan abrupt wordt
afgebroken, meestal door toedoen van een vrouw — wordt 35 doden ergens
halverwege al hopeloos voorspelbaar. Bovendien valt het steeds meer op dat de
stemmen van de vertellers onderling erg weinig verschillen. En zo vervalt deze
ambitieuze en veelbelovende roman gaandeweg onherroepelijk in een stereotiepe
mix van machistische toogpraat en een melige telenovela.
Utrecht : Signatuur, 2012, 479 p.
Oorspronkelijke titel: 35 muertos. ISBN 9789056723736
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2013
deze pagina printen of opslaan