Graphic novel

Shaun Tan: De aankomst

door Kris Van Zeghbroeck

Net zoals Paul Klee, beschouwt de Australische illustrator en prentenboekenmaker Shaun Tan (geb. 1974) de kunstenaar als een boom die de mineralen van de ervaring langs zijn wortels opneemt om ze langzaam om te zetten in bladeren. Daarmee benadrukt Tan dat de originaliteit en creativiteit van het kunstproces niet zozeer te zoeken zijn in het nieuwe of impulsieve, maar in het 'herdenken' van de relaties tussen bestaande elementen die door de zintuigen geabsorbeerd worden.

Research is daarbij een belangrijke factor, zodat hij zijn prentenboeken ziet als een compressie van een lange aanloopperiode van 'duizenden ingrediënten, experimenten, ontdekkingen en transformerende beslissingen' in een beperkte ruimte. De originaliteit schuilt niet in de ideeën, maar in de manier waarop ze met elkaar verbonden worden. Tan benadrukt dat de boeiendste verhalen ons doorgaans dingen vertellen die we al weten, maar mentaal nog niet beredeneerd hebben. Echt boeiende verhalen stimuleren ons nl. om bekende dingen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.

Dat proces illustreert Tan op zijn website aan de hand van zijn bekendste prentenboek The Rabbits (1998), waarin zijn prenten een symbiose aangaan met de tekst van John Marsden. Het is een verhaal van de Europese kolonisering van Australië, waarbij de lokale bevolking onder de voet gelopen wordt, verpakt in een dierenfabel van vraatzuchtige konijnen.

Naast werken van andere schrijvers, illustreert Tan ook eigen werk. Prentenboeken als The Lost Thing (1999) en The Red Tree (2001) kunnen volgens hem gezien worden als een statement over zijn benadering van illustreren, waarbij gespeeld wordt met de relaties tussen beeld, tekst en betekenis. Zoals Umberto Eco ziet Tan, naar eigen zeggen, boeken nl. als machines die je verder aanzetten tot denken. Dat proces van herdenken is in feite de voortzetting van het speelse ondervragen van de kindertijd, het zoeken naar betekenis in het alledaagse dat anders ongemerkt voorbijgaat.

We blijven in Tans ogen, met de woorden van Milan Kundera, essentieel kinderen, ongeacht de leeftijd, omdat we altijd met nieuwe dingen geconfronteerd worden die vragen om doorgrond te worden, waarbij een geoefende verbeelding meer van nut kan zijn dan moeizaam vergaarde kennis. Voor Tan meteen een argument voor de mening dat prentenboeken zich leeftijdsoverschrijdend als kunst en literatuur kunnen laten gelden.

Dat literatuur ook zonder geschreven taal geschapen kan worden, illustreert Tan met The Arrival (2006 — De aankomst), een uit de hand gelopen prentenboek dat onder de noemer ‘graphic novel’, voor een wereldwijde doorbraak zorgde. De uitgepuurde kwaliteit van deze eerste Nederlandstalige uitgave van Tan, kan slechts de verwondering opwekken dat nog niets van zijn eerder werk vertaald werd. Met het recente Tales from Outer Suburbia (2008) heeft Shaun Tan intussen vijf eigen prentenboeken, naast de tien die hij in samenwerking met andere schrijvers creëerde. Bovendien is hij actief als schilder op canvas, heeft hij projecten lopen in de animatiewereld en werden een paar van zijn prentenboeken bewerkt voor het toneel.

Shaun Tan heeft in zijn werk als illustrator altijd (zij het onbewust) aandacht gehad voor het vinden of verliezen van een identiteit. Dat heeft, naar eigen zeggen, mogelijk te maken met het feit dat hij opgroeide in een cultuur- en identiteitsloze nieuwbouwwijk in Perth, een totaal geïsoleerde Australische stad ingeklemd tussen de woestijn en de oceaan. Daarnaast spelen ook de blijvende schaduw van een door bulldozers weggeveegde Aboriginal-cultuur en Tans eigen Chinese roots een belangrijke rol — Tans vader migreerde nl. in 1960 van Maleisië naar Australië.

Als half-Chinese Australiër werd Tan vaak geconfronteerd met de vraag van zijn afkomst: 'Tijdens mijn jeugd had ik een vaag gevoel van afzondering door een onduidelijke identiteit, een vorm van ontworteling. Dat bovenop de traditionele verhitte discussie over wat het betekent om ‘Australiër’ te zijn, of erger ‘niet-Australiër’ (wat dat ook moge betekenen)'.

Deze gedachtegang lag mee aan de basis van Tans eerste graphic novel De aankomst, bekroond met een New South Wales Premier’s Literary Award, verkozen tot Picture Book of the Year door de Children’s Book Council of Australia (beide 2007), twee Hugo Awards (Best Related Book en Best Professional Artist) en bekroond op het stripfestival van Angoulême met de Fauve d’Or (alle 2008).

Bovendien was Tan al een tijdje van plan om iets te doen met de onzichtbare geschiedenis van de Chinese bevolking in West-Australië. Zo was hij onder de indruk van T.A.G. Hungerfords kortverhaal ‘Wong Chu and the Queen’s letterbox’ (1976), gebaseerd op jeugdherinneringen over een marginale, onbegrepen groep mannen, totaal geïsoleerd van hun familie in China. Daarnaast zijn er de vele anekdotes van Tans Chinese vader, die architectuur studeerde.

Wat begon met de naoorlogse migratie naar Australië, deinde uit naar de Amerikaanse migratie rond 1900 en de ervaringen van gemigreerde vrienden (Tans partner bv. is afkomstig van Finland). Telkens zijn het de details uit het dagelijkse leven die het bestaan van de migrant het sprekendst tekenen. Over de tijd en de afkomst heen delen migranten bovendien vaak dezelfde problemen zoals heimwee, taal, sociale integratie, vervreemding etc.

Het boek opent met een vader die afscheid neemt van zijn vrouw en dochter om elders zijn geluk te beproeven. De koffer wordt gepakt met bovenin een ingelijste foto van zijn familie. De reden van het vertrek wordt gevisualiseerd door dreigende drakenstaarten, die als rook over de huizen kringelen. Het afscheid aan het station valt zwaar. De reis met de boot naar het beloofde land en het doorlopen van de migratieformaliteiten roepen herinneringen op aan foto’s van migranten die rond de voorlaatste eeuwwisseling naar de Verenigde Staten emigreerden.

Een paginagroot beeld van de migranten op het dek van de stoomboot, is een ode aan het schilderij ‘Going South’ van Tom Robertson. Bovendien zijn Tans illustraties van de aankomst sterk geïnspireerd door de fotocollectie van het Ellis Island Immigration Museum, met de nadruk op het New York van het begin van de 20e eeuw. Deze graphic novel op strip- of prentenboekformaat wordt trouwens gepresenteerd als een versleten leren fotoalbum, waarvan de foto’s vergeeld zijn, de bladzijden gevlekt en beduimeld.

Door de illustraties een fotografische look in sepiatonen te geven, vertelt Tan een tijdloos verhaal van migratie dat generatie na generatie terug te vinden is in ontelbare fotoalbums. Een verhaal zonder woorden, zodat je je sterker inleeft in de zoektocht van de migrant en zijn communicatieproblemen. Al wat vertrouwd is, wordt gaandeweg vervangen door elementen van een nieuwe wereld die haast buitenaards is, zodat je als lezer de verwondering van het hoofdpersonage deelt.

De nieuwe wereld mag dan surrealistisch overkomen, het gevoel van ontworteling is echt en schrijnend. Toch blijven er voldoende herkenningspunten uit onze realiteit om je als lezer/kijker te oriënteren. De man ontmoet heel wat lotgenoten die elk hun verhaal hebben van de verschrikkingen die ze moesten ontvluchten, zoals dwangarbeid en volkerenmoord. Een autochtone (?) oorlogsveteraan maakt dan weer duidelijk dat het verleden van het beloofde land ook zijn donkere kant heeft. De duistere passages krijgen meteen dito tinten mee die sterk contrasteren met de warme uitstraling die het nieuwe vaderland op de andere bladzijden krijgt.

Ondanks de moeilijkheden die de immigrant moet overwinnen, is het in essentie een hoopvol verhaal. Mensen van allerlei afkomst vinden elkaar, reiken een helpende hand en lijken zich uiteindelijk thuis en gelukkig te voelen. Zo eindigt het verhaal met de familie van de migrant die herenigd wordt. De angstige blikken op het gelaat van moeder en dochter bij hun aankomst contrasteren sterk met het geluk op de volgende bladzijden. Het dochtertje lijkt de nieuwe wereld nog sneller te doorgronden dan haar vader en wijst op het einde een nieuwe migrante de weg.

Migratie wordt hier een 'never ending' maar een essentieel gelukkig verhaal. We bevinden ons in een utopische samenleving waarin mensen van verschillende afkomst elkaar vinden in een idyllische wereld, die in een aantal dromerige beelden uitgewerkt wordt. Iedereen lijkt hier over een pokemon-achtig fantasydier te beschikken, dat de integratie in de maatschappij en de menselijke relatie lijkt te bevorderen. Het bekende vrijheidsstandbeeld wordt hier vervangen door een vriendschapsstandbeeld, in een land waar iedereen welkom is.

Dat alles komt wat bevreemdend over in tijden van economische vluchtelingen zonder papieren en racistisch geweld. Het grote contrast tussen de totalitaire staat van afkomst en het beloofde land, maakt dat alle ellende als sneeuw voor de zon lijkt te verdwijnen. De surrealistische wereld werkt het gevoel van vervreemding in de hand, maar maakt ook dat we het maatschappijbeeld niet aan de realiteit kunnen toetsen.

Deze graphic novel bestaat uit zes, met romeinse cijfers aangeduide hoofdstukken, die grosso modo staan voor het vertrek van de man en het afscheid van de familie, de aankomst, het proces van assimilatie en het ontmoeten van lotgenoten, werk vinden en het verleden van het nieuwe vaderland, de hereniging met de familie, en tot slot het nieuwe leven. Het eerste en laatste hoofdstuk zijn verbonden door een collage van huiselijke beelden, de ene uit het land van herkomst de andere uit het nieuwe vaderland. In uitgebeelde vormen mogen die collages van elkaar verschillen, ze beelden essentieel dezelfde huiselijke sfeer uit en geven het boek een cyclische eenheid.

De aankomst heeft de verdienste dat het verschillende leeftijden kan aanspreken op verschillende niveaus (als voorleesboek of als lees/kijk-boek), net zoals De sneeuwman, een woordloze Britse graphic novel-klassieker van Raymond Briggs, die van belang was voor de ontwikkeling van dit werk. Een andere belangrijke invloed was ongetwijfeld Scott McClouds Understanding comics, een graphic novel over hoe graphic novels/comics in elkaar zitten, die Tan geholpen heeft om een aantal praktische drempels bij de overgang van een prentenboek naar een graphic novel te overwinnen.

Toch behoudt deze uitgave, met illustraties die in grootte variëren van een twaalfde van een bladzijde tot twee bladzijden, een kwaliteit die je in prentenboeken van topniveau terugvindt. Vooral op momenten waar de stripdynamiek doorbroken wordt in een moment van verstilde contemplatie. Iets wat het geheel duidelijk verrijkt. Verder verwerkte Shaun Tan nog oneindig veel bronnen en invloeden waarvan hij er enkele achterin het boek opsomt. Maar veruit de meeste achtergrondinformatie over De aankomst en Tans andere prentenboeken, vind je op zijn website (www.shauntan.net), waarop deze bijdrage voor een belangrijk deel is gebaseerd.

Shaun Tan: De aankomst, Querido Amsterdam, 2008, [128] p. : ill., € 22,5
ISBN 9789045107226. Vert. van: The arrival. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2008


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri