Vertaald proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2024

Eva Baltasar: De vrouw op de berg

door Katja Feremans

Tien poëziebundels had de Catalaanse Eva Baltasar (Barcelona, 1978) al op haar naam staan, toen ze in 2018 naar buiten kwam met haar romandebuut Permafrost. Dat is het eerste deel van het drieluik De vrouw op de berg, dat ook Boulder (2020) en Mammoet (2022) bevat. In elk van deze romans is een vrouw aan het woord die zich niet schikt naar de doorsnee verwachtingen van de maatschappij. Het moederschap, of beter gezegd de terughoudendheid ervoor, speelt een centrale rol in hun lotgevallen, die zich in een opvallend beeldende en melodieuze taal ontvouwen.
 
Anders dan haar zus scoort de ik-figuur in Permafrost niet hoog op de waardeschaal van haar ouders. Een eigen huis, een echtgenoot, kinderen en een bij haar studies aansluitende job, het is allemaal niet aan haar besteed. Wanneer ze rond haar veertigste dan toch haar eerste zogenaamd echte baan te pakken heeft, is dat in haar ogen geen opsteker: ‘Voor het eerst voelde ik me verbleekt, een afschuwelijke mengeling van tinten, een onbenoembaar flets grijsgroen. Mijn huid werd een mosselschelp, mijn lichaam was uitgedroogd, mijn spieren waren stug als esparto en vanbinnen rook ik naar een parkeergarage’.
 
Ze beweegt rusteloos mee op de hoogtes en laagtes in het leven en hongert daarbij voortdurend naar het lichaam van een vrouw. Er schieten regelmatig zelfmoordgedachten door haar hoofd, maar ze houdt altijd stand: ‘Ik heb een goede deklaag, waterdicht als een scheepsromp, en dat is geen leugen. Nee. Het harde ijs conserveert namelijk een leefbare wereld, ze is alleen in slaap gevallen’. Wat haar bestaan uiteindelijk een nieuwe dimensie lijkt te zullen geven, is een moederlijke rol die haar ongevraagd in de schoot valt en waar ze niet zomaar kan van weglopen.
 
Ook de vrouw in de tweede roman, Boulder, is een lesbische, sterk door lustgevoelens gestuurde loner. In Barcelona botste haar eenzelvigheid met de teamspirit, waarop haar werkgevers in grootkeukens gesteld waren. Na een zoveelste ontslag liet ze alles achter, reisde richting Chili en werd daar kok op een schip, in ruil voor kost en inwoon. Aan de Chileense kust ontmoet ze Samsa, een geologe. Die geeft haar de bijnaam Boulder: ‘Ze zegt dat ik op van die enorme solitaire keien lijk die je in Zuid-Patagonië ziet, losse stukken wereld die na de schepping zijn overgebleven, blootgesteld aan weer en wind. Niemand weet waar ze vandaan komen’.
 
Met de komst van Samsa breekt er voor Boulder een stralende tijd aan, maar aan al die rozengeur en maneschijn komt een eind, wanneer haar grote liefde een baan in Reykjavik aanneemt. Boulder vergezelt Samsa weliswaar naar IJsland, maar ziet met lede ogen aan hoe hun leven zich daar meer en meer plooit naar sociale conventies. Wanneer Samsa een kind wil en krijgt, rafelt hun geluk langzaam maar zeker uit.
 
Mammoet is het sluitstuk van De vrouw op de berg. De roman begint zoals de twee andere in Barcelona. Een vierentwintigjarige lesbische wil er koste wat het kost zwanger worden, niet vanuit een verlangen naar het moederschap, maar om het leven door haar lichaam te laten gaan, om te creëren. Ook zij heeft zich afgekeerd van de legale arbeidsmarkt, omdat ze er één grote oplichterij in ziet. Of ze er nu in meedraaide als rekkenvuller, bordenwasser, winkelbediende of medewerker aan een universitair onderzoeksproject, telkens voelde ze zich uitgebuit. Loondienst ervoer ze niet alleen als een aanval op haar tijd en haar lichaam, vooral haar waardigheid werd erdoor aangetast. Vluchten leek haar de enige uitweg.
 
Ze voegt de daad bij het woord en trekt naar een verloren uithoek in het Catalaanse binnenland. Daar huurt ze een verwaarloosde woning boven op een heuvel. In het dorp noemen ze haar Llanut, naar de naam van het huis. Haar dichtste buur, een schaapherder, helpt haar met het inrichten van een tot de essentie herleid bestaan: voldoende te eten hebben en ’s winters geen kou lijden. In die afzondering vindt ze zichzelf terug: ‘Ik heb het gevoel dat ik oplos omdat er een ouder ik is ontwaakt, een fossiele ik die me nu opeist. Haar aanwezigheid is een kracht die zich aan mij bekendmaakt en me energie geeft zodat ik ja zeg, steeds opnieuw’. Gaandeweg blijkt ze tot dingen in staat die ze eerder niet voor mogelijk gehouden had.
 
In Permafrost steekt levenstwijfel regelmatig de kop op. De springerige vertelstijl en de ironische insteek van de hoofdpersoon maken evenwel dat het boek niet zwaar op de hand wordt. Boulder begint poëtischer, maar verscherpt naarmate Boulder zich meer en meer vastrijdt langs geijkte paden. Mammoet, tot slot, is door Llanuts niet erg gangbare handel en wandel de meest extreme roman in de triptiek. De lotgevallen van alle drie de ik-vertellers houden je in de greep, net als de melodieuze cadans van Eva Baltasars proza. Haar verhaallijnen zijn weliswaar niet altijd zoetklinkend, ze brengt je ook op plekken waar het schuurt.
 
Eva Baltasar: De vrouw op de berg, Meridiaan Uitgevers, Amersfoort 2024. 333 p. ISBN: 9789493305021. Vertaling uit het Catalaans door Irene van de Mheen. Distributie De Wolken


deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri