In 2018 debuteerde Obe Alkema bij
Het balanseer met de bundel Obelisque.2018,
die nogal controversiële reacties opriep. Het was in alle opzichten een
a-poëtische bundel, maar het betrof wel een bijzonder eigentijdse vorm van
teksten. Alkema’s opvolger gaat resoluut verder op de ingeslagen weg. Sterker
nog, deze bundel voert dezelfde titel en lijkt in alle opzichten ook
typografisch op zijn voorganger: het gaat om een glossy magazine vol
glamoureuze foto’s. Kortom, de dichter doet er alles aan om afstand te nemen
van het klassieke poëzie-ideaal, dat mikt op schoonheid en artistieke finesse,
op een soort van elitaire vorm van tijdverdrijf. Het idee dat een dichter
bijzonder is en dat elke bundel een unicum vormt gaat eveneens de schop op.
Obelisque.2022 (met een duidelijke
allusie op de voornaam van de dichter) is inderdaad allesbehalve een
verzameling herkenbare gedichten. De dichter neemt zijn toevlucht tot een reeks
alfabetisch geordende teksten, die op zijn zachtst vreemde titels hebben:
‘Adonis belt’, ‘Aftrekposten’, ‘Alive’ en ga zo maar door. Elke tekst presenteert
een positiebepaling, met de typische problemen van de millennials.
Herhaaldelijk wordt gealludeerd op antidepressiva en een verblijf in een
instelling, op de dominante rol van sociale media en de daar opgedrongen
ideaalbeelden, op de economische kwetsbaarheid, op het ontbreken van grote
verwachtingen, op genderfluïditeit en zoveel meer. Alkema presenteert al die
componenten op een haast klinische wijze, en zelfs waar hij een autobiografisch
standpunt inneemt, gebeurt dat zo afstandelijk mogelijk. Veel gedichten zijn
niet meer dan losse mededelingen op haast eindeloze opsommingen en lijsten. Het
is een manier om de klassieke intrige en de traditionele
oorzaak-gevolgredeneringen te ontkrachten en de willekeur van gebeurtenissen te
onderstrepen. Ook de taal lijkt gebrekkig in haar onvermogen om zaken te
kleuren, laat staan te verklaren en te duiden.
Zo ontstaat een kluwen van
diverse taalspelen, waarin ernst en groteske vertekening elkaar voortdurend
bruusk afwisselen. Het lyrische ik krijgt boodschappen en mails van beroemde
personages, maar die zijn afkomstig uit de erotica-industrie en hun brieven
zijn standaardmails die als spam worden verspreid: van authenticiteit, laat
staan van romantiek is hier volstrekt geen sprake. Op dezelfde manier portretteert
het ik ook zichzelf. De momentopnamen zijn schrijnend exhibitionistisch, maar
tegelijk ook theatraal en gedeeltelijk ongeloofwaardig. De lezer bladert door
de bundel, blijft hangen aan bepaalde regels en beelden, maar ergert zich ook
noodgedwongen mateloos aan wat hier als ‘poëzie’ wordt gepresenteerd.
Tussendoor wordt het verband gelegd met de vorige bundel, wanneer vele
bladzijden lang alfabetisch geordende zinnetjes worden afgedrukt onder de titel
‘Previously on Obelisque’.
En toch, het is Alkema net om die dubbelzinnigheden te
doen. Zijn teksten bevatten veel maatschappijkritische commentaren, maar ze
laten zich niet reduceren tot één systematisch vertoog, en uiteindelijk is
zelfs de grens tussen ernst en ironie erg wankel. Het illustreert de ultieme
kwetsbaarheid van de mens, die als het ware herleid wordt tot een kruispunt van
media, maatschappelijke instellingen, normen en taboes, clichés. Ook de foto’s
in deze glossy zijn erg ambivalent: het zijn advertenties voor luxueuze modemerken,
maar telkens poseert de auteur: onherkenbaar, afwisselend in een ‘mannelijke’
en een ‘vrouwelijke’ gedaante.
Alkema is in deze
aparte bundel bijzonder aanwezig, ook al probeert hij zichzelf zoveel mogelijk
weg te schrijven. Hoe dan ook is dit opnieuw een markante verzameling teksten,
ook al lijkt die wel opmerkelijk veel op zijn eerste bundel. Bewust geen
‘nieuw’ geluid dus, en al evenmin een dichterlijke presentatie, maar een glossy
om beslist te bewaren en ernstig te nemen.
Obe Alkema: Obelisque,
Het balanseer, Aalst 2022, 165 p. : ill. ISBN 9789079202904. Distributie De Wolken
© 2024 | MappaLibri