In het Nederlandse taalgebied is Bianca
Bellová enigszins bekend van haar roman Het meer (De Geus 2018). Met het
verhalenbundeltje Flarden, de 32ste aflevering in de
Moldaviet-reeks van Uitgeverij Voetnoot, verschijnt er nieuw werk van de
Tsjechische schrijfster in het Nederlands, en dat is iets om ons over te
verheugen. De acht verhalen in deze bundel doen enigszins aan als
‘vingeroefeningen’, zoals vertaler Kees Mercks ze raak typeert in het nawoord,
maar zijn daarom niet minder leuk om te lezen.
Bellová is bevlogen in het op de
spits drijven van situaties waarbij de lezer eigenlijk al vanaf het begin
ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer schuift. Haar verhalen hebben met
elkaar gemeen dat de personages erin door misverstanden en toevalligheden in
ongemakkelijke en beschamende situaties terechtkomen. De verwachtingen die de
personages hebben van elkaar en van hun ontmoetingen, komen zelden uit: de
gedroomde werkelijkheid legt het telkens weer af tegen totaal onverwachte
toestanden. Met een sardonische beheersing die bij vlagen doet denken aan
Nabokov of Roald Dahl, brengt Bellová bijvoorbeeld een verbitterde professor in
een intieme situatie met een jongere academica, levert ze een vrouw die zich weifelend
in een one night stand stort over aan een afschuwelijk lot en laat ze de
intimiteit tussen een weduwe en een vriend van haar overleden man ontaarden in
een hilarische nachtmerrie.
Typerend voor Bellová’s stijl zijn de originele
vergelijking en metaforen: tranen ‘rollen als de dubbeltjes uit een
spaarvarken’. De schrijfster maakt veel gebruik van spreektaal, wat in de
vertaling soms wat geforceerd overkomt en ervoor zorgt dat de toon in een
aantal verhalen haast identiek is (terwijl personages en setting erg
uiteenlopen) – en wat bovendien vloekt
met enkele sporadische en onnodige keuzes voor archaïsch Nederlands door de
vertaler.
Dat neemt niet weg dat deze
verhalen van een hoge kwaliteit zijn en mooie beelden bevatten. In het verhaal
‘De dambewaker’ zwemt een vrouw door een verdronken dorp in een stuwmeer en
beschrijft ze ‘hoe er vissen tussen de ramen door zwommen, hoe er guirlandes
van waterplanten aan de waslijnen groeiden’. Dergelijke droomachtige beelden
zijn eveneens een specialiteit van Bellová en geven haar verhalen een
filmische, surreële sfeer, die ze moeiteloos afwisselt met schetsen van het
alledaagse leven. Een aanrader.
Bianca Bellová: Flarden, Voetnoot, Antwerpen 2022. 124 p.
ISBN 9789491738814. Vertaling van Tyhle fragmenty door Kees Mercks. Distributie
EPO
© 2024 | MappaLibri