Het aanbidden van Louis Claus is de debuutroman van Helena Hoogenkamp. Toch zou je niet direct
zeggen dat dit boek een eersteling is. Hoogenkamp schreef eerder poëzie en maar
liefst tien toneelstukken en vooral dat laatste is terug te zien in haar roman.
Niet alleen heeft het boek een strakke compositie met vier delen, er wordt ook
veel getoond in plaats van verteld. Zo heeft het boek veel korte, maar
betekenisvolle dialogen, maar naar de gevoelens van de personages blijft het
gissen. Dat maakt Het aanbidden van Louis Claus een interessant boek dat
echter niet gemakkelijk is te interpreteren.
Het eerste deel van het boek
speelt zich af in 2003 en draait om een groep veertienjarigen die vooral bezig
zijn met seks, drank en drugs. Onder hen bevindt zich hoofdpersoon Carla en
haar vriend Louis. Doordat Carla veel tijd doorbrengt in het huis van Louis’ ouders
wordt de tegenstelling tussen de beide gezinnen duidelijk. Carla is misschien
wat te vaak te gast bij Louis’ ouders, maar dat is niet zo gek gezien de wat
kille verhoudingen bij haar thuis. Tekenend is bijvoorbeeld de scène waarin
besloten wordt dat Carla een spiraal krijgt. De veertienjarige Carla blikt
terug op dit moment met de volgende woorden:
‘Verleden winter toen mijn
spiraal werd gezet, was het zo koud dat mijn adem in wolkjes voor mijn gezicht
bleef hangen. Tijdens een ontbijt waarbij het buiten nog donker was, vroeg mijn
vader of ik al seksueel actief was. […] “Seksueel actief?” herhaalde ik, met
mijn gezicht haast tegen het krantenpapier. “Omdat het me tijd lijkt voor een
koperspiraal,” zei papa. “De pil veroorzaakt kanker. Je zus heeft er ook een.”’
Carla stemt in, maar misschien
eerder omdat ze weet dat ze eigenlijk weinig keus heeft. Deze scène is ook
tekenend omdat Carla later in boek vaker – ook op het gebied van haar
vruchtbaarheid – een speelbal lijkt van de personages om haar heen. In het
volgende deel dat zich vijftien jaar later afspeelt, blijkt namelijk dat er in
2003 veel meer heeft gespeeld dan uit eerste deel blijkt. Wat precies laat ik
in het midden.
Als Carla Louis weer tegenkomt blijkt het verlangen naar hem weer net zo sterk als
toen, met alle gevolgen van dien. Het derde deel van het boek draagt niet voor
niets de benaming ‘Echo’. Steeds meer blijkt hoe Carla naar een plek zoekt waar
ze thuis kan zijn, naar geborgenheid. Daarvoor is zij steeds weer bereid
concessies te doen aan haar vader, aan Louis en aan Destiny. Ik zou Het
aanbidden van Louis Claus aan de ene kant te kort doen als ik het een coming-of-age-roman
zou noemen, want er zit zoveel meer in. Aan de andere kant is de term niet
toereikend omdat Carla zelfs tegen het einde van het boek nog geen geestelijke
volwassenheid heeft kunnen bereiken:
‘Maar wat wij doen, lieve Louis,
is geen kiezen. Wij laten het erop aankomen tot het uit elkaar spat en doen
vervolgens alsof het nooit anders had kunnen gaan.’
Chapeau aan Helena Hoogenkamp
die dit verhaal subtiel, maar met vaste pennenstreken heeft neergezet.
Helena Hoogenkamp: Het
aanbidden van Louis Claus, De Bezige Bij, Amsterdam 2021, 213 p. ISBN
9789403101415. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2024 | MappaLibri