6+ - Paul Verrept is vooral bekend door zijn poëtische prentenboeken en
theaterstukken voor kinderen. Voor zijn 25-jarig auteurschap publiceert hij
deze bundel dierenverhalen. Al zijn de personages anders dan in zijn
prentenboeken, de filosofische insteek is herkenbaar in de vele vragen die
gesteld worden en de terloopse bespiegelingen die de lezer aan het denken
zetten. Er valt veel tussen de regels te lezen, wat bij het begin en einde van
het boek ook visueel duidelijk gemaakt wordt door de grotere witruimte tussen
de zinnen.
Het
boek opent met Konijn die zich afvraagt waarom hij soms een sombere dag heeft.
Het titelverhaal begint met een droom in de traditie van Alice in Wonderland en gaat over angst, dapperheid, aanvaarding en
zich herpakken. Maar het centrale motief in de bundel is de vriendschap. Na een
lange reis wordt Konijn opgetild door Reus, die de ‘onvergetelijke’ woorden
spreekt: ‘Vriend, wat goed dat je er bent.’ Het zijn precies de woorden die
Konijn en Egel tegen elkaar zeggen wanneer ze mekaar terugzien na de reis. Het
slotverhaal sluit weer aan bij het begin. Konijn voelt zich nu echter niet
somber, maar een beetje in de war. En ook nu stelt hij zichzelf vragen: ‘Wat is
het toch? Vraag [sic] hij zich af, wat is het toch dat ik maar niet begrijp?
Wat is er toch met mij aan de hand?’
Als filosofische dierenverhalen
roepen de teksten onvermijdelijk de vergelijking op met de verhalen van Toon
Tellegen. Net als bij Tellegen gaan de teksten meer over gevoelens en gedachten
dan over gebeurtenissen. Enkele verhalen halen ook het niveau van Tellegen,
zoals dat over de staart van Konijn, die Egel ‘lief en licht en vrolijk’ vindt,
een typering die ook voor het verhaal zelf opgaat. ‘Rustig aan’ werkt het
contrast tussen traag en snel verrassend uit in een wisselend tempo. Andere
verhalen zoals ‘Later’ of ‘De reis’ missen echter de lichtvoetigheid die je als
lezer laat wegdromen en de gedachten zijn te gezocht of zwaar in het verhaal
verwerkt. Soms ook dreigt Verrept het contact met de jonge lezer te verliezen,
zoals in het laatste verhaal, waarin Konijn zichzelf tot rust brengt, met als
slotzin: ‘Koffie, denkt hij blij’.
De illustraties van Nils Pieters zijn kleurrijk en vol fantasie.
Bij het verhaal ‘De droom’ tekent hij een droombeeld met een vleugje Dali. Bij
een passage over ‘dieren met lange nekken, strepen over hun hele lijf als
droegen ze een pyjama, met een neus die meer op een slang lijkt’ beeldt hij
Konijn af op de nek van een blauwe olifant in streepjespyjama. Maar Pieters
weet ook goed de emoties op te roepen die onder het verhaal zinderen. Bij het
openingsverhaal waarin Konijn over zijn vriendschap met Egel nadenkt, tekent
hij hem languit liggend en gelukzalig glimlachend. Na de reis van Konijn kleurt
hij zijn prent oranjerood in, wat krachtig het warme weerzien verbeeldt. Het is
vooral die warmte die me uit dit boek bijblijft.
Paul Verrept, Nils Pieters: Konijn
& Egel. Er komt geen einde aan het einde, De Eenhoorn, Wielsbeke 2019, 98
p. : ill. ISBN 9789462913813
© 2024 | MappaLibri