De bedroevende en daardoor
aangrijpende levenslopen van Eurídice en haar zus Guida staan in deze
Braziliaanse debuutroman centraal geposteerd midden een korf familieanekdotes,
die de auteur losjes in elkaar heeft gevlochten en die, zo weet zij ons te
melden, in grote mate echt gebeurd zijn. Haar opzet is om middels een
plastische schildering van de protserige levensstijl die de kleine burgerij in
het Rio van ruim een eeuw geleden erop nahield de vinger te leggen op het meest
stuitende euvel daarin: de denigrerende houding waarvan de vrouw het
slachtoffer was; de vrouw die net als de man eigen talenten bezit, eigen
ambitie en eigen dromen, maar geen ruimte krijgt om die te realiseren.
Die onverantwoorde
miskenning weegt als een blok aan Eurídice’s been. Zij leeft in een gezin
waarbinnen de man pantoffelheld en onbetwiste autoriteit is en waarin het haar
enkel toegelaten is – ook al verlangt ze maar meer - huisvrouw te zijn. In die
opgedrongen rol zoekt ze ademruimte door aanvankelijk te leren fluitspelen (mag
niet), een boek vol recepten te schrijven (‘wie wil nou een boek kopen dat geschreven
is door een huisvrouw?’), en een naaiatelier op te zetten (‘mijn huis als marktkraam?’).
Uiteindelijk blijkt alle energie opgebruikt en moet zij toegeven dat het ‘Deel
van Eurídice Dat Niet Wilde Dat Eurídice Eurídice Was’ het pleit gewonnen
heeft. Wat overblijft is een immense leegte, enkel gevuld met de
vanzelfsprekende gedachte: is dit alles wat er in het leven is?
Na Eurídice’s
ervaringen is het tijd om over te stappen naar die van haar zus Guida. Guida
heeft zich niét aan huis vast gekluisterd, maar kiest het ruime sop, haar
vriendje achterna. Helaas, in het door corruptie en vrouwonvriendelijkheid
doordrongen bourgeoismilieu loopt ze de ene pijnlijke buil op na de andere. Om
ten slotte, murw geslagen, terug thuis te komen bij Eurídice. Met elkaars hulp
slagen beiden er met horten en stoten weer in enige opening te forceren in hun
trieste bestaan: Guida door te trouwen en Eurídice door een (uiteraard nooit
gepubliceerd) boek te schrijven met de veelzeggende titel : Geschiedenis van de
onzichtbaarheid.
Levens als die van Eurídice en Guida kun je nog overal tegenkomen,
schrijft de auteur in haar voorwoord, en niet enkel in het Rio van haar oma’s
(op wie het verhaal is gebaseerd), dat gedomineerd werd door een klasse van
nieuwe rijken met luttele fantasie, veel slechte smaak en af en toe de nodige
corruptie om het in de society te maken. Beide zussen staan model voor de
ravage die daardoor wordt aangericht, met name door het veroordelen van vrouwen
tot oeverloze middelmatigheid en de onmogelijkheid om ooit te realiseren wat ze
hadden kunnen zijn.
Batalha’s eerste roman had een troosteloze aanklacht kunnen worden van
een niet te vergoelijken sociale scheefgroei, en inderdaad, om haar punt te
maken schrikt ze er niet voor terug om her en der wat overdadig te chargeren,
maar door haar luchtige toon, de vindingrijkheid waarvan zij getuigt en haar
pittige manier van vertellen worden kommer en kwel perfect verteerbaar en zelfs
zeer te genieten. Een volbloed talent, deze Braziliaanse.
Amsterdam : Nieuw Amsterdam
2016, 220 p. Vert. van A vida invisível de Eurídice Gusmão door Kitty
Pouwels. ISBN 9789046821541
© 2024 | MappaLibri