12+ - Rob Ruggenberg (1946-2019) heeft
zichzelf in korte tijd naar de top van de hedendaagse jeugdboekenauteurs
gewerkt. In 2006 debuteerde hij met Het
verraad van Waterdunen, waarvoor hij een Vlag en Wimpel ontving van de
Griffeljury. Hierna zijn zijn boeken nooit meer aan de aandacht van kinderen
ontsnapt. Haaieneiland, zijn zesde
roman, werd bekroond met de Thea Beckmanprijs. Kort na het inzenden van zijn
nieuwste manuscript overleed Ruggenberg, waardoor Offerkind zijn achtste en laatste historische jeugdroman is.
Ruggenberg gaat
vierduizend jaar terug in de tijd en windt er geen doekjes om. Het ging er in
de vroege bronstijd ruig aan toe, zo ook in zijn roman. In het eerste deel van
het boek schetst hij een gezinssituatie in Falwa (nu de Veluwe) waarin mannen
het voor het zeggen hebben. Binnen de familie trouwen was heel normaal en Aïns
broer wil haar als zijn eerste vrouw. ‘Openlijk ruziemaken durfde ze niet. Aab
was de oudste zoon en hij had rechten die niemand anders had. Het was al weken
aan de gang. Steeds als Aab de kans kreeg raakte hij haar aan. De anderen zagen
de ruwe strelingen ook, maar ze grinnikten erom. Zelfs Te Ka, hun vader, scheen
het niet erg te vinden. Haar zussen zeiden dat ze Aab zijn gang moest laten
gaan - maar dat wilde ze niet.’
Als Aab zich aan haar
wil vergrijpen, vermoordt Aïn hem per ongeluk. Alleen Kraai, een ‘dubbelbloed’
en de voetveeg van de familie, ziet het. Hij helpt haar het lichaam verbergen
en samen slaan ze op de vlucht. De twee gaan op weg naar zee en reizen van Falwa
via Rheie (de Rijn) naar Wasnare (Wassenaar). De route is in kaart gebracht op
de schutbladen van het boek. Onderweg doorkruisen de jongeren allerlei
landschappen en leren ze over verschillende geloven en gebruiken die de mensen
daar hebben. Ruggenberg geeft genoeg details zodat lezers van alles te weten
komen over de vroege bronstijd, zonder dat het verhaal vaart verliest. De
kinderen rollen namelijk van het ene avontuur in het andere. De constante
spanning en de beeldende schrijfstijl maken het een boeiend verhaal van begin
tot eind.
Wat het verhaal zo bijzonder
maakt, is de ontwikkeling die beide personages doormaken. Aïn is een modern
geëmancipeerd personage dat zich niet wil schikken in de haar opgedrongen rol
van huisvrouw. Ze droomt van een leven zonder man, waarin ze haar geld verdient
met het maken van sieraden van barnsteen. Aïn is bovendien een van de weinigen
die Kraai respecteert en hem niet anders behandelt omdat hij er anders uitziet
dan zij. Kraai groeit op met Aïn maar wordt door haar familie altijd geminacht
vanwege zijn donkere huidskleur. Het verder goed passende omslag van Martijn
van der Linden strookt overigens niet met hetgeen wat in het boek staat, hier
staat namelijk een wit jongetje op afgebeeld. Naarmate de reis vordert, ontmoet
Kraai ook mensen die hem op een andere manier bekijken dan de familie waarin
hij is opgegroeid. Het boek draagt dus niet alleen bij aan een historisch besef
(ondersteund door de historische verantwoording en woordenlijst aan het eind),
maar sluit ook aan bij het huidige debat omtrent racisme.
Rob Ruggenberg: Offerkind,
Querido, Amsterdam 2020, 294 p. ISBN 9789045124490. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan