15+
- De 16-jarige, autistische Denise en haar moeder moeten heel snel hun huis
verlaten en naar een voor hen bestemde schuilkelder vertrekken. Binnen veertig
minuten moeten ze er zijn, dan zal namelijk een komeet inslaan op aarde, met
verschrikkelijke gevolgen: bevingen, luchtverplaatsingen, wellicht een tsunami,
zwart stof dat misschien wel een jaar de aarde in het donker zal hullen...
Moeder wil nog op Denises oudere zus Iris wachten, maar ze vertrekken. Doordat
ze een ander helpen, komen ze bij toeval terecht op een zogenaamd
generatieschip dat nog niet van de aarde vertrokken is. Zo’n ruimteschip zal op
weg gaan naar een andere planeet of selfsupporting blijven reizen in de ruimte.
Omdat moeder een drugsprobleem heeft, mag die niet blijven. Denise is welkom,
zeker nadat ze een aantal mensen heldhaftig van een gewisse dood (door de
tsunami, die inderdaad plaatsvindt) heeft gered.
Er heerst een ware
productiviteitsoorlog op het schip: als je ergens goed in bent of je onmisbaar
maakt, mag je definitief blijven of kun je een familielid hoger op de
wachtlijst krijgen. Zoiets geldt bij voorbeeld voor Max, die met zijn zus en
moeder geplaatst is, vooral omdat hij een echte nerd is (wordt hij het liefje
van Denise?) en het zwerfkind Sanne.
Denise
gaat voortdurend op pad, om haar zus te vinden en later ook om te weten te
komen wat er gebeurt met de overlevenden in het ondergelopen land en in de
andere delen van Nederland (het oosten is minder hard getroffen). Zal ze met
het schip vertrekken of zal ze ervoor kiezen mee te helpen met de wederopbouw
van de aarde, of is er misschien een tussenoplossing? En gaan moeder en Iris
mee?
Dit
is een typisch product van internetschrijven eigenlijk, geschikt om in episodes
te vertellen, dicht tegen fanfiction aanleunend. Een ideaal forum voor het in
verhalen te lijf gaan van identiteitskwesties, in dit geval als gevolg van
autisme. Bij Iris is er de queerkwestie, die Duyvis ook als thema had in haar in
de VS verschenen debuutroman Otherbound.
Aandacht voor diversiteit is voor de auteur belangrijk, ze toont het in deze
roman (weer) volop: transgenders, de zwerfkinderen, het islamitische koppel
Nordin en Samira, gemengd huwelijk, de meltingpot die de Bijlmer is (Denise is
een knap, donker meisje met een Surinaamse vader), de mensen uit het activistenmilieu
van Iris.
Op
zich is het niet vreemd dat Duyvis in het Engels debuteerde: het is de internettaal
van de verhalenvertellers, die bijna altijd binnen de genres fantasy en science
fiction opereren. De toekomstfantasie is in dit verhaal redelijk beperkt (het
is nog maar 2035) tot technische verworvenheden die vanuit het heden heel
redelijk te verdedigen zijn.
Verder is de roman tamelijk Amerikaans, met de
Hollywood-aanpak met de snelle start, het sentiment (hier vertegenwoordigd door
Denises werk in het dierenasiel het Tussenstation), het gezin met problemen, de
dappere heldin, de vette crisis-in-eenzaamheid en het moralistische slot.
Denise,
zou je kunnen zeggen, wordt door haar heldhaftige activiteiten net iets minder
overtuigend autistisch dan je zou verwachten. Het zenuwachtige plukken aan een
bank of een autoriem, het heen en weer wiegen, de pure concentratie ergens op,
de (gerichte) intelligentie, het gepest worden op school, dat alles typeert
haar als autist.
Aan de andere kant zijn er haar werk aan boord, haar
voortdurende vooruitgang, haar initiatieven en haar redelijke contact met
anderen, zo opvallend zelfs dat de schrijfster een ander personage laat
opmerken: ‘nou, echt typerend voor een autist is dit allemaal niet!’ Een
knipoog van iemand, zelf autistisch namelijk, die weet waar ze het over heeft.
Grappig
dus dat dit feitelijk zeer voor het internet typerende verhaal een fysiek boek
mocht worden. Tegelijk, en nog succesvoller, bracht een andere, jonge
Nederlandse auteur het tot een publicatie in de VS, Marieke Nijkamp. Haar
debuutroman This is where it ends
stond wekenlang in de toptien van The New York Times-bestsellerlijst.
Ook dat boek is nu
vertaald, en uitgebracht bij dezelfde uitgever, 54 minuten heet het. Op de cover van Op de rand van het niets zit een sticker met een aanbeveling van
Nijkamp: ‘Spannend en beklemmend’! Opvallend: geen van beide auteurs vertaalden
hun werk zelf naar het Nederlands.
Het
omslag overigens heeft een
enigszins merkwaardige, wel commercieel handige, collage, met typisch
Amsterdamse elementen (de indruk van een gracht, de boom en de kerk ‘van’ Anne
Frank, de verwoeste Bijlmer-flat). Het puin ligt er braaf bij, huizen en kerk
staan onbeschadigd overeind, in de lucht hangen en vliegen helikopters en
vliegtuigen die je in het verhaal niet zal aantreffen.
Treffend is (wel) de zin
boven de titel: ‘Wie is het waard om te overleven?’ Het beantwoorden van die
vraag doet Duyvis met weinig stilistische en structurele hoogstandjes, maar wel
sympathiek en overtuigend.
Corinne Duyvis: Op de rand van het niets, HarperCollins Amsterdam, 2017, 350 p. ISBN 9789402723007. Vertaling van On the Edge of Gone door Angelique
Verheijen. Distributie: Agora Books
deze pagina printen of opslaan