4+ Freya Hartas
was in 2014 een van de maar liefst twaalf winnaars van Lemniscaats befaamde
illustratorenwedstrijd. Ruim een jaar later presenteert de uitgeverij nu haar
eerste prentenboek, en internationale debuut, Kleine Kong (Little Kong);
haar tweede boek is in Engeland aangekondigd bij Oxford University
Press.
De titel verwijst uiteraard naar
de iconische, grote King Kong. De naam van het beest op het voorplat komt
overigens in het verhaal niet voor, daarin wordt het consequent het Blauwe
Beest genoemd. In (de film) King Kong
palmt een meisje een reus van een aap in, dat laat Hartas het hoofdpersoontje,
Esmeralda, van haar boek ook (even) doen.
Esmeralda is zo’n bekend verwend, chaos veroorzakend kreng, met van die ouders
die alleen maar kreten kunnen slaken als ‘ruim je kamer op’ of ‘gedraag je als
een jongedame’, ook erg cliché. De ouders dreigen hun ‘verschrikkelijke kind’
naar een onbewoond eiland te sturen als ze niet keurig wordt, en op een nacht
drijft Esmeralda in een droom daar inderdaad per eigen bed heen. Er wonen geen
mensen, wel, tamelijk lelijk getekende, beesten, vooral een grote blauwe
aapachtige die in niet-keurigheid niet onderdoet voor Esmeralda. De laatste
wenst graag netjes ontbijt te krijgen, en maakt de beesten tijdelijk beschaafde
wezens. Waarom ze deze wens heeft, wordt niet duidelijk, maar iemand zou dat
leuk kunnen vinden. In het slot vindt Esmeralda ze weer juist fijn
ongeciviliseerd, en dan zien we iedereen soms best wel iets ondeugends doen,
als met een stuk taart gooien. Op een andere prent giechelt Esmeralda, maar ze
kijkt er boos bij.
Hartas leunt zwaar op Maurice
Sendaks Max en de Maximonsters
(1963). In die moderne klassieker weet de hoofdpersoon Max, ook via een droom
naar een eiland, koning van de Wilden te worden. Ook hier is de aanleiding een
conflict met de ouders. Wilde Fartas een ‘postmoderne’ knipoog uitdelen naar
deze fameuze voorbeelden? En waarom in deze belegen, karikaturale stijl? En
konden er niet wat betere eindzinnen/-situaties komen dan: ‘Het werd een
Vrolijke Feestelijke Beestenbende’ en ‘Iedereen leefde nog lang en gelukkig’
(nou ja…bijna iedereen).
Evengoed zouden de met de
traditie onbelaste peuters en kleuters best plezier kunnen beleven aan dit
boek. Waarschijnlijk niet aan het vrij lastige taalgebruik, maar wellicht wel
aan sommige details op de vaak propvolle pagina’s. Er zijn tot nu toe in 2016
naar mijn idee interessantere prentenboeken uitgekomen bij Lemniscaat dan dit
enigszins rommelige, en ook niet heel mooi vormgegeven (bij voorbeeld saaie
schutbladen) werkje.
Rotterdam :
Lemniscaat 2016, [34] p. : ill.
Vert. van: Little Kong door Jesse Goossens. ISBN 9789047707257
deze pagina printen of opslaan