9+ - Tiny Fisscher, dit jaar 25 jaar schrijver, begon
in 2014 (na een paar sprookjesbewerkingen voor de kleintjes) echt werk te maken
van het op de markt brengen van adaptaties van klassiekers. Inmiddels zijn het
er, met deze nieuwe erbij, negen. Haar bewerking van Kees de jongen (Aerial
Media Company 2014) is tot nu toe de enige van een Nederlands klassiek boek,
verder ‘deed’ ze klassiekers als Alleen op de wereld (Gottmer 2022), Het
wonderbaarlijke verhaal van de kleine Prins (Volt 2023), Oliver Twist en Sindbad de zeeman.
Of De avonturen
van dokter Dolittle hier nog gevoeld wordt als een klassieker? Het boek is
al zo’n 40 jaar niet op de markt. Wellicht zijn Dolittles avonturen nog
enigszins bekend door het Douwe Egberts-geschenkboek, naar de musical, uit 2010,
en de film uit 2020. Hoe dan ook: Fisscher waagt een poging dit personage hier weer
leven in te blazen. Zoals gewoonlijk doet ze dat door hier en daar wat in te
korten, en de taal vlotter te maken en op te leuken. Ze handhaaft de tijd van
het boek, op anachronismen zul je haar niet betrappen en het verhaal wordt niet
overgebracht naar Nederland. Het begint in het fictieve Engelse stadje Puddleby
(zoiets als ‘Moddergat’).
Lang geleden,
maar wel ergens in de eerste helft van de 19de eeuw, leert groot
dierenvriend John (dokter) Dolittle van zijn papegaai Polynesia hoe hij met
allerlei soorten dieren kan praten. Daardoor kan hij hun kwaaltjes goed
beoordelen. Dat komt tamelijk goed uit, want door de vele, soms overlast
gevende of angst oproepende dieren (zoals een krokodil) in zijn tuin blijven de
menselijke patiënten weg. Armoede ligt op de loer, zijn zus Sarah verlaat het
pand. Gelukkig stijgt zijn roem: over de hele wereld blijkt men op de hoogte van
zijn ongekende talent dieren te genezen.
Op een dag vraagt een zwaluw hem
mee naar Afrika te gaan om in een kolonie apen de zieke exemplaren te genezen
(waaraan ze lijden wordt niet vermeld). Met een paar van zijn favoriete dieren
is hij redelijk dicht bij zijn bestemming, als hij schipbreuk lijdt. De
plaatselijke koning van het land Jolliginki waar hij ‘aanspoelt’, pakt het
groepje op, maar na een slimme ontsnapping weten ze toch de apen te bereiken.
Dolittle geneest en vaccineert, en vertrekt met een geschenk, een tweekoppig
dier, terug naar huis. Met deze zeer bijzondere kruising van een gazelle en een
eenhoorn kan hij thuis geld gaan verdienen. Hij komt alleen weer langs het rijk
Jolliginki…
Het verhaal kraakt van het
verzinnen, maar wordt lekker laconiek en zonder veel logica opgedist. Het is
allemaal nauwelijks spannend of eng, ook niet als er nog een piratenschip
opduikt. Dolittle maakt zich feitelijk nergens echt druk om, hoogstens vindt
hij iets wat vervelend. Tiny Fisscher vertelt het allemaal vlot en levendig.
Ze kreeg het
bij elke bewerkte klassieker voor elkaar voor de tekeningen iemand uit de top
van illustratieland te strikken: Charlotte Dematons, Sophie Pluim, Mark Janssen
e.a., en deze keer Martijn van der Linden. Hoe die het toch voor elkaar krijgt
weer heel ander werk te maken dan daarvoor, is een raadsel, en zijn grote
kracht. Aan elk nieuw boek kun je hem weer niet herkennen.
Op het omslag zien we een geamuseerde Dolittle op zijn
achternaam zitten. De naam ‘dokter Dolittle’ met reuzenletters, zoals
gebruikelijk bij klassiekers, en de naam van de bewerkers groter dan die van de
maker (ook dat zie je vaak, zeker als het om kinderboeken gaat). Met een
knipoog naar het hier en daar racistische origineel geeft hij Dolittle een
donkere tint, en de koning en koningin juist niet (die zouden zomaar Europeanen
kunnen zijn). Wel wordt de botte houding van de koning duidelijk. De komst van
Europeanen in zijn land betekende tot nu toe vooral leegroof. Van der Linden beeldt
hun zoon, prins Bumpo, niet af. In de tekst van het origineel werkt Bumpo mee
aan de vlucht van Dolittle met een schip. Dat doet hij in ruil voor een door de
dokter wit gemaakte huid! Fisscher verzint hier stilzwijgend, er is geen
verantwoording of nawoord, iets anders voor. Het racistische element is hiermee
wel opgeruimd. Wel blijft een flardje kolonialisme over: een Brit moet naar
Afrika om de apen te redden.
Van der Linden heeft veel ‘antiek’ ogende kleuren in de
aanbieding, met een hoofdrol voor een soort oudroze. Die kleur alleen al levert
twee wonderschone dubbelpagina’s op. Allebei met veel lucht en water en daarin
allerlei lijnen en rasterachtige, grafische en daarna bewerkte elementen. Heel
bijzonder. Met op de ene een afscheidsscène aan de kust van Afrika. En op de
andere een kustdorpje met de moeder van een verdwenen jongen als een Vrouwtje
van Stavoren op de kade. Ook gebruikt de illustrator fraai het tweekoppige dier
in de prenten. Bijna steeds door het prominent, heel wit, maar met zwarte
verticale lijnen op het lijf weer te geven.
In het oorspronkelijke verhaal
gaat Dolittle, als hij voldoende heeft verdiend, met pensioen. Evengoed kwamen
er daarna nog vele avonturen (15 boeken in Engeland). Ik vermoed dat het hier
bij deze eerste blijft.
Tiny Fisscher, Martijn van der Linden, Volt,
Amsterdam 2024, 145 p. : ill. ISBN 978902148882. Vrije bewerking van The story
of Doctor Dolittle door Hugh Lofting. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan