10+ - Het nieuwe boek van Pieter
Koolwijk (Gouda, 1974) biedt de jonge lezer een aantal zekerheden die enigszins
te denken geven. Missie afbreken is een ambitieus boek. De schrijver wil
veel. Hij behandelt een thema (omgaan met de dood) dat in de wereld van de
volwassenen al delicaat is en zet daarbij een ongebreidelde fantasie en een
kritische kijk op jeugdpsychiatrie in. Er ontvouwt zich een avonturenvertelling
met humor en overdrive. Het hoofdpersonage, Gozert, flitst en stuitert dan ook als
een balletje door het niet te dunne boek.
In 2021 won de schrijver de
Gouden Griffel voor het beste kinderboek met het in 2020 verschenen Gozert.
In 2021 verscheen Luna. Missie afbreken is het derde en laatste
deel van een drieluik waarin de belevenissen van de kinderen Ties en Luna
centraal staan. Gozert heeft eigenlijk het grootste aandeel in alle
wederwaardigheden, maar is goed beschouwd geen kind van vlees en bloed. Aan dit
fantoom-achtige personage kleeft een en ander dat bekritiseerd of in ieder
geval becommentarieerd kan worden.
Missie afbreken kan als op zichzelf staand boek
worden gelezen. Er wordt tussen neus en lippen door enige informatie gegeven
over de voorgeschiedenis van de hoofdpersonages. Gozert is de imaginaire vriend
van Ties. Als zo’n fantasievriend belangrijker wordt dan de reële verwanten en
vrienden ontstaat er een (psychiatrisch) probleem. In de eerste delen van het
drieluik komt deze problematiek aan de orde.
Met in gedachten de nog niet
door ervaring gestaalde en daardoor meer beïnvloedbare belevingswereld van
kinderen vallen in Missie afbreken zaken op. Zo voel je, wellicht
onbedoeld, tegenstellingen sudderen onder dit smeuïg vertelde verhaal. Laten we
ze benoemen: de psychiatrische jeugdzorg, gegeven in een instelling die Huize
Hopeloos wordt genoemd, wordt - heel zwart-wit - af geserveerd. De instelling krijgt
vervolgens, hatsekidee, een volledige remake. Het fenomeen ‘doodgaan’ wordt op
een manier behandeld die twijfel vrijwel uitsluit.
Zware zaken uit de werkelijkheid
worden kennelijk op soepele wijze ‘behapbaar’ gemaakt voor kinderen. Maar dan
bubbelen knagende tegenstellingen toch als vanzelf op. Hoe gefundeerd is het negatieve
oordeel over de psychiatrische zorg in het tehuis? Het wordt niet echt
duidelijk. Moet ‘doodgaan’ niet natuurlijker, d.w.z. zonder schimmenfestijnen
en beloften van een vorm van hiernamaals, voor kinderen beschreven worden? Het
is brandstof voor een discussie tussen jonge lezers en ouderen. Het staat daarbij
uiteraard buiten kijf dat fantasie voor kinderen een probaat middel is om
ingrijpende gebeurtenissen te verwerken. Maar een schurend lijntje met de
werkelijkheid staat fantasie niet in de weg en zou hier niet mogen ontbreken.
Aardig aan Missie
afbreken is de ongepolijste verteldrang van Koolwijk. Er zit een aangename
gretigheid in zijn stijl van schrijven. Moeilijke woorden (pulserend,
boobytrap) worden niet vermeden. De context biedt dan uitkomst. De illustraties
van Linde Faas zijn verfijnd en kleurrijk. Zij verbeeldt doeltreffend het
contrast tussen een fleurige fantasiewereld en de donkere tonen van de wereld
waarmee we het uiteindelijk allemaal zullen moeten doen.
Pieter Koolwijk, Linde Faas:
Missie afbreken, Lemniscaat, Rotterdam 2023, 264 p. : ill. ISBN 9789047713869
deze pagina printen of opslaan