9+ - Nederland, zomer 1945. Honderden kinderen worden op
bussen gezet om drie maanden door te brengen in gastgezinnen in Denemarken.
Daar moeten ze aansterken, na de zware oorlogsjaren die Nederland onder meer
met een voedseltekort hebben achtergelaten. Onder hen vinden we Luuk, een
jongen van dertien die vastbesloten is om te profiteren van zijn ongekende
vrijheid. 'Hij kan doen wat hij wil. Hij heeft het overleefd'. Maar op Luuks
vakantiegevoel wordt snel een domper gezet, wanneer blijkt dat hij zijn
gastgezin moet delen met zijn landgenootje Ida — een meisje dat zich vreemd
gedraagt, alsof de oorlog nog steeds bezig is.
'Het is voorbij nu. Maar het is niet goed gekomen. Ik kan
nog steeds niet vliegen.'
En ook binnen het gastgezin is niet
alles koek en ei. De zestienjarige Kirsten is een prachtige en goedlachse meid,
maar ze maakt wel aan de lopende band ruzie met haar vader. De tegenstellingen
tussen de relatieve rust in Denemarken en de individuele oorlogstrauma’s,
zullen een blijvende indruk laten op alle betrokkenen.
Oorlog blijft een geliefkoosd
onderwerp voor jeugdschrijvers, hoewel het zich voor de jonge lezers ver van
hun bed afspeelt. In het Nederlandse taalgebied wordt nog regelmatig
teruggegrepen naar de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Anna Woltz concentreert
zich op een specifieke episode vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog,
een wat vergeten stukje Nederlandse geschiedenis. De drie maanden die de
kinderen ver van huis, tussen compleet onbekenden en in eerste instantie met
een taalbarrière doorbrengen, vormen aanleiding tot een mooie analyse van
opgroeien en van traumaverwerking. Ida kan uiteindelijk onder ogen zien dat
haar vader in Duitsland gestorven is en nooit meer terugkomt. Luuk slaagt erin
om zijn moeder te vergeven dat ze ontrouw was toen ze verzetssoldaten
verpleegde. De Deense familie accepteert ten slotte dat hun ongehuwde dochter
een kind ter wereld zal brengen.
Traumaverwerking speelt een minstens even grote rol als de
volwassenwording van Luuk en Ida en de thematiek overstijgt de oorlogssetting.
De manier waarop vooral Luuk en Ida leren omgaan met de harde waarheden van de
echte wereld, elk op hun eigen manier, maakt het boek authentiek en pakkend.
Doordat de hoofdstukken afwisselend het perspectief van de jongen en het meisje
volgen, zien we ook dat vergelijkbare omstandigheden niet op iedereen hetzelfde
effect hebben. Dat Luuk en Ida desondanks een hechte band ontwikkelen, geeft
deze niet altijd even vrolijke jeugdroman toch een happy ending.
Herdruk van een sterke roman uit
2012 waarvoor Anna Woltz haar eerste Thea Beckmanprijs kreeg – er volgt in 2015
nog een voor Mijn bijzonder
rare week met Tess.
Anna Woltz: Ik kan nog steeds
niet vliegen, Querido, Amsterdam, 184 p. ISBN 9789045125190. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan