4+ - Wat
ik de bomen wil vertellen begint in het bos, waar iedereen in een diepe
slaap is, behalve de ganzen en het kleine Boompje. De ganzen beginnen aan hun
jaarlijkse trektocht naar het noorden en nemen Boompje op sleeptouw. Boompjes
gezicht met blozende wangen, armen, benen en kleurrijke takken als weelderige
haardos maken dat hij in gedaante wel iets weg heeft van een mens.
In hun lange reis
naar het noorden doorkruisen Boompje en de ganzen verschillende landschappen.
Enzo Pérès-Labourdette illustreert in zijn gekende stijl met waterverf en laat
dezelfde kleuren in diverse tinten zachtjes in elkaar overlopen. Anders dan
zijn illustraties in Anne, het paard en
de rivier (2017) en Paul Poiret
(2017) zijn de tekeningen in dit boek minder gedetailleerd, maar daarom niet
van ondergeschikt belang. Het respect voor de onschatbare waarde van de natuur
uit zich in de eenvoud van de kleurschakeringen in elk landschap.
‘Golven van kleur
dansen aan de hemel.
“Het noorderlicht!” gakken de ganzen.
“We zijn er bijna, bijna!”’
Het noorderlicht krijgt op een prachtige wijze vorm in de
illustraties en de auteur bewijst dat hij rust kan creëren door slechts enkele
tinten per pagina te gebruiken. De plots drukke bladspiegel verraadt dan weer
de ernst van de smeltende gletsjer: het ijs barst en de dieren vliegen in het
rond. Het beeld waarin Boompje en de dieren zich angstvallig proberen vast te
klampen aan de ijskappen is pijnlijk reëel en schetst de dramatische gevolgen
van de opwarming van de aarde.
‘“Waarom smelt het ijs?” vraagt Boompje.
De
dieren weten het niet. “Het eiland is het eiland niet meer,” bromt de ijsbeer.’
Zonder
belerend op te treden, toont de auteur de realiteit van de stijgende
temperaturen in het noordpoolgebied en het effect hiervan op de natuur. Boompje
is de verpersoonlijking van kinderen die vragen zullen stellen rond dit thema.
Uitleg is hier en daar nodig, want het boek geeft bewust geen verklaring mee
zodat kinderen geprikkeld zullen worden om zelf na te denken over de gevolgen
van de klimaatverandering.
De titel wordt duidelijk in het slot wanneer Boompje weet
wat hij moet doen: hij moet de bomen in het bos vertellen wat hij in het
noorden heeft gezien. Impliciet volgt hier toch een boodschap: praten over de
toestand op de noordpool is nodig om de bewustwording over de klimaatopwarming
aan te wakkeren, ook bij jonge kinderen.
Dit is het tweede boek van
Pérès-Labourdette waarbij hij zowel tekst als beeld zelf verzorgt. De auteur
ontving in 2016 de Fiep Westendorp Stimuleringsprijs voor beginnende
illustratoren en maakte hiermee een reis naar het meest noordelijke dorp op
aarde, Ny-Ålesund in Spitsbergen, waar hij meeliep met wetenschappers die de
ganzennesten op het pool-eiland in kaart brengen. Deze ervaring gebruikte hij
als inspiratie voor Wat ik de bomen wil
vertellen.
De verandering van het klimaat
wordt nog vaak gezien als een ingewikkeld dilemma dat enkel bespreekbaar is
onder volwassenen. De boeken rond dit thema die geschikt zijn voor jonge
kinderen zijn dan ook schaars. Wat ik de
bomen wil vertellen is een uitermate geschikt boek om de dialoog met jonge
kinderen aan te gaan in de hoop dat zij Boompjes voorbeeld zullen volgen.
Enzo
Pérès-Labourdette: Wat ik de bomen wil vertellen, Leopold, Amsterdam 2018, 32
p. : ill. ISBN 9789025873165. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan