De cirkel van het leven en het verhaal sluiten met het vijfde deel, 'OnzeLieve Vrouwetijd'. Na de beschuldiging van hekserij, belanden Aleid enPapinette in de gevangenis. Papinette belooft dat haar dochter eenOnze-Lieve-Vrouwekind zal worden als ze vrij komen. Dat betekent dat zij, netals zijzelf, acht jaar in het blauw gekleed zal lopen. De cirkel is inhoudelijken structureel rond. Ze worden gered door Antoon en de Beeldenstorm. In hetnawoord verwijst Dieltiens gedetailleerd naar haar inspiratiebronnen, met o.m.een lijst van schilderijen uit de 16e eeuw. Het thema, de kracht van eenvrije vrouw, in het motto aangebracht in het gedicht van Anna Bijns, isovertuigend uitgewerkt. Papinette gedraagt zich als en groeit uit tot eenonafhankelijke vrouw. Het historische kader, de strijd tussen de katholieken(Filips II) en de reformanten, speelt een beduidende rol in Papinettes leven.De bewustwording van sterke vrouwen in een tijd waarin dit allesbehalvevanzelfsprekend was, creëert een interessant spanningsveld.
Papinette overtuigt als ik-figuur. De gulzigheid en gretigheid die ze alals baby uitstraalde, bepaalt de loop van het verhaal. Ook al is ze pas 15, naarde normen van die tijd was ze een volwassen vrouw. Aleid wordt bekeken via deblik van haar dochter. Aanvankelijk is ze de mooie, trotse vrouw op wiePapinette trots is, Anna Bijns waardig. Zij steunt Papinette om evenonafhankelijk als zijzelf te worden. Later, wanneer ze in ongenade valt, kerende rollen om. Papinette moet haar nu steunen. De verbondenheid van moeder endochter, en het proces van zich losmaken, zijn thema's die Dieltiens in haarvorige roman, De zomer van gisteren en pudding, ook al aanboorde.
Ook de anderepersonages zijn kleurrijk in hun tijd uitgetekend. Voorop staan de voedsters,met hun bijgeloof en hun sterke en zwakke kantjes, maar ook de heer Arnoldus enzijn zure vrouw zijn zo van een 16e-eeuws schilderij geplukt. Papinette is waarschijnlijkDieltiens tot nu toe barokste roman. De overvloed aan beelden en vergelijkingendoet je af en toe naar adem happen. Dat overladen gevoel weegt vooral in hettweede deel, 'Melktijd'. Maar ook al rollen de beelden ongelimiteerd uit haarpen, ze zijn functioneel en aan de tijdsgeest aangepast: "mijn moeder wasgroot en sterk en haar armen hadden dezelfde schoonheid en kracht als deachterpoten van een pinksterkalf." Liedjesteksten, het meten van de tijdaan de heiligenkalender en de dominerende invloed van het bijgeloof, deverwijzingen naar recepten en naar geuren, de aangepaste taal ( een"slaapmand", "geboeleerd" met de duivel, "haar baaienrok"...), het oproepen van de sfeer op het neerhof, het hof zelf en het schildersateliercreëren een rijke sfeer en geven de roman de allure van eenhistorisch-volkskundige roman. De expliciete boodschap die vooral in Olrac en Audeaanwezig was, blijft in Papinette achterwege. De roman geeft welimpliciet een boodschap mee over de waarde van een sterke, vrije vrouw, met demoeder- dochterrelatie als constante grondtoon. De intrinsieke spanning waar dementale groei van Papinette toe leidt, biedt een waardevol herkenningspunt voorjongeren en dit thema geeft deze roman van Dieltiens, die vooral een uitbundigeode is aan haar Antwerpse roots, een verdiepend facet. Kristien Dieltiens: Papinette,Clavis, Hasselt 2009, 239 p. ISBN 9789044809503 Oorspronkelijk verschenen in DeLeeswelp 2009 " />
12+ - Kristien
Dieltiens bewijst met haar jongste jeugdroman dat ze van vele markten thuis is.
Papinette is, na Olrac (2000), Aude (2005) en Candide (2007)
haar vierde historische roman. De stille pijn van Luca (2005), de veel
geprezen en bekroonde roman over de Balkanoorlog, lichten we nog even uit dit
rijtje. Roos en Anders, (Clavis, 2009) een speels pestverhaal, bevestigt
haar betrokkenheid bij kinderleed.
Papinette speelt zich af in
het Antwerpen van de 16de eeuw, tegen het woelige decor van de Beeldenstorm.
Het verhaal volgt chronologisch in de middeleeuwse cyclus, na Olrac, Aude
en Candide. De heksenvervolgingen waar Papinette de dupe van wordt, zijn
in Aude al aangekondigd. Toch loopt er geen reële rode draad tussen
Papinette en haar middeleeuwse
leeftijdsgenoten. Raakpunten zijn er wel: ze delen de status van verschoppeling
en het zijn allemaal vechters. Typische protagonisten van Dieltiens dus. De
nieuwe locatie is veelzeggend. Terwijl Candide zich blindelings een weg baant
door de Brugse steegjes, brengt Dieltiens met Papinette een liefdevolle
groet aan haar geboortestad, die even kleurrijk is als het warme schilderij van
haar thuisstad Brugge in Candide. Beide romans kun je a.h.w. als een
handleiding voor een stadswandeling gebruiken.
Papinette start met de
15-jarige Papinette die haar tweeling de borst geeft. Zij is beschuldigd van
hekserij en wacht op haar berechting. In die wachttijd kijkt ze achterom en
vertelt in gedachten haar verhaal aan haar kinderen. Papinettes moeder, de
veensteekster Aleid, werd na een dijkbreuk die het gehucht Oosterweel van de
kaart veegde, tewerkgesteld als melkmeisje en wasvrouw bij
"saaihandelaar" Arnoldus in Ekeren. Daar wordt Papinette als onecht
kind van een leurder geboren. Zoals de andere onechte kinderen --
"gevonden tussen de kolen" --, wordt ze vlot in het huishouden
opgenomen. Zij brengt er het grootste deel van haar leven door, beschermd en
gesteund door de andere meiden en knechten.
Net als haar moeder is Papinette
een mooie en trotse vrouw. Dit is zeer tegen de zin van Anna, de extreem
godvruchtige vrouw van heer Arnoldus. Aleid brengt immers veel hoofden op hol,
en dan vooral dat van heer Arnoldus zelf. Hij kiest trouwens moeder en dochter
uit om als model te poseren voor de schilders op zijn atelier. Papinette wordt
door haar moeder opgeleid tot een uitstekende kokkin. Haar kennis van kruiden
en lekkere gerechten gebruikt ze later om de norse Anna te verschalken en haar
zoon Antoon te verleiden. Door zijn briefjes te ontcijferen en de letters met
bonen na te maken, leert ze zichzelf lezen.
Uiteindelijk bereikt vrouwe Anna
dat Aleid en Papinette in ongenade vallen. Zij laat de vier pauwen, de trots
van haar man, slachten en door Aleid en Papinette bereiden, wat de toorn van
Arnoldus wekt. Moeder en dochter worden verbannen: moeder naar een klooster en
Papinette naar het huishouden van een jonge schilder. Nog één keer mogen ze
voor Arnoldus koken, op een groots feest ter ere van de inwijding van zijn
nieuwe huis in Antwerpen. Die nacht sterft heer Arnoldus. Vergiftigd, zo zegt
Anna, en wel door de twee "heksen" die de maaltijd kookten: Aleid en
Papinette.
Dankzij Antoon worden ze min of
meer behoorlijk behandeld. In hun gevangenschap krijgen ze wekelijks bezoek van
Anna Bijns, die hen haar verzen over vrije vrouwen voorleest en hen op de
hoogte houdt van het reilen en zeilen in Antwerpen. De Beeldenstorm leidt
uiteindelijk de aandacht van hen af en zowel moeder als dochter komen vrij.
Moeder gaat in dienst van een priester en sterft ten slotte tijdens de
Beeldenstorm onder een brandende balk. Papinette wacht tot op de laatste
bladzijde op haar bevrijding.
De cirkel van het leven
Papinette heeft een
cirkelstructuur. Na een korte inleiding volgen vier grote delen, met
symbolische namen die verwijzen naar een episode uit Papinettes leven. Het
eerste deel, 'Onze-Lieve-Vrouwetijd', fungeert als inleiding. Vanuit haar gevangenschap
bekijkt Papinette de Ommegang van Onze Lieve Vrouw terwijl ze haar tweeling de
borst geeft. Ze wacht op haar verdict en kondigt haar levensverhaal aan. In het
gedetailleerde, barokke 'De Melktijd', haalt Papinette herinneringen aan haar
kindertijd op. De 'Bonentijd', betekent het einde van het onbekommerde leven.
Papinette groeit. Ze leert koken, ontdekt de seksualiteit, leert zichzelf
lezen. De reformatie en de dreiging van de oproer komen dichterbij. Heer
Arnoldus, tegenstander van Filips II en sympathiserend met de anabaptisten,
speelt een gevaarlijk spel. Hij brengt Aleid en Papinette naar zijn
schildersatelier. In 'Kersentijd', maakt Papinette zich verder los van haar
moeder. Arnoldus blijft met vuur spelen en de strijd tussen hem en zijn katholieke
vrouw laait hoog op. Het leidt tot een scheiding van tafel en bed. Papinette
gaat kersen plukken met Antoon. Hij wordt naar een jezuïetencollege verbannen
en Papinette voelt hoe het tij keert. Het leven wordt saai en triest. Tot
Antoon opnieuw verschijnt en Papinette eindelijk ervaart wat "de
hemel" is.
<br
/> De cirkel van het leven en het verhaal sluiten met het vijfde deel, 'Onze
Lieve Vrouwetijd'. Na de beschuldiging van hekserij, belanden Aleid en
Papinette in de gevangenis. Papinette belooft dat haar dochter een
Onze-Lieve-Vrouwekind zal worden als ze vrij komen. Dat betekent dat zij, net
als zijzelf, acht jaar in het blauw gekleed zal lopen. De cirkel is inhoudelijk
en structureel rond. Ze worden gered door Antoon en de Beeldenstorm. In het
nawoord verwijst Dieltiens gedetailleerd naar haar inspiratiebronnen, met o.m.
een lijst van schilderijen uit de 16e eeuw.
Het thema, de kracht van een
vrije vrouw, in het motto aangebracht in het gedicht van Anna Bijns, is
overtuigend uitgewerkt. Papinette gedraagt zich als en groeit uit tot een
onafhankelijke vrouw. Het historische kader, de strijd tussen de katholieken
(Filips II) en de reformanten, speelt een beduidende rol in Papinettes leven.
De bewustwording van sterke vrouwen in een tijd waarin dit allesbehalve
vanzelfsprekend was, creëert een interessant spanningsveld.
<br
/> Papinette overtuigt als ik-figuur. De gulzigheid en gretigheid die ze al
als baby uitstraalde, bepaalt de loop van het verhaal. Ook al is ze pas 15, naar
de normen van die tijd was ze een volwassen vrouw. Aleid wordt bekeken via de
blik van haar dochter. Aanvankelijk is ze de mooie, trotse vrouw op wie
Papinette trots is, Anna Bijns waardig. Zij steunt Papinette om even
onafhankelijk als zijzelf te worden. Later, wanneer ze in ongenade valt, keren
de rollen om. Papinette moet haar nu steunen. De verbondenheid van moeder en
dochter, en het proces van zich losmaken, zijn thema's die Dieltiens in haar
vorige roman, De zomer van gisteren en pudding, ook al aanboorde. <br
/>
Ook de andere
personages zijn kleurrijk in hun tijd uitgetekend. Voorop staan de voedsters,
met hun bijgeloof en hun sterke en zwakke kantjes, maar ook de heer Arnoldus en
zijn zure vrouw zijn zo van een 16e-eeuws schilderij geplukt.
Papinette is waarschijnlijk
Dieltiens tot nu toe barokste roman. De overvloed aan beelden en vergelijkingen
doet je af en toe naar adem happen. Dat overladen gevoel weegt vooral in het
tweede deel, 'Melktijd'. Maar ook al rollen de beelden ongelimiteerd uit haar
pen, ze zijn functioneel en aan de tijdsgeest aangepast: "mijn moeder was
groot en sterk en haar armen hadden dezelfde schoonheid en kracht als de
achterpoten van een pinksterkalf." Liedjesteksten, het meten van de tijd
aan de heiligenkalender en de dominerende invloed van het bijgeloof, de
verwijzingen naar recepten en naar geuren, de aangepaste taal ( een
"slaapmand", "geboeleerd" met de duivel, "haar baaien
rok"...), het oproepen van de sfeer op het neerhof, het hof zelf en het schildersatelier
creëren een rijke sfeer en geven de roman de allure van een
historisch-volkskundige roman.
De expliciete boodschap die vooral in Olrac en Aude
aanwezig was, blijft in Papinette achterwege. De roman geeft wel
impliciet een boodschap mee over de waarde van een sterke, vrije vrouw, met de
moeder- dochterrelatie als constante grondtoon. De intrinsieke spanning waar de
mentale groei van Papinette toe leidt, biedt een waardevol herkenningspunt voor
jongeren en dit thema geeft deze roman van Dieltiens, die vooral een uitbundige
ode is aan haar Antwerpse roots, een verdiepend facet.
Kristien Dieltiens: Papinette,
Clavis, Hasselt 2009, 239 p. ISBN 9789044809503
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp 2009
deze pagina printen of opslaan