12+ - Charlie is
een wonder. Hij werd vijftien weken te vroeg geboren en de dokters hadden hem al
een paar keer opgegeven, maar hij overleefde. Toen hij eindelijk naar huis
mocht, zei zijn vader tegen Martin: ‘Je zult goed op hem moeten passen’. En dat
is wat Martin doet, een hand geven bij het oversteken, zijn veters strikken,
elke keer weer meegaan als Charlie naar het ziekenhuis moet. Maar Charlie is een
vrije geest en wil niet altijd geholpen worden. Dat ondervindt Martin ook
wanneer Charlie en hij met hun rugzakje en al Martins spaargeld op zak samen op
weg zijn naar ‘daar waar we naartoe gaan.’ Ze zijn in alle vroegte thuis
weggegaan, hun ouders sliepen nog. Martin is van plan ze nog een berichtje te
sturen van zodra ze op de trein zitten, maar hij is zijn mobiel vergeten.
Martin en Charlie reizen vanuit Preston met trein, auto en
gedeeltelijk te voet naar St. Bernards, een plek aan zee, waar ze de vorige
zomer met hun ouders op vakantie waren. Toen deden ze nog dingen samen. Nu is
het thuis een stuk minder gezellig, vader werkt zowat dag en nacht en moeder
komt het bed niet meer uit. Ze ondernemen deze reis van meer dan zeshonderd
kilometer voor Charlie, omdat het zo’n bijzondere vakantie was voor hem.
Onderweg worden ze
vreemd aankeken vanwege Charlie. Mijn broertje heeft een ‘binnenstebuitenbrein’
legt Martin uit wanneer er weer iets onverwachts gebeurt, en ze haasten zich
voort. Eenvoudig is het niet, Martin heeft zijn reisroute thuis laten liggen en
heeft niet genoeg geld voor twee treinkaartjes. Dus moet Charlie zich
verstoppen voor de conducteur. Het is een spannende tocht waarop ze van elkaar
gescheiden raken, geholpen worden door een vreemd meisje, ze intussen door hun
ouders als vermist zijn opgegeven en de politie naar hen op zoek is. De
avontuurlijke reis naar St. Bernards wordt afgewisseld met hoofdstukken over
hun laatste vakantie daar, waar ze regelmatig een dolfijn konden spotten, iets
waar Charlie helemaal van door het dak ging.
De reis naar St. Bernards is spannend, heeft een stevig
tempo en is met veel zin voor humor verteld. Martin is gespannen als een veer
vanwege de verantwoordelijkheid voor zijn broertje in dit geheime plan, Charlies
zorgeloze onbezonnenheid zwengelt de spanning nog aan. En de vraag waarom
precies ze naar St. Bernards gaan, blijft tot ver in het verhaal raadselachtig.
Charlie en ik ver van huis is een boek over rouwverwerking en
verlies. Ook al zijn een aantal zaken op de reis wat bevreemdend en hebben de
broers wel erg veel geluk om het reisdoel te bereiken, je laat het je, ook
vanwege de soepele, kleurrijke schrijfstijl, welgevallen. Dat Martin tussen de
bedrijven door gedichten schrijft, is gezocht, maar kom. Helemaal mis loopt het
wanneer duidelijk wordt wat de toedracht is van Martins reis – jawel, Charlie
is er alleen in zijn hoofd, hij is na de vakantie aan zee gestorven. Lowery put
zich uit in beschrijvingen en verklaringen, en laat Martins rouwproces
verzanden in een slap sentimenteel slot, waarin alle eindjes samenkomen en er
voor de lezer niets meer in te vullen blijft. Jammer het helpt een voorts goed
gemaakt boek naar de bliksem.
Mark Lowery: Charlie en ik ver van huis, Van Goor, Houten
2018, 222 p. Vertaling van Charlie and me door Sandra C. Hessels. ISBN
9789000353187. Distributie: Lannoo
deze pagina printen of opslaan