‘Aanhoor nu eens goed en aandachtig
de beroemde
bereninvasie van dat prachtig
Sicilië – lang, lang geleden toen de
dieren goed waren
en de mensen wrede barbaren.
Sicilië
eeuwen geleden
was heel anders dan het is in het heden:
grootse bergen tot hoog aan de hemel;
met toppen vol sneeuw
en punten van ijs,
en te midden van dat bergengewemel,
stonden vulkanen, fier als een paleis.
Eén ervan in het
bijzonder:
Zijn rook leek wel een vlag
En ’s nachts
ronkte hij met een lach
(hij is nog niet klaar met dat gedonder).
Daar in de duistere spelonken
leefden beren die veel
te veel dronken,
en die zowel korstmossen en kastanjes,
jeneverbessen en truffels aten,
dat ze niet alleen de winter maar
ook wel eens de zomer vergaten.’
9+ - Met dit rijmgedicht luidt de verteller het eerste
hoofdstuk van De beroemde bereninvasie van
Sicilië in. In wat voorafgaat lijst die verteller alvast alle betrokken
personages op, ook wie je alleen maar op de achtergrond zal horen beschreven
worden, en contextualiseert hij even zijn vertelling. Die plaatst hij in een
ver verleden, in een majestueus berglandschap, waarvan hij het bestaan
meermaals in twijfel trekt, maar dat belet de lezer echter niet om mee te gaan
in het relaas van die bereninvasie.
Leonzio, de Koning der Beren,
valt immers samen met zijn ‘troepen’ het rijk van de tirannieke Groothertog van
Sicilië binnen. Gedreven door hongersnood laten de beren zich niet afschrikken
door spookachtige noch monsterachtige verschijningen, zoals de Snaterkater en
de Zeeslang. Bovendien vinden ze in de lange en pezige professor De Ambrosis,
de Siciliaanse astroloog die de komst van een onoverwinnelijk leger had
voorspeld, een belangrijke bondgenoot.
De mensen zien zich dan ook
gedwongen om zich te onderwerpen aan de macht der beren, maar merken gaandeweg
dat de beren zich steeds meer menselijke trekjes lijken eigen te maken. Dat
wordt pijnlijk duidelijk wanneer Leonzio’s dood gewaande zoon – de koning had
nooit kunnen/durven toegeven dat hij zijn eigen vlees en bloed gedwee had laten
ontvoeren, zich verliest in drank en gokken nadat hij door de mensen als
circusact was gebruikt. Ook andere beren corrumperen zich, begaan misdaden en
ambiëren machtsposities, met dramatische gevolgen.
Of de beren hun oorspronkelijk
natuur – ‘groot, sterk, moedig en goed’ – terugvinden, verklappen we liever
niet. De lezer laat zich beter gewoon meeslepen door Dino Buzzati’s moderne
dierenfabel, die oorspronkelijk in verschillende afleveringen in de kinderkrant
van de Corriere della Sera verscheen (1945) en die niet veel later werd
uitgebracht bij de uitgeverij Mondadori. De auteur beweerde indertijd dat hij De beroemde bereninvasie van Sicilië
schreef om het uitsterven van de beren in de Alpen aan te klagen. De ene las
die eerder als een commentaar op het fascisme en het oorlogsgeweld, de andere
interpreteerde de vertelling als een moraliserende lezing van de menselijke
natuur.
Wat er
ook van zij, De beroemde bereninvasie van
Sicilië is beklijvend, met een voor Buzzati (1906-1972) vrij ongewone mix
van rijmgedichten, fabel, metatekstuele elementen en eigen illustraties – in
onze contreien is hij vooral bekend door de beklemmende roman De woestijn van de Tartaren (2006) én
zijn sportcolumns. De in de Dolomieten geboren auteur mocht dan al schilder,
tekenaar, auteur, journalist, alpinist zijn, hij hield meestal die activiteiten
gescheiden. Dat de uitgeverij Karaat mogelijk met De beroemde bereninvasie van Sicilië haar laatste klassieker wil
uitbrengen (om zich op ‘jong-en-opkomende of onbekende, nog levende schrijvers’
te richten), kan geen toeval zijn. Het is een mooie hommage aan Buzzati’s
veelzijdige talent. Kortom: beregoed, geschikt voor alle leeftijden.
Dino Buzzati: De
beroemde bereninvasie van Sicilië, Karaat Amsterdam, 2017, 136 p. ill. Vertaling
van La famosa invasione degli orsi in Sicilia door
Renata Vos. ISBN 9789079770250
deze pagina printen of opslaan