Adolescenten

Ed Franck (bew.), William Shakespeare, Carll Cneut (ill.): Te veel verdriet voor een hart

door Jen de Groeve

15+ - Ed Franck dankt zijn positie in de jeugdliteratuur in grote mate aan de vele bewerkingen die hij maakt van klassiekers. Hij put uit de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de grote avonturenverhalen uit de 18de en 19de eeuw. Die klassiekers worden zo goed als niet meer in hun oorspronkelijke versie gelezen -- en al zeker niet door jongeren -- omdat ze gedateerd zijn en omdat de intenties van de schrijver niet stroken met de verwachtingen van een hedendaags (jong) publiek. Franck wil ze toegankelijk maken, wat vaak een drastische bewerking vraagt, maar hij streeft daarbij naar eigen zeggen wel altijd een zo groot mogelijke getrouwheid aan de brontekst na. Beslist een behartigenswaardig doel, maar ook een waar je hoe dan ook vragen bij kunt stellen.

Een paar jaar geleden werden zes bewerkingen van Franck die eerder bij uitgeverij Averbode verschenen, gebundeld en opnieuw uitgegeven onder de titel Hou van mij : de mooiste verhalen over de liefde (Davidsfonds literair, 2005). Franck had de bewerkingen voor jongeren gemaakt, maar ze werden heruitgebracht in een literair volwassenenfonds, in een bijzonder mooie uitgave, geïllustreerd door Carll Cneut. Volgens datzelfde concept is nu een tweede bundel verschenen, met nieuwe bewerkingen: Te veel verdriet voor één hart bevat prozabewerkingen van de vier Shakespeare-tragedies 'Macbeth', 'Hamlet', 'Othello' en 'King Lear'. Franck zoekt zijn publiek -- iet of wat oppervlakkig toch -- bij ‘mensen die geen tijd of geen zin hebben om zich door moeilijk leesbare teksten te wurmen, maar toch nieuwsgierig zijn naar wat Shakespeare te bieden heeft.’ Davidsfonds wedt met de uitgaven in deze serie zonder twijfel op twee paarden; Ed Franck heeft zijn sporen verdiend als bewerker voor de jeugd, dus zij zullen ook dit boek wel weten te vinden, en anderzijds is een fraaie uitgave als deze ook best aantrekkelijk voor een ruimer, volwassen publiek. 

Deze prozabewerkingen kunnen een mooi voorspel zijn op de originele theaterteksten. Ze lezen bijzonder aangenaam en Franck heeft een mooi evenwicht gevonden tussen de Shakespeariaanse en hedendaagse taal. Stijl en toon kloppen, de dialogen lopen verrassend soepel en hoewel de structuur van de toneeltekst begrijpelijkerwijs hier en daar wat doorschemert, val je daar niet over. Franck is erin geslaagd Shakespeares tragedies een stuk dichter bij de lezer van vandaag te brengen en toch ook een zekere vreemdheid, een cultuurhistorische afstand te bewaren. Een afstand die ook noodzakelijk is, wil je het literaire werk het respect geven dat het toekomt.

Als lezer die een opstapje naar de lastig lezende toneelteksten hogelijk waardeert, maar wier interesse in Shakespeares werk wel verder gaat dan banale nieuwsgierigheid naar welke verhalen de man kon bedenken, was het mij liever geweest had Franck ook voor een referentiekader gezorgd waarbinnen ik zijn bewerkingen kan lezen. Hij geeft in zijn inleidende tekst zo goed als geen informatie over de manier waarop hij de tragedies benaderd heeft. Ik heb me alvast afgevraagd hoeveel Shakespeare in deze bewerkingen geboden wordt en hoeveel Ed Franck. Want dan mag hij nog zo beklemtonen dat alleen respect voor de oorspronkelijke tekst een bewerker kan ‘redden van verraad’, het is duidelijk dat een prozabewerking maken van een theaterstuk ingrijpend is.
 
Bovendien heeft Francks 'klassieke oeuvre' tot nu toe mij geleerd dat deze bewerker het doorgaans niet bij verhaaltechnische ingrepen houdt, maar ook graag aan stijl, toon en filosofie sleutelt. Het zijn vrijheden die een bewerker kan nemen, maar gezien hij ook trouw aan de brontekst zweert, mag de lezer wel weten hoever die trouw gaat. Tenslotte moeten de keuzes die gemaakt werden tegen 400 jaar Shakespeare-receptie gezien worden. Zo had ik bv. op z'n minst graag geweten op basis van welke vertaling(en) Franck gewerkt heeft, en wat de aard is van de afwijkingen van de brontekst en met welk doel dat is gebeurd.  
 
Of zijn ingrepen te verantwoorden zijn, is een kwestie die ik graag aan Shakespeare-kenners overlaat, maar ook de gewone lezer is gebaat met wat inzicht in de context waarbinnen deze teksten (de oorspronkelijke en de bewerkingen) tot stand zijn gekomen. Achter de lectuur en de keuzes die de bewerker maakt, ligt immers een wereld van reflectie. Interessant genoeg om de lezer daar enigszins te laten in delen, en hem zo ook een kijk te geven hoe Shakespeare volgens (of tegen) de conventies van zijn tijd aan literatuur deed en hoe een moderne schrijver daarmee omgaat. 

Carll Cneut leidt elk van de tragedies in met een karakterportret van de belangrijkste spelers. Het dieprode omslag, gevolgd door een zwarte binnenkant, zet de toon voor de rest van de illustraties, die overwegend uit een combinatie van donkere tinten, zwart en rood bestaan. Dit zijn Shakespeare-tragedies tenslotte, noodlottige ontwikkelingen en fatale liefdes eindigen telkens opnieuw in bloed.  
 
Van koning Duncan, die al op de eerste pagina's van 'Macbeth' het leven inschiet bij de machtswellust van zijn gevolg, rest slechts een bloedende hand. Lady Macbeth, aanstichtster van al het bloed dat vloeit, schrijdt in fel rood getooid van het tafereel weg en heeft de dolk bij de hand, discreet maar gebruiksklaar. Macbeth, de man zonder persoonlijkheid, die moordt op aansturen van zijn vrouw, is slechts een schim van zichzelf, vagelijk op een wazige achtergrond geschetst, zij het in, jawel, bloedrode inkt.  
 
Zeer sterk vind ik de afbeelding van King Lear, de getormenteerde koning die zijn rijk verdeelt onder zijn hebzuchtige nageslacht en op het einde, waanzinnig geworden, door zijn nar gekroond wordt met een bloemenkrans. Cneut tekent de neergehaalde heerser in een zwart silhouet; het messcherpe gelaat, gekroond met de zachte kleurige bloemenkrans, vat subtiel maar onontkoombaar de dubbelheid, de verscheurdheid en de tragiek van het personage.
 
Ed Franck (bew.), William Shakespeare, Carll Cneut (ill.): Te veel verdriet voor een hart, Davidsfonds, Leuven 2008, 270 p. ISBN 9789063066376
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2008 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri