6+ - Brobot
brengt alles wat de cover suggereert: een knutselend hoofdpersonage, een
kleiner broertje en een robot. Die zagen we al vaker samen in een verhaal, maar
in Brobot is het knutselende
hoofdpersonage een meisje. Dat daar verder nauwelijks woorden (en beelden) aan
vuil worden gemaakt, maakt dit ‘technologisch’ verhaal bij uitstek
genderneutraal.
Het verhaal speelt met het bekende Frankenstein-plot: de ‘brobot’ die
Soesja Tinker (what’ s in a name) heeft gecreëerd ter vervanging van haar eigen
vervelende, kleverige peuterbroertje, functioneert niet helemaal zoals
verwacht. De robot gaat zijn eigen gevaarlijke weg en echte rampen worden maar
op het nippertje vermeden. Meer is niet nodig om Soesja te laten beseffen dat
ze haar kleine broer graag ziet – meestal dan toch.
Dat Edward van de Vendel voor de
vertaling van Brobot instond, is
wellicht geen toeval. Ook zijn eigen oeuvre pleit voor meer genderdiversiteit,
en hij exploreert als geen ander diverse genres. Zo verkende hij in de reeks
rond Sofie en in de stripgedichten het medium van het stripverhaal. Dat doet
ook Brobot: potloodtekeningen in
grijstinten vullen afwisselend het hele blad of worden in afzonderlijke vakken
op het blad geschikt, de tekst wordt hoofdzakelijk via tekstballonnen
weergegeven. Het expressieve gelaat met de grote ogen van beide kinderen doet
denken aan manga, het behoud van de potloodlijnen die de contouren van het
personage zetten ondersteunt die snellere, ‘goedkopere’ stijl.
Tekst en beeld bieden
vooral veel herkenning, en lenen zich daardoor ook tot makkelijke humor. De
compositie, de onomatopeeën, de schijnbare programmeertaal en het
hoogtechnologische register die Brobot
combineert, worden immers veelvuldig ingezet in strip- of animatiereeksen
waarmee ook de jonge lezer is vertrouwd.
Opmerkelijk is overigens de
karakterisering van het hoofdpersonage: wie de hoge palmboomstaart op haar
hoofd wegdenkt (of op de coverpagina misschien niet eens opmerkt), kan alleen
maar vaststellen dat de gelaatstrekken en lichaamsbouw volstrekt genderneutraal
zijn. Of de maker daarmee bewust de toegankelijkheid voor jongens- en
meisjeslezers wilde verhogen, of genderneutraliteit vanzelfsprekend vindt,
maakt verder weinig uit: het verhoogt hoe dan ook de mogelijkheid tot
identificatie of empathie, zeker aangezien Soesja vanuit de ik-persoon vertelt.
Ik grijp
gewoonlijk niet terug naar ervaringen met kinderen in de recensie van een boek,
maar dat mijn vijfjarige dochter aan het einde van het verhaal oordeelde ‘dat
het niet klopt, want uitvinders zijn geen meisje’, stemt tot nadenken – is het
niet over het jeugdliteraire aanbod, dan minstens over (mijn) opvoeding. Laten
we dus vooral inzetten op diverse, rijkgeschakeerde personages in verhalen en
genres allerhande. Brobot is in al
zijn eenvoud, humor en herkenbaarheid een goed begin.
James Foley:
Brobot, De Eenhoorn, Wielsbeke 2017, 112 p. ill. ISBN 9789462912137. Vertaling
van Brobot door Edward Van de Vendel
deze pagina printen of opslaan