6+ - Carll Cneut vierde in 2016 twintig jaar illustratorschap en
deed zichzelf daarvoor een herwerking van Heksenfee
cadeau. Dat ook uitgeverij De Eenhoorn over dit boek dacht als over een
geschenk, blijkt uit de vormgeving: de bordeauxrode linnen rug en weelderige
coverillustratie in schakeringen van rood, roze en paars ogen een stuk
luxueuzer dan de oorspronkelijke uitgave.
Sinds dat werk, verschenen in
1999, en nog verder terug, tot zijn prentenboekdebuut Varkentjes van marsepein (tekst Geert De Kockere, 1996), maakte
Cneut een hele evolutie door – al blijft de stijl en lijnvoering onmiskenbaar
de zijne. Dat illustreren meer is dan ‘een plaatje bij een praatje’ werd misschien
nog wel het meest erkend door de toekenning van de Vlaamse Cultuurprijs
Letteren in 2015, een primeur voor een illustrator en een mooie aanvulling van
de vele andere bekroningen. In hetzelfde jaar liep in de Gentse
Sint-Pietersabdij de overzichtstentoonstelling ‘In my head’, waarbij Cneut ook
ter plekke aan het werk was.
Het verhaalverloop van Heksenfee
blijft ongewijzigd: Rozemarijn, een jonge fee, heeft het niet zo met de
manieren, gewoonten en bezigheden van feeën. Zij had liever een heks willen
zijn. Bij gebrek aan begrip voor haar verlangen vertrekt zij ook daadwerkelijk
naar het heksenbos, waar ze het geweldig naar haar zin heeft. Gaandeweg leert
haar moeder dat heksenleven te waarderen en zo kan Rozemarijn uitgroeien tot
‘een heel gelukkige heksenfee’.
Blijft, zoals gezegd, Cneuts signatuur ontegensprekelijk
overeind, dan toont Heksenfee toch
ook vooral de evolutie en toegenomen durf in zijn illustratiewerk. Het meest
opvallend is misschien wel hoe de hoekigere figuren en afgelijnde composities
plaatsmaakten voor een soepelere lijnvoering en gewaagdere compositie, waarin
bewust wordt gespeeld met grenzen en witruimte. Zo verbeeldt Cneut de feeën en
heksen meermaals als hoofden zonder lichaam of een zwevend hand met koffiekop.
Als kijker voel je des te sterker hoe overweldigend die sociale relaties kunnen
zijn voor de kleine Rozemarijn.
Aan de tekst is nauwelijks wat veranderd, al zorgt het
doordachte zetwerk wel voor mooie klemtonen, die een ander reliëf geven aan de
tekst dan de oorspronkelijke vormgeving. Zo blijkt eens te meer hoe belangrijk
ook dat element is bij een boek. De weinige wijzigingen die wel doorgevoerd
werden, getuigen vooral van een strengere redactie en verhogen de interne
logica (zoals: eerst scheert Rozemarijn langs de hoeden van de heksen, dan pas
juichen en klappen die). De subtiele verandering van woordkeuze, kleine
uitbreidingen of weglatingen zetten de moeder en de onderlinge ruzies iets
minder scherp neer, wat tot een genuanceerder moeder- en dochterbeeld leidt dan
eerst, waarbij de hechting voorrang krijgt op de breuk.
Die nuancering is ook in de
beelden aanwezig. Tekenend is de prent waarin Rozemarijn wegvliegt van huis.
Was haar blik in de oorspronkelijke uitgave boos buiten het blad gericht, dan
kijkt Rozemarijn nu om – een houding die de innerlijke tweestrijd en het
verlangen naar de moeder symboliseert. Dat Cneut erin slaagt zoveel
betekenisverschil te creëren in illustraties die de oorspronkelijke scenografie
grotendeels behouden, is sterk. Hij bouwt dan ook voort op technieken en
composities die hij in eerder werk ontwikkelde. Herkenbaar zijn bijvoorbeeld de
uitbundige natuurplaten en de indringende, gelaagde decors, die we ook al zagen
in bijvoorbeeld Het geheim van de keel
van de nachtegaal of De jongen, de
neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje. Met die
laatste deelt Heksenfee het
geschakeerde donker, dat bij zorgvuldig kijken uit zoveel meer dan zwart blijkt
te bestaan – in kleuren en in inhoud, want op een enkele prent vormen de
boomstammen zelfs gezichten, als een knipoog naar de illustraties van Anthony
Brown in zijn sprookjesbewerkingen.
Gedurfd is de keuze voor het
overdadige roze, een opvallend contrast met de eerste versie. Dat mag dan op
het eerste gezicht een toegeving lijken aan de geldende genderstereotypen in
speelgoed, mode en marketing, door dat roze uit te werken in alle mogelijke
schakeringen versterkt het net de boodschap om diversiteit te aanvaarden. Ook voor
Rozemarijn zelf trekt Cneut die kaart. In deze versie zet Cneut nog
nadrukkelijker een niet-typisch Europees uiterlijk neer.
Heksenfee blijft een verhaal dat vele jonge lezers zal aanspreken
en vindt met deze overtuigende illustraties in een mooi verzorgde uitgave
ongetwijfeld ook een nieuw en ruimer publiek dat Cneuts illustratiewerk zal
willen blijven volgen.
Wielsbeke : De
Eenhoorn 2016, [42] p. ill. ISBN 9789462911635
deze pagina printen of opslaan