Peuters en kleuters

Emma Thompson, Eleanor Taylor (ill.), Beatrix Potter (oorspr. aut.): Het kerstverhaal van Pieter Konijn

door Lien Fret

4+ - Op 16 december 1901, vlak voor kerst, gaf Beatrix Potter in eigen beheer 250 exemplaren uit van The Tale of Peter Rabbit. Hoewel geen enkele uitgever aanvankelijk zijn vingers wilde branden aan een verhaal over een ongehoorzaam konijn, werd het boek een klassieker. Aan antropomorfe dieren is er in de jeugdliteratuur nog steeds geen gebrek, maar Pieter Konijn blijft populair. En daar speelt Het kerstverhaal van Pieter Konijn gewiekst op in; 112 jaar na Potters eerste uitgave kunnen kinderen de kerstperiode opnieuw doorbrengen in het gezelschap van het konijn met z’n blauwe jasje. In de periode dat ze zelf literair bedrijvig was, zorgde Potter er steeds voor dat er tegen kerst een nieuw verhaal, kleurboek of ander commercieel product in de winkels lag. Al in 1903 nam ze een patent op haar Peter Rabbit-pop die, in talloze gemoderniseerde versies, nog steeds immens populair is. Het hoeft niet te verbazen dat de molen van de merchandising vandaag op volle toeren blijft draaien. Toch valt dit kerstverhaal, net als het eerste ‘vervolgverhaal’ geschreven door actrice Emma Thompson en geïllustreerd door Eleanor Taylor, Hoe het verderging met Pieter Konijn(2012), op in de haast eindeloze stroom Potterspin-offs. Tussen de zoek-, voel-, leer- en pop-upboeken die ‘gebaseerd’ beweren te zijn op de oorspronkelijke verhalen maar meestal gewoon teren op het iconische beeld van het vermenselijkte konijntje, verrast dit boek door zijn getrouwheid. Taylors illustraties leunen heel dicht aan bij de aquarellen van Potter, niet alleen stilistisch maar ook wat de dialoog met de tekst betreft. In de verhouding tussen woord en beeld vermijdt Potter symmetrie en ook Taylor vult gaten in Thompsons tekst, lezers/toeschouwers op een subtiele manier sturend in hun interpretatie van het soms heel summiere verhaal. Dat verhaal sluit eveneens mooi aan bij de avonturen van Pieter Konijn die Potter neerpende, opnieuw stilistisch, door woorden en zinsconstructies die ietwat plechtig aandoen, maar ook en vooral thematisch.
In de uitvoerige academische aandacht die besteed werd aan Potters oeuvre werd al vaak ingegaan op de plaats van haar dierlijke personages in de voedselketen. Waar haar hoofdpersonages meestal de dans ontspringen, eindigen nevenfiguren al wel eens op het menu van mensen of andere dieren. In Het verhaal van Pieter Konijn is ‘eten of gegeten worden’ een van de belangrijkste verhaallijnen. Moeder Konijn waarschuwt haar vier kleintjes niet in de moestuin van meneer Verhoef te komen want ‘[y]our Father had an accident there; he was put in a pie by Mrs. McGregor.’ In het Nederlandse taalgebied werden de verhalen van Pieter Konijn bekend in de vertalingen van Heleen Kernkamp-Biegel die echter enkel het eufemistische ‘ongeluk’ vermeldde. Voor gevoelige kinderoortjes werd het verwerken van Vader Konijn in een pastei netjes gecensureerd. Maar die ingreep zet de ondeugende actie die Pieter op de waarschuwing laat volgen ook in een veel minder heldhaftig daglicht: zijn moeder negerend, doet het konijn zich in de tuin tegoed aan sla, snijboontjes en radijzen. Voor wat – (de kans op) gegeten (te) worden – hoort wat – eten. Vandaag acht Thompson haar doelpubliek meer dan in staat te verwerken dat Vader Konijn in een taart geëindigd is. Zoon Pieter windt er helemaal geen doekjes meer om: Vader Konijn werd ‘opgekloven’ door meneer en mevrouw Verhoef. In dit kerstverhaal wordt dierlijk voedsel dan ook het hoofdthema.
Potter bewandelde in haar verhalen graag de grens tussen het dierlijke en het menselijke. Haar dierenpersonages mogen dan wel antropomorf zijn, op cruciale momenten kan hun natuur de bovenhand krijgen. Zo verliest Pieter Konijn, op de vlucht voor meneer Verhoef die hem betrapt heeft in de moestuin, zijn schoenen en blauw jasje met koperen knopen, om er uiteindelijk uit te gaan zien en zich te gedragen als een doodgewoon dier. Zijn achterpoten verruilt hij op de vlucht voor vier poten en wanneer hij doodmoe terug het hol bereikt, ploft hij neer op het lekkere zachte zand. Het is zijn moeder die hem, heel tekenend, opnieuw moet ‘socialiseren’. Door hem in bed te stoppen met wat kamillethee, verandert ze hem weer in een personage met menselijke eigenschappen, dat zich conformeert aan de waarden en normen van de dierenmaatschappij.
In Het kerstverhaal van Pieter Konijn komt Pieters dierlijke aard niet aan de oppervlakte. Wanneer hij de kans ziet er met zijn neef Benjamin Wollepluis vandoor te gaan, spelen ze een wel erg geciviliseerd spelletje ‘dennenappeltje raken met een hulstbes’. Maar Thompson speelt op een andere manier met de grens tussen menselijk en dierlijk en, net als Potter, met de verwachtingshorizon van de lezer. In haar kerstverhaal draait alles rond, hoe kan het ook anders, een kalkoen. De zeer menselijk opgevoerde Willem Kalkoen, compleet met jasje én kapsones, verandert al snel de manier waarop we als toeschouwer alle dieren in het prentenboek bekijken. Zo doet de illustratrice ons eerst haast watertanden bij een paginagrote illustratie van een heerlijke uitziende, perfect bereide kerstkalkoen, badend in het gezellige licht van de open haard en de kaarsen in de kerstboom. Op de volgende bladzijde bezorgen Thompson en Taylor je echter ook meteen een schuldgevoel door het beschrijven en tonen van een hysterische Willem en Pieters waarschuwing dat ook zíjn vader op het menu van het echtpaar Verhoef geëindigd is. Willem is dan misschien wel de arrogantste kalkoen waarover je ooit gelezen hebt, door hem dezelfde plaats te geven in de voedselketen als Vader Konijn, vergroot Thompson de inleving in het personage. Al snel zie je in elk afgebeeld boerderijdier – de varkens die als speklapjes op de kalkoen kunnen eindigen, de schattige eendenkuikens… – het voedingspotentieel. Pieter en Benjamin proberen de kalkoen te verbergen ‘tussen de fazant en de houtsnip’. In de illustratie zien we dat het voor die vogels al te laat is, maar opmerkelijk genoeg wordt niet stilgestaan bij hun dood. Dierlijk voedsel hoort, net als in Potters oeuvre, wel degelijk bij het leven, voor mensen maar ook voor de dieren met wie de lezer zich moet identificeren. De konijnen zijn in dit verhaal dan ook zélf carnivoor geworden: op het kerstdiner doen ze zich tegoed aan Schotse bloedworst van neef Donald MacDoedel, een verwijzing naar Hoe het verderging met Pieter Konijn, maar tegelijkertijd ook een duidelijke boodschap. Meneer en mevrouw Verhoef moeten zich met kerst tevreden stellen met aardappelen en boerenkool terwijl de konijnen genieten van hun dierlijke maaltje in het gezelschap van een zeer levende kerstkalkoen, een ironische knipoog naar een voorgangster die een vleugje ironie niet schuwde.


Emma Thompson, Eleanor Taylor (ill.), Beatrix Potter (oorspr. aut.), Het kerstverhaal van Pieter Konijn, Ploegsma Amsterdam, 2013, 64 p., ill. € 14,95. ISBN 9789021672274. Vert. van: The christmas tale of Peter Rabbit door Imme Dros. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri