4+
- Het is een doodgewone dag. Worm en Mot spelen een spelletje schaak, Oorwurm
leest voor aan Slak, Vlieg schommelt wat rond, Mier komt met een kroonkurk
aanzetten, Vuurwants en Snuitkever spelen samen en Pissebed verzamelt eten voor
de Pissebebies die op elkaar aan het klimmen zijn. Een gewone dag dus, totdat de
grote steen waaronder ze wonen wordt opgetild en hun vredige leventje ruw
verstoord wordt en ze ineens dakloos zijn. Iederen rent in paniek door elkaar.
Gelukkig weet Worm een oplossing, want zijn neef woont onder een andere mooie,
grote steen. Dáár kunnen ze naartoe. Maar, waarschuwt Worm, het is wel de
grootste reis ooit! Helaas zijn ze Slak al gauw kwijt, want die glijdt de
verkeerde kant op. De overige kriebelbeestjes trotseren de gevaren à la het
klassieke prentenboek Wij gaan op berenjacht van Helen Oxenbury.
Bij een hoge berg zegt Worm: ‘Daar kunnen we overheen’ en bij een woeste rivier
moedigt hij aan door te zeggen: ‘Maar we moeten er toch doorheen.’ En zo
bereiken ze na een zware tocht de neef van Worm, waar ze voor een verrassing
komen te staan.
In spreadvullende illustraties weet Loes Riphagen de spanning van het
verhaal goed op te voeren door in te zoomen op de kriebelbeestjes en de gevaren
waar ze voor staan. Er wordt zover ingezoomd dat je daardoor het overzicht
verliest. En dat is nu net de clou. De details van de beestjes springen extra
in het oog doordat zij voorzien zijn van een contourlijntje en sommigen
geschilderd zijn in fluoriserend roze. Het landschap is als contrast juist
geschilderd met grote zachte kleurvlakken en trekt daardoor wat minder de
aandacht. Zo word je misleid bij het kijken en verrast bij de ontknoping waar
je ineens à la het prentenboek van Charlotte Dematons Ga je mee? (Lemniscaat
2024) het grote geheel snapt. Wat een geweldige manier om een verhaal in beeld
te brengen. Het lokt verwondering en verbazing uit (want waar komt Slak nu
ineens vandaan?) en zorgt ervoor dat je het prentenboek opnieuw en opnieuw wilt
bestuderen. In het grote geheel vallen je dan details op die je nader wilt
onderzoeken en op de detailpagina’s vallen je vervolgens elementen op die je nu
beter kunt plaatsen. Als een (hermeneutische) cirkel zoom je daarmee in en uit
en in, van geheel naar deel naar geheel, om steeds meer te weten te komen.
Niet alleen de
beelden verrassen, ook het taalgebruik van Loes Riphagen zorgt voor een
glimlach bij het voorlezen. Als Slak de verkeerde kant op glijdt zegt Mier
laconiek: ‘Laat maar jongens, die zijn we kwijt’ en als ze na vele ontberingen
ook nog een stenen vlakte moeten trotseren zucht Oorwurm: ‘Pfff ja, dat zei je
net ook’. Je voelt de spanning in de allerlaatste zin als ze feest vieren onder
de nieuwe steen van de neef van Worm: ‘Hier is niks bijzonders aan de hand.
Toch?’
Een
prentenboek om van te genieten en steeds weer opnieuw in te duiken. Om de
kleine kriebelbeestjes te leren kennen of om continu in heen en terug te
bladeren. Een geweldig prentenboek zoals je er meer zou willen hebben. Dit zou
zomaar het lievelingsboek van velen kunnen worden.
Loes Riphagen: De grootste reis
ooit, Haarlem, Gottmer 2025, 34 p.: ill. ISBN 9789025781477. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan