Vanaf twaalf jaar

JEUGDBOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2024

Kees Spiering, Jeska Verstegen (ill.): Nog lang geen later

door Frauke Pauwels

Vijf jaar na Jij begint staat Kees Spiering er alweer met een ijzersterke bundel gedichten: Nog lang geen later. Zijn trefzekere taal, feilloos gekozen beelden en genadeloos neergezette ervaringen tilt hij hier nog een trede hoger. In vijftig gedichten en evenveel illustraties, van Jeska Verstegen, ontstaat het intrigerende portret van een opgroeiende jongen, als was dit een coming-of-age-verhaal in poëzie.
 
Niets lastigs, pijnlijks of droevigs laat Spiering ongemoeid: van angst die ‘aan iedere wand / van mijn binnenkant’ kleeft, een vermiste kat, vakantie met vader en zijn nieuwe vriendin, de beginnende dementie van een grootvader tot de teloorgang van de natuur – en eindeloos meer. Evengoed huist er veel teders en hoopvols tussen de regels. Naast de angst groeit stilaan durf, ontmoet de ‘ik’ een meisje, brengt hij tijd door met zijn grootvader en droomt hij van zijn toekomst al is het ‘godzijdank nog lang geen later’. Samen vormen de gedichten een coherent beeld van een volstrekt authentiek verteller.
 
Spiering dicht steevast net náást de emotie of ervaring, waardoor er volop ruimte blijft voor de lezers. Er staat niet waarover het gaat – en toch weer wel. Je krijgt een handvol haarfijn neergezette beelden, waardoor vage gevoelens die aan een ervaring zijn bleven kleven weer aan het tintelen gaan, of iets nieuws met iets bekends begint te resoneren. Voeg daar het enigszins gedurfde register aan toe en je krijgt gedichten die ook talig tot de verbeelding spreken. Wanneer de kat vermist is, klinkt dat zo:
 
‘Eét
 
Wonder is weg. Zes dagen terug
zagen wij haar voor het laatst,
niemand weet waar.
 
[…]
 
Nee. Niet ‘at’. Eét.
 
Misschien overreden, doodgebeten,
overleden in een mollenklem. Misschien
gestreeld door bijvoorbeeld oude handen
 
tweemaal daags langzaam getrakteerd
op kwark en kattenpaté. In zes dagen
bedenk je veel misschienen, maar
 
zolang wij niet weten, éét zij.’
Hoewel de taal altijd poëtisch is, hebben de verzen ook een soort terloopsheid; uit de combinatie van associaties, eigentijdse feitelijkheden als ‘bio, lokaal 12, vierde uur’, ‘vul ik vakken bij de SPAR hier in het dorp. / € 4,50 per uur’ of het ‘iPhone-schermpje’ van zijn moeder en de vele opsommingen klinkt een geloofwaardige tienerstem. Spiering grossiert in deze bundel bovendien in treffende neologismen. Zo wordt de kuil waarin de ‘ik’ wil verdwijnen ‘zithoog, liglang’, rijden ze op vakantie in de bergen ‘over weggetjes van overgrootasfalt’, of valt een meisje op ‘tussen twee braafhaarhoofden door’. Ook op vele andere vlakken blijkt Spierings beeldende kracht. Anders dan de meeste jongens blinkt de ‘ik’ bijvoorbeeld niet uit in sport, illustreert het gedicht ‘Snel’: ‘als een puppy huppelt de bal / bij mij vandaan’. Wanneer in ‘Bergkappers’ een heel bos wordt gerooid  
 
‘brengt de wind niets dan hoe hij klinkt,
is de berg niet langer onze machtige wachter
maar een oude man, verward en bang,
met verschoven toupet of hanenkam,
zonder huis, zonder hoed.’
 
Ook de beelden van Jeska Verstegen spreken de ruimte tussen herinnering en emotie aan. De zachte, bijna uitgeveegde texturen, de silhouetten en eerder sombere kleuren met nu en dan een fellere toets ademen nostalgie. Zelden houdt Verstegen zich strak aan de tekst, vaker vult zij aan, kleurt ze bij, voegt ze iets toe. Erg krachtig is bijvoorbeeld de illustratie bij het gedicht ‘Roofvogels’, waarin een voorovergebogen figuurtje op de fiets wordt achternagezeten door een roofvogel, die als een reusachtige schaduw uit de linkerpagina losbreekt. Slechts twee kleuren zet Verstegen daarvoor in, geeloranje en grijswaarden die variëren tot diepzwart. Die laat ze als het ware spiegelen en omkeren, zodat de kijker begrijpt hoeveel gebeurt op de grens tussen werkelijkheid en verbeelding.
 
In het voorwoord bij Nog lang geen later schrijft Edward van de Vendel: ‘wie de gedichten van Kees Spiering leest, begrijpt opeens hoe je tegelijkertijd nu en ooit kunt leven’. Daarmee verwoordt hij treffend de volstrekt unieke manier waarop deze gedichten tegelijk nostalgisch en eigentijds aanvoelen. Wie midden in het opgroeien zit en door een hormonenstorm moet, weet zelden zo te treffen waar het precies wringt en schuurt. Spiering – vele jaren ouder – slaagt daar wel in, heeft gedachten en gevoelens kunnen laten rijpen en gisten en er deze prachtige bundel uit gebrouwen. Of die de Boon voor kinder- en jeugdliteratuur 2024 wint (hij haalde de shortlist) is op dit moment nog onbekend, maar Nog lang geen later is hoe dan ook een bundel om samen met een geliefde jongere te savoureren.
 
Kees Spiering en Jeska Verstegen: Nog lang geen later, Amsterdam, Luitingh-Sijthoff, 2023, 85 p. : ill. ISBN 9789021039756. Distributie VBK België


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri