Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2023

Harriet van Reek: Hilma af Klint. Op zoek naar het onzichtbare

door An-Sofie Bessemans

6+ - De kans is groot dat u van de Zweedse kunstenaar Hilma af Klint nog nooit gehoord hebt. Veel kleiner is de kans dat u Mondriaan of Kandinsky niet kent (van hen laten we zelfs de voornamen weg). Maar sinds een expositie in het Guggenheim in 2018 is de ster van Hilma af Klint, pionier van de abstracte kunst (1862-1944), rijzende. Met meer dan 600.000 bezoekers werd het de drukst bezochte tentoonstelling van het New Yorkse museum ooit. Daar zit volgens de Zweedse criticus en curator Daniel Birnbaum ook het feit voor iets tussen dat ‘ze de juiste vrouwelijke kunstenaar op het juiste moment [is], na #MeToo en de aandacht die vrouwen de voorbije jaren hebben opgeëist’.  

Maar in de eerste plaats is er uiteraard haar werk zelf, en het verhaal dat daarbij hoort. Dat werk en dat verhaal heeft prentenboekenmaker Harriët van Reek, in opdracht van het Kunstmuseum Den Haag - waar nog tot 25 februari 2024 de dubbeltentoonstelling Levensvormen, met ook werk van Mondriaan, loopt -- en uitgeverij Leopold, prachtig verbeeld in Hilma af Klint. Op zoek naar het onzichtbare.
 
Af Klint en Van Reek hebben wel wat gemeen, moet men gedacht hebben voor dit prentenboek tot stand kwam: een fascinatie voor de natuur -- de planten, de dieren -- en een stijl die hen tot buitenbeentjes maakt. Met gepriegelde krulletjes en lijntjes (in Van Reeks wereld vaker letters), wormpjes, takjes en slakjes. ‘Misschien’, zo laat Van Reek haar verhaal beginnen, ‘is het wel begonnen op het eiland Adelsö’. Van Reek zet een meisje neer in een rozerood badpak en dito zwemmutsje, dat we vanop de rug zien tegen de achtergrond van de beroemde Zweedse meren en eilandjes, met een zeilboot, een opgaande zon of net diezelfde avondrode, en een gans als van Nils Holgersson die overvliegt.
 
Hilma speelt en groeit op in de natuur tijdens de zomer, omringd door groen en beestjes. Subtiel met het blauwe emmertje en de rode en de gele bal geeft Van Reek al een visueel knipoogje naar Mondriaan. De vlinder keert terug in Hilma’s vlinderdas (of zevenpuntige ster?) en de zon in de besjes en haar jurkknopen. In de winter, zo leren we, woont Hilma in de stad, waar gele broodjes worden gebakken voor het feest van het licht, mooi gevouwen in de vorm van een lemniscaat, dat ook weer iets van de vlinder(das) heeft. Is Hilma al naar oneindigheid op zoek, als ze denkt ‘aan de toekomst’?
 
We zien het meisje in de dag en de nacht, en na die zomer en winter is Hilma twintig en gaat ze naar de kunstacademie. ‘Kun je ook dingen tekenen die je niet kunt zien?’ vraagt Hilma. De leraar wijst dat af, maar daarmee houden Hilma’s vragen niet op. ‘Wat zit er onder en in en achter alle dingen? Wat is er boven de aarde, in de sterrenhemel, in het heelal? Zijn er dingen die wel bestaan, maar die wij niet kunnen zien? Onzichtbare dingen?’ Het zijn vragen die haar werk een andere richting in sturen, en Harriët van Reek laat Hilma naar boven kijken, weg van de leraar. In haar hand houdt ze een veeleer klassiek schilderij dat Zomerlandschap had kunnen zijn, en zelf wandelt ze tussen de zwarte en witte zwanen van haar schilderij Groep IX, De Zwaan. Over de prent zie je gele en blauwe bollen, maantjes of luchtbellen opduiken.
 
De vriendschap van ‘De vijf’ wordt verbeeld (Hilma af Klint zag zichzelf als de leidster van een groepje van vijf bevriende kunstenaressen) en Van Reek beschrijft dat zij zich liet leiden tegen de achtergrond van de ontwikkelingen van toen: ‘Ze probeerden te zien wat je niet kunt zien met je blote oog, net als een röntgenstraal’. Van Reek breekt door de ovale plaatjes en kaders waarin ze het verhaal tot dan vertelde en laat Hilma mee opgaan in bladvullende geometrische patronen, waarbij de schilderes met haar kwast door tijd en ruimte lijkt te trekken. Heel wat elementen die een nieuwe fase in haar werk inluidden (en die Af Klint bij leven slechts aan een publiek van intimi toonde) beeldt Van Reek hier af.
 
‘Ik ga het onzichtbare schilderen’, zei Hilma. ‘Het wordt een reusachtig werk.’ Samen met haar vriendin Anna toog ze aan het werk. Beïnvloed door de ideeën uit de antroposofie en van Rudolf Steiner en door stemmen in haar hoofd (die Van Reek hier ook benoemt) schildert ze een zevenpuntige ster en ‘iets wat nog nooit iemand gemaakt heeft’, ‘zo hoog en zo breed als Hilma’s houten huis’, met heldere kleuren die in schril contrast staan tot het pastel van de eerste bladzijden. De wensdroom van een tempel, de zeilboot, het voornemen om haar werk te bewaren voor de mensen van de toekomst maken de cirkel rond. In een hoekje op het laatste blad staan de eerste Mondriaan-fans met hun gadgets uit de museumshop al te koekeloeren. Om het (hele) universum van deze lang vergeten en onderschatte kunstenares te ontdekken, net zoals je je na dit prentenboek amper kan bedwingen.
 
Je vraagt je af hoe ze dat blijven doen, het Kunstmuseum en uitgeverij Leopold. Al twaalf jaar verschijnen kunstprentenboeken waarbij een prentenboekmaker van vandaag duikt in het leven, het oeuvre, de geschiedenis van een kunstenaar van wie het werk tijdelijk te zien is in de Zuid-Hollandse hoofdstad. En opnieuw kunnen we met het werk van de twee kunstenaars spreken van een droomhuwelijk.
 
Harriet van Reek: Hilma af Klint. Op zoek naar het onzichtbare, Leopold, Amsterdam/Gemeentemuseum Den Haag 2023, 28 p. : ill. ISBN 9789025885762. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri