Joshua Cohen (1980) groeide op in
Atlantic City (New Jersey), maakte de omslag van een Jewish Academy naar een
public high school en studeerde uiteindelijk compositie aan de Manhattan School
of Music. Hij heeft geen Master of Fine Arts en weinig sympathie voor de titel,
hoewel hij al eens een cursus (Long Century, Short Novels) gegeven heeft
voor het MFA-programma van Columbia University.
Cohen is vloeiend in Hebreeuws en Duits, wat maakt dat hij
regelmatig teksten vertaalde in het Engels. In de periode 2001-2006 werkte hij
als journalist in verschillende steden in Oost-Europa. Zijn essays verschenen
onder meer in Harper's, The New York Times, The New Republic, The New York
Times Book Review, The New York Observer en The London Review of Books.
(Wikipedia)
Joshua heeft intussen zes romans,
vier verhalenbundels en een collectie essays op zijn naam staan. Aangevuld met
twee bloemlezingen met werk van Franz Kafka en Elias Canetti. Hij werd al in
2007 getipt als beloftevol schrijver voor Granta Best of Young American
Novelists 3 (2017), een tienjaarlijkse lijst om jong en veelbelovend Amerikaans
talent in de schijnwerpers te zetten.
Die erkenning kwam er na de eerste twee verhalenbundels (The
Quorum (2005) en Aleph-Bet: An Alphabet for the Perplexed (2007)) en zijn
debuutroman (Cadenza for the Schneidermann Violin Concerto (2007)). Daarna
volgden de romans A Heaven of Others (2008), Witz (2010), Book of Numbers
(2015), Moving Kings (2017) en tot slot The Netanyahus (2021, De Netanyahu's). De eerste vertaling uit zijn oeuvre.
Wijlen pitbull literatuurcriticus Harold Bloom (1930-2019) erkende
de verdienste van Moving Kings (‘strong and rather hurtful book’) maar plaatste
de roman Book of Numbers (‘quite possibly’) op gelijke hoogte met Henry Roths Call
It Sleep, Nathanael Wests Miss Lonelyhearts en Philip Roths Sabbath’s Theater als
de beste vier boeken van joodse schrijvers in de Verenigde Staten.
‘Book of Numbers, however, is shatteringly powerful. I
cannot think of anything by anyone in your generation that is so frighteningly
relevant and composed with such continuous eloquence. There are moments in it
that seem to transcend our impasse’ (Los Angeles Review of Books).
Bovendien groeit er een vriendschapsband tussen beiden als de dertiger Cohen de tachtiger Bloom regelmatig thuis opzoekt. Het is Bloom die Cohen het inspirerende verhaal vertelt van Benzion Netanyahu, de vader van de Israëlische premier Benjamin 'Bibi' Netanyahu, die als professor middeleeuwse geschiedenis een aanstelling zocht in de Verenigde Staten met zijn gezin in het kielzog.
Niet
toevallig draagt Cohen zijn laatste roman De Netanyahu’s ('Een verhaal over een onbetekenende en uiteindelijk zelfs verwaarloze episode in de geschiedenis van een zeer beroemde familie') dan ook op ‘Ter herinnering
aan Harold Bloom’. In de beste traditie van de Universiteitsromans als John Williams' Stoner of Philip Roths The Human Stain, brengt Cohen de fictieve joodse historicus Ruben Blum tot leven, gespecialiseerd in de geschiedenis van belastingen.
Als enige jood op een landelijke universiteitscampus, die pas bij zijn pensionering een reflectie wordt van de diversiteit van de samenleving, wordt de jonge docent geconfronteerd met een onstuitbare vloed van vooroordelen en antisemitisme. De typische academische humor gemengd met intellectueel venijn en afgedekt met een dun laagje decorum.
Zo wordt Blum, enkel om zijn joodse afkomst, tegen wil en dank gerekruteerd om in een commissie te zitten voor de eventuele aanstelling van de Israëlische professor (joods-)middeleeuwse geschiedenis Benzion Netanyahu. Dat Netanyahu voor de selectie met zijn gezin komt opdagen en bovendien zijn intrek neemt bij het gezin Blum (tot vertwijfeling van diens echtgenote), zorgt voor de nodige hilariteit bij Blums collega's.
Blum is de spreekwoordelijke antiheld die vanuit een underdog-perspectief de manier aankaart waarop de maatschappij sluipend racisme incorporeert alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Met humor en intellect geeft Cohen vorm aan een gelaagde constructie die het discours rond (joodse) identiteit en politiek binnen de Amerikaanse samenleving op scherp stelt.
De Netanyahu's is meteen een nieuwe mijlpaal in Cohens oeuvre
dankzij de bekroningen met de National Jewish Book Award (2021) en de Pulitzer
Prize for Fiction (2022). Met Cohen staat de teller van joodse laureaten
(geboren uit een joodse moeder) voor de Pulitzer Prize for Fiction op tien. Of dertien
als je twee auteurs met een joodse vader en een bekeerling tot het joodse
geloof meerekent.
Samen goed voor veertien procent van de Pulitzer Prize for Fiction, terwijl zo'n 2,4 tot 4,5 procent (het hoogste cijfer slaat op mensen met één joodse grootouder) van de Amerikaanse populatie joodse roots claimt. De percentages voor laureaten liggen nog hoger voor de Pulitzer Prize for Poetry (17%), Drama (31%) en Non-Fiction (46%) - (Jinfo.org). De joods-Amerikaanse literatuur blijft lang na de ‘Golden
Years’ van onder meer Saul Bellow en Bernard Malamud een stempel drukken op de hedendaagse 'melting pot' van de Amerikaanse fictie in het nieuwe millennium.
Joshua Cohen: De Netanyahu's, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2023, 270 p. ISBN 9789038812588. Vertaling van The Netanyahus door Janine van der Kooij. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan