Vesper
is de tweede dichtbundel van Anne Broeksma, die eerder opgemerkt debuteerde met
Regen kosmos kamerplant (Atlas/Contact 2014). De titel van die
eersteling liet al zien hoezeer de dichter gefascineerd wordt door onze
complexe omgang met de natuur, een relatie die in feite constant gemedieerd
wordt door onze taal en onze menselijke ervaring. Er is geen volstrekt wilde
onmenselijke natuur aangezien er altijd sprake is van een vorm van ‘cultureel’
bewustzijn.
Vesper
bouwt voort op dat inzicht en exploreert verder de paradoxen die aan de
menselijke verhouding tot de natuur verbonden zijn. De bundel gaat daarbij een
soort van mystiek, quasireligieus gevoel niet uit de weg. Dat blijkt niet
alleen uit de titel (die verwijst naar de avondgebeden in kloosters), maar ook
uit de openingsreeks waarin een aantal goden ten tonele worden gevoerd, die
namen krijgen als de god van de lucht, van het geduld, van de taal… Die goden
zijn bijgevolg niet langer abstracte, onbereikbare autoriteiten, maar veeleer
gidsen bij het dagelijks leven van mensen, en niet toevallig nemen ze vaak de
gedaante aan van dieren uit onze dagelijkse omgang. Dat onderzoek van de natuur
leidt er immers toe dat ook het bestaan van mensen (en uiteindelijk zelfs de
definitie van de mens) in een ander, veel ruimer perspectief wordt geplaatst.
Opmerkelijk is
wel hoe dit ecologisch kader, dat vaak mystieke trekken aanneemt, wordt
gecombineerd met een soort van queeste, waarbij het lyrische ik veel weg heeft
van Alice in Wonderland. Dat uit zich ook in de haast labyrintische ervaring
die vooral in de jeugdherinneringen merkbaar wordt: de reeksen krijgen
overigens titels als ‘Kruipruimtes’, ‘Ballingschap’ en ‘Terugkeer’. Daardoor
ontstaat een soort van cyclische structuur. Het jonge ik verliest gaandeweg de
magische ervaringen van de natuurwereld en moet uiteindelijk die band met de
omgeving weer trachten te veroveren.
Die kinderlijke verbeelding
geeft aanleiding tot een aantal gedichten die als ontdekkingstochten fungeren:
het ik neemt onooglijke details nauwlettend waar, maar tegelijk is er sprake
van een vertekening van de werkelijkheid, die afwisselend idyllisch en
bedreigend wordt. De volwassen spreker verlangt in feite terug naar die
oorspronkelijke ervaring (die uiteraard geromantiseerd is in de loop der
jaren), maar is zich ten volle bewust van de onmogelijkheid daarvan. Mensen
worden ouder en ontgroeien de magie van de jeugd, maar vooral is er de sterk
gewijzigde staat van de aarde zelf, die gebukt gaat onder de nefaste invloed
van de menselijke soort.
Broeksma is als dichter bijzonder sterk in het neerzetten
van beelden en opmerkelijke situaties. Onder haar pen verandert het banale en
het schijnbaar onopgemerkte in een regelrecht wonderland. Die beeldende kracht
wordt gecombineerd met herkenbare verhalende patronen, waardoor de leesbaarheid
van deze gedichten aanmerkelijk wordt verhoogd. Deze tweede bundel bevestigt
dan ook al het positieve dat naar aanleiding van haar debuut is geschreven.
Anne Broeksma: Vesper. Gedichten, Atlas/Contact, Amsterdam
2021, 61 p. ISBN 9789025464950. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan