Een van de meest getalenteerde liedtekstschrijvers van het Nederlandse
taalgebied is ongetwijfeld Jan Boerstoel (°1944). Naar aanleiding van zijn
vijfenzeventigste verjaardag verscheen nu de mooie hardcover Tussentijd,
een selectie uit ruim vijftig jaar schrijven. Tweemaal won Boerstoel de Annie
M.G. Schmidt-prijs voor het beste lied van het jaar, maar dat had gerust veel
vaker mogen zijn, getuige de vele ontroerende, grappige of melancholische gedichten
die we in de bundel aantreffen.
Het werk van Jan
Boerstoel karakteriseert zich door de aandacht voor taal en versvorm.
Kenmerkend voor zijn beheersing van het taalspel is bijvoorbeeld Grijze panters, dat opent met de
opsomming van de vreemdste soorten panters, zoals de nevelpanter, de pardelkat
en de ocelot. Er is slechts één soort panter die je meer en meer aantreft, zo
zegt hij, of het nu is in de rij voor de bioscoop, op het racecircuit van
Zandvoort of in onderzeeërs – en dat is de grijze panter. Door de lezer
aanvankelijk op het verkeerde been te zetten, en zijn tekst te doorspekken met
doordachte humor neemt Boerstoel hem hier mee in zijn gedachtegang en geeft
bovendien nog een maatschappelijke boodschap mee.
Voor vele groten van het
Nederlandse cabaret, zoals Jenny Arean, Youp van 't Hek en Jasperina de Jong
schreef Jan Boerstoel teksten voor liedjes die tot hun grootste successen
zouden gaan behoren. Zo is de opener van het boek het bekende Opa’s verjaardag, destijds (1969)
gezongen door cabaretgroep Don Quishocking, over de honderdste verjaardag van opa
in het verzorgingstehuis. Hij wordt gevierd met toespraken, cadeaus en
slingers. Voorts passeren het mooie De
jaren zestig, De bokken en de schapen
en Doodgaan de revue, alle gezongen
door de buitengewoon getalenteerde grande dame van het Nederlandstalige
kwaliteitslied Adèle Bloemendaal (1933-2017). Jan Boerstoel schreef ook veel
voor kinderen. Zo bevat Tussentijd een
lied over mensenrechten voor Kinderen voor Kinderen. Het is kenmerkend voor het
gevoel voor engagement dat uit Boerstoels werk spreekt. Andere klassieke thema’s
die in zijn werk veelvuldig aangetroffen worden, zijn de liefde en de dood.
Doordat veel
van de liederen op plaat gezet zijn, hoor je bij het lezen de zangstem in je
hoofd. Verrassend is misschien wel dat het de ene keer de popgroep De Dijk is,
en dan weer de ravissante diva Karin Bloemen (met het ontroerende Geen kind meer), over het gevoel dat een
volwassen kind overvalt op de dag dat je moeder sterft.
Benadrukt dient te worden dat
alle opgenomen gedichten uitdrukkelijk geschreven zijn om gezongen te worden.
Dat neemt niet weg dat het een feest is Tussentijd fysiek te kunnen
doorbladeren en al die prachtige teksten te kunnen nalezen. De samensteller
schikte het werk van Boerstoel chronologisch, voorzag een alfabetische index alsook
een overzicht van de uitvoerders. De lyrische inleiding is van de hand van collega-dichter
Jean-Pierre Rawie. Koop dat boek!
Jan Boerstoel: Tussentijd, Prometheus, Amsterdam, 2019, 208
p. ISBN 9789044642629. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan