Voor Hesselink is het ik duidelijk een ander (met de
beroemde frase van Rimbaud). In zijn jongste bundel onderwerpt hij zichzelf aan
een grondig zelfonderzoek, kritisch maar tegelijk ook niet gespeend van een
heilzame dosis (zelf)ironie. Daarbij is het de dichter niet in de eerste plaats
te doen om zijn individueelste ik – veel geeft hij van zijn privéleven niet
prijs – maar om de bestaanswijze van de moderne mens. Meermaals wordt het ik
trouwens opgevoerd als een soort van wij of is er sprake van wat mensen in het
algemeen denken, geloven en elkaar voorhouden.
In die spanning tussen het ik en de vele beelden waarmee
het wordt geassocieerd of waarvan het zich bedient, verschijnt het subject
vooral aarzelend en weifelend. In heel wat gedichten is beeldend sprake van een
ik dat zijn vaste plaats wil verlaten, ervan droomt te transformeren of zelfs
geheel te verdwijnen. Veelbetekenend is de manier waarop het gemis wordt
voorgesteld als een ‘gat’, een leegte die niet opgevuld kan worden maar een soort
van streefdoel op zich wordt. In andere gedichten bevindt het ik zich in een
bevreemdende situatie die de vervreemding en de aparte positie ervan
beklemtoont: met een vogel op het hoofd of op de bodem van een fontein, of
onderweg naar nergens.
Die crisis hangt deels samen met
het verlies van een vertrouwde omgeving en van geliefden. Meermaals blikt het
ik terug op het verleden met een zeker heimwee maar tegelijk ook met een zekere
gelatenheid. Vaak omschrijft het die situatie als een verloren zijn, en om dat
te beklemtonen beginnen veel gedichten met een bruuske vervreemding. Van
daaruit worden dan situaties verbeeld of herinnerd en dat roept vragen en
bedenkingen op: de meeste gedichten combineren zo ervaringen met meer
beschouwende opmerkingen.
Ook kiest de dichter
ervoor om zich te verplaatsen in anderen, waardoor zijn eigen vervreemding en
ontdubbeling als het ware tastbaar wordt: de titel verwijst bijvoorbeeld naar
de legendarische Fred Astaire die blijkbaar toondoof was en door overdadige
luidsprekers geholpen moest worden om te kunnen zingen en dansen. Ook al zijn
niet alle gedichten uit deze bundel even indringend, Hesselink laat opnieuw
zien dat hij wel degelijk wat te vertellen heeft en dat hij daartoe poëzie optimaal
kan inzetten.
Krijn Peter Hesselink: Toondoof,
Amsterdam 2018, Podium, 59 p. ISBN 9789057599101.
Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan