In Hugo Claus. Familiealbum legt de
grote Claus-kenner Georges Wildemeersch links tussen het leven van de schrijver
en zijn werk. Met Het verdriet staat niet
alleen. Een leven in verhalen doet toekomstig biograaf Mark Schaevers het
omgekeerde: hij presenteert verhalen en fragmenten uit romans die duidelijk
autobiografisch geïnspireerd zijn. De titel verwijst naar Het verdriet van België dat aan de hand van zijn alter ego Louis
Seynaeve het gefictionaliseerde levensverhaal van zijn auteur vertelt en duidt
erop dat er méér werk ontsproten is aan anekdotes en gebeurtenissen uit Claus’
leven dan enkel dat magnum opus.
Dat is uiteraard in
eerste instantie een marketingtruc waarbij gegokt wordt op de voyeuristische
neigingen van het lezerspubliek, want waarom zou het werk dat met het leven van
de auteur verbonden is interessanter zijn dan het niet autobiografische deel
van zijn oeuvre? Dat heeft vast te maken met de aandacht die er tien jaar na
het overlijden van Claus uitgaat naar voornamelijk zijn persoon – eerder dan
naar zijn werk – in de tentoonstellingen in respectievelijk Bozar en het
Letterenhuis.
Tegelijk moet gezegd dat dit
boek een fijne aanvulling is op de heruitgaven van de grote romans die dit
voorjaar verschenen: dankzij Schaevers zijn de minder bekende, maar bijzonder
sterke novellen De zwaardvis en Een slaapwandeling opnieuw beschikbaar,
of komen verhalen uit De zwarte keizer
als ‘Suiker’ (gebaseerd op Claus’ tijd in de suikerbietenindustrie in
Noord-Frankrijk) of ‘In de Rue Monsieur le Prince’ (over zijn Parijse tijd in
het gezelschap van de Vijftigers en de Cobra-schilders) uit de schaduw van het
roman-oeuvre.
Wat aardig
is aan deze uitgave is dat je de biograaf aan het werk ziet. Na elke tekst van
Claus wordt niet alleen de oorspronkelijke publicatieplaats vermeld, maar contextualiseert
Schaevers kort het verhaal en onthult hij op welke anekdote het geënt is en
welke personages gebaseerd zijn op reële figuren. Daarnaast is het boek fraai
geïllustreerd met bijpassend fotomateriaal van mensen die in Claus’ leven een
belangrijke rol gespeeld hebben (materiaal uit het familiealbum, portretten van
Elly Overzier en Kitty Courbois, een kiekje van de auteur met Corneille…).
Duidelijk wordt – al is dat niet zo verrassend en geldt het voor bijna alle
schrijvers – dat Claus’ biografie een reservoir is geweest voor zijn
literatuur.
Was Claus dan een
autobiografisch schrijver?, vraag samensteller zich af in zijn nawoord. Neen,
is het antwoord, want de schrijver zelf heeft dat altijd ontkend. Hij wilde
meer zijn dan dat. ‘Wil dat zeggen dat we het belang van de autobiografische
dimensie van Claus’ geschriften moeten relativeren? Toch niet’, meent
Schaevers. Het mooist is natuurlijk om te zien op welke manier de realiteit
vervormd wordt tot fictie, op die manier versterkt wordt en dankzij literaire
technieken meer betekenis krijgt. Schaevers geeft met zijn korte toelichtingen
aanzetten om zo naar de teksten te kijken, de lezer moet, zo lang de biografie
er nog niet is, zelf maar oordelen of de fictie de realiteit weet te overstijgen.
Mark
Schaevers: Het verdriet staat niet alleen. Een leven in verhalen, De Bezige
Bij, Amsterdam 2018, 476 p. ISBN 9789403105109. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan