Het nieuwste boek van Midas Dekkers heeft een
autobiografische aanzet: de bioloog en auteur groeide op als kind van
caféhouders. Zijn persoonlijke herinneringen brengen hem ertoe zijn gedachten
te laten dwalen over wat het café (of de kroeg) betekent voor de mens, en zich
bezorgd te tonen over het voortschrijdende verdwijnen van deze etablissementen.
Op het eerste
zicht mag dit als een minder opwindend onderwerp klinken dan we al eens gewoon
zijn van Dekkers, maar ook nu weer slaagt hij erin om vanuit een relatief
eenvoudig gegeven een rijkgeschakeerd verhaal te vertellen. Na de
autobiografische start komt Dekkers al snel bij het uitgangspunt dat de kroeg
eigenlijk een derde wereld is tussen de publieke wereld van het werk en de
private wereld van het gezin. Het is een plaats waar mensen samenkomen op weg
naar het werk of op weg van het werk terug naar huis.
Vanuit deze idee van een soort tussen-plaats, waar men
ontsnapt (toch voor even) aan de routines en verplichtingen van het officiële
leven, ontwikkelt Dekkers een caleidoscoop aan inzichten over het café. Als de
volleerde mensengluurder die hij is, beschrijft hij nauwgezet de talloze
rituelen die horen bij het cafébezoek. Hij doorspekt dat ook met anekdotes uit
het leven van opmerkelijke Nederlandse cafés (het boek gaat met name over de
kroegcultuur in Nederland) en hun uitbaters. Daarbij valt steeds weer de
persoonlijke betrokkenheid op die zich, naast de gebruikelijke ironische toon
die we van Dekkers gewoon zijn, ook uit in een zekere weemoed over het
verdwijnen van de kroeg ten voordele van zielloze trendy etablissementen en
restaurants.
Dekkers
zou Dekkers ook niet zijn als hij zijn observaties niet ook wist terug te
koppelen naar de biologie, met interessante observaties over dronkenschap bij
mens en dier (en de manier waarop wetenschappelijk ‘onderzoek’ naar dronken
dieren soms werd gemanipuleerd) en de rol van de groep (het wij tegenover het
zij – en de moeilijkheid voor een buitenstaander om tot de ‘stam’ van een kroeg
door te dringen). Hij laat zijn licht ook schijnen op het belang van interieur,
toiletten, licht, rook, honden en katten (onvermijdelijk), en hapjes voor het
cafébezoek, hoe deze elementen deel uitmaken van het ritueel, en hoe toenemende
regelneverij alles stilaan naar de verdoemenis helpt. Dat alles is bovendien
ook nog eens geïllustreerd met treffende foto’s van een hele reeks fascinerende
kroegen.
Dit
is duidelijk een boek dat voor Dekkers een persoonlijke lading heeft. Het lijkt
misschien iets lichter dan zijn grote werken (over dierenliefde, lichamelijke
oefening en andere gewichtige onderwerpen), maar de inhoudelijke rijkdom, de
fascinerende dwarsverbanden en de constante, door lichte humor gedragen
wijsheid van zijn betoog zijn onverminderd.
Midas Dekkers: Volledige
vergunning, Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2017, 235 p. ill. ISBN 9789059375024.
Distributie: Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan