De Kortrijkzaan Joost Devriesere (1972), journalist en
eindredacteur voor Focus Knack, komt
na het maatschappelijke boek Vluchten
hoeft niet meer. Over vluchtelingen en de mensen die hen helpen met zijn
romandebuut Pest op de proppen. Als
fervent liefhebber van films kon een spectaculaire openingsscène niet
ontbreken. In Pest, een Vlaamse
centrumstad (lees: Kortrijk), valt net zoals in de rest van de wereld 90
percent van de bevolking in een diepe, nooit eerder geziene slaap. Na de
paniekreactie grijpt de overige 10 percent de kans om een en ander recht te
zetten.
Het
concept van de diepe slaap dient als kaderverhaal om de hoogstpersoonlijke
verhalen van de inwoners uit Pest te
vertellen. Het lijkt wel alsof elke zonde en elk groot hedendaags thema aan bod
komt. Zo opent de roman met de doop van Stijn door de rocamboleske Arvik,
aanbidder van God én Iron Maiden. Dat geeft de auteur de kans om het over
geloof, misbruik in de Kerk en de positie van de vrouw te hebben.
Taboedoorbreking wordt in elk verhaal een doel op zich: Johanna, slachtoffer
van huiselijk geweld besluit actie te ondernemen wanneer ze beseft dat haar man
wél in slaap is gevallen. Daarna komen twee extreemlinkse resten van de vrije
jaren dieren en al even opgesloten en onweerbare goedzakken bevrijden. Een
arrogante maar toegewijde filmrecensent wordt met behulp van een taser
verantwoordelijk gehouden voor zijn vaak harde woorden. Een Vlaming en een
volgens hem gedoemde ‘profiterende buitenlander’ werken noodgedwongen samen om
de rijkste en beste vrienden van het bestuur in veiligheid te brengen tot zij
ontwaken. Een catfish, oplichter van de goedbedoelende naïeve medemens, wordt
zelf in zijn hemd gezet door zijn onstichtelijk voorbeeld.
Devriesere schrijft dit boek in
een stijl die erg staccato kan overkomen. Korte zinnen moeten de spanningsboog
te allen tijde intact houden, afgezien van de vele punchlines die de humor van de auteur typeren. Niet zelden zorgt
die botsing tussen spanning en humor voor een bevreemdend effect: ‘Ik zal het
[een taser] gebruiken bij de quotering. Of niet, als je het er vlekkeloos vanaf
brengt.’ Ze kijkt weer naar zijn kruis. ‘O nee, wacht, daarvoor is het al te
laat.’ Tijdens de overpeinzingen van de personages worden dan weer erg ‘schrijfse’
zinnen met soms gezochte synoniemen opgemerkt:
‘Net zoals kunst een
allerindividueelste uitdrukking van een allerindividueelste emotie is, is
kunstkritiek een allerindividueelste opinie van een allerindividueelst
individu.’
Wijze woorden van de gemartelde
recensent waar ik ook achter sta. Joost Devriesere heeft de zeven zonden en de
hedendaagse taboes keurig afgevinkt en soms voel je dat net iets te veel. Toch
blijft het een zeer leesbaar en vlot boek die de grote maatschappelijke
vraagstukken van vandaag met een lovenswaardige lichtheid opwerpt.
Joost Devriesere:
Pest, Houtekiet, Antwerpen 2017, 297 p. ISBN 9789089246011. Distributie: VBK België
deze pagina printen of opslaan