Met de roman Spanooghes
queeste maakt Danny Chambaere, pakweg twee decennia na de publicatie van De zee van Ochotsk, zijn comeback op de
literaire scène. Het leven van Freddy Spanooghe, die als historicus een
onopgemerkt en eerder vlak bestaan leidt, dat ingekleurd wordt door zijn
lesopdracht in het middelbaar onderwijs en het schrijven van grotendeels
onopgemerkt blijvende monografieën, komt in een stroomversnelling terecht als
hij thuis een brief in de bus vindt waarin in vage termen wordt meegedeeld dat
publicisten die het over de vrouwelijke paus hadden die in de negende eeuw de
troon bezette, het verkeerd voorhebben.
Gaandeweg raakt Spanooghe in de
ban van de zoektocht die hij onderneemt naar de waarheid achter het verhaal van
pausin Johanna. Of die werkelijk bestaan heeft en er door zich in mannenkleren
te hullen ook werkelijk in geslaagd is de pauselijke waardigheid te bekleden,
blijft tot op heden een open vraag, die auteurs blijft inspireren. Denken we
maar aan Marthe Maeren en haar in 2012 verschenen roman God
is een vrouw.
Danny Chambaere geeft een persoonlijke invulling aan de geschiedenis van
de pausin. Hij focust daarbij op de ‘Sororitas Papissae’, een occult
genootschap dat er nu, meer dan tien eeuwen na het ‘optreden’ van pausin
Johanna, nog steeds via de ‘ritus Genitoris’ voor zorgt dat de vrouwelijke lijn
in stand wordt gehouden als het erop aankomt een leidster de macht te bezorgen.
Spanooghes queeste voert hem naar Wenen, naar de abdij van Melk en verder naar
Schotland, waar de ‘sheela-na-gigs’ hem dicht bij de ‘waarheid’ brengen. Die
sheela-na-gigs zijn op zijn minst gezegd opmerkelijk te noemen: het gaat om
gebeeldhouwde afbeeldingen die in timpanen van kerken en kapellen vrouwen tonen
die in hun vaak obsceen overkomende houdingen een merkteken van de ‘sororitas’
bevatten.
Hoe
een en ander Spanooghe boven het hoofd groeit, geeft de verhaallijn uit deze
roman, met een opmerkelijke ommekeer halfweg de ontwikkeling van de plot, een
intense spanning mee. Die invalshoek zorgt ervoor dat Spanooghes queeste ook als een meeslepende thriller gelezen kan
worden. In de aanpak van zijn thematiek heeft Chambaere blijvend oog voor een
evenwicht tussen aan de ene kant de historische feiten en gegevens en daarnaast
een aantal momenten van verademing die de lezer weer vaste grond onder de
voeten doen krijgen.
Met veel verve beschrijft Chambaere de kuiperijen binnen de kringen van
het Vaticaan, als in de tiende en elfde eeuw paus na tegenpaus wordt gekozen,
al overleden kerkleiders weer worden opgegraven om alsnog tijdens een
‘kadaversynode’ veroordeeld te worden… Met de zoektocht naar het zoekgeraakte
epistel dat Jehanna, de pausin rond wie alles draait, ooit zou geschreven
hebben, treedt hij in het spoor van Umberto Eco en diens De naam van de roos. Met figuren anderzijds als Utterwulghe, de man
die zijn hand niet omdraait voor vieze karweitjes, tekent hij dan weer een
personage dat regelrecht uit de onderste regionen van de maatschappij lijkt
opgevist.
En
om alles af te ronden is er de mysterieus beladen slotzin van de roman: ‘Eén
ding mag je niet vergeten. Moeder Jehanna zorgt altijd voor haar dochters.’ Aan
de lezer hieruit de nodige conclusies te trekken. Spanooghes queeste voert die lezer alleszins mee in een wereld van
tegenstrijdigheden, halve en hele waarheden en blijvend onopgeloste
vraagstellingen.
Danny Chambaere: Spanooghes queeste, s.l., uitg. Scriptomanen, 2017, 442
p.
ISBN 9789462662681
deze pagina printen of opslaan