In Italië
verscheen vier jaar geleden Het geweten
van Roberto Doni (Wereldbibliotheek, 2014) van de Milanese auteur Giorgio
Fontana (1981). De voor de Europese Literatuurprijs 2015 genomineerde roman is
het verhaal van een conservatieve openbare aanklager wiens leven een andere
wending neemt, wanneer hij door de ontmoeting met een jonge, wat brutale
journalist zijn kijk op ethiek en rechtspraak moet bijstellen. Volgens
Italiaanse critici en lezers is die insteek een duidelijke verwijzing naar het
oeuvre van de Siciliaanse Leonardo Sciascia (1921-1989), die als auteur én als
politicus de Italiaanse maatschappij doorlichtte en de corruptie/collusie ervan
aanklaagde.
Met
Dood van een gelukkig man (2015)
brengt Fontana hierop een vervolg. Niet Doni, maar zijn vriend en collega
Giacomo Colnaghi speelt nu de hoofdrol en ook deze magistraat worstelt met
dezelfde vragen rond ethiek en rechtspraak. Aanleiding is dit keer het
onderzoek naar een aanslag die gepleegd is door een van de Rode Brigades
afgesplitste cel. Dat onderzoek verloopt echter stroef. Tijdens ondervragingen
met een spijtoptante en de mogelijke dader wordt de gedreven magistraat
geconfronteerd met de halsstarrigheid van extreem-linkse terroristen, die
overtuigd zijn van het eigen gelijk. Volgens Colnaghi zorgt hun discours alleen
maar voor een verdere polarisering. Het discours is ‘zo ‘bureaucratisch en
steriel […], zo losgezongen van de werkelijkheid. Paradoxaal genoeg leek het veel
op dat van de politici die erin werden aangevallen. Door steeds maar niets
anders te doen dan herhalen en verkondigen (nooit een woord van twijfel, nooit
een vraag) hadden die tekstschrijvers een jargon gesmeed dat commentaar gaf op
zichzelf. Het woord wierp nergens meer licht op. Het wierp alleen maar
schaduw.’
Wat
echter inacceptabel is, is de aanmatiging van extreem-links om zich te
vergelijken met het Italiaanse Weerstand tijdens het fascisme, wat overigens
meerdere bewegingen en groeperingen doen. Die vergelijking raakt Colnaghi
persoonlijk omdat zijn eigen vader het leven liet als partisaan. De
geschiedenis van de vader, die Colnaghi nooit gekend heeft, is de tweede
verhaallijn in Dood van een gelukkig man,
dat 23 hoofdstukken telt. In die hoofdstukken verweeft Fontana fragmenten uit
het leven van de verzetsstrijder die in de familie werd doodgezwegen omdat hij
zijn echtgenote en schoonvader ‘verraden’ had. De gecursiveerde herinneringen,
gebaseerd op research en getuigenissen, spiegelen zich mooi aan de eerste
verhaallijn omdat vader en zoon dezelfde ethos hanteren en twijfels delen. Ze
vragen zich af hoe recht kan zegevieren en welke hun rol hierin is. Voor hun
strijd verwaarlozen ze hun gezin, zoeken ze hoe ze dat kunnen compenseren en
brengen ze zware offers.
Niet toevallig vallen de geschiedenis van beide Colnaghi’s
samen met twee keerpunten in de recente geschiedenis, een verleden waarmee
Italië nog lang niet in het reine is, maar waarop Fontana treffend terugkomt zonder
verder te polariseren maar net te nuanceren. In het nawoord op Dood van een gelukkig man geeft de
auteur duidelijk aan hoe non-fictie een deel van literatuur kan en moet zijn.
In de roman van het ondertussen meermaals bekroonde tweeluik grijpen Italiës
jaren van lood, de geschiedenis van de hoofdpersonages en verhalen van
getormenteerde nevenpersonages, zoals slachtoffers en vrienden, dan weer knap
in elkaar. Het zal waarschijnlijk niet verbazen dat Fontana, net zoals zijn
Siciliaanse voorbeeld, Dood van een
gelukkig man, de roman die opent als een politieverhaal, met een
dramatische ontknoping besluit. Dat einde is paradoxaal genoeg vervat in de
titel en slaat – allicht – niet op de wie schuldig is.
Amsterdam : Wereldbibliotheek,
2015, 256 p. Vertaald uit het Italiaans door Philip Supèr. ISBN 9789028426375
deze pagina printen of opslaan