Poëzie

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2024

Ellen Warmond: Poëzie is een steen. Een keuze uit de gedichten

door Dirk De Geest

Tegelijk met Geef niet mee!, de biografie van Ellen Warmond (1930-2011) verschijnt een kleine selectie uit haar poëtische oeuvre. Het is niet veel, maar het geeft op zijn minst de mogelijkheid aan lezers om vertrouwd te raken met haar oeuvre. Dat dit boek niet verschijnt bij haar literaire uitgeverij van destijds maar bij een kleine, hoofdzakelijk wetenschappelijke uitgever laat echter zien hoe snel schrijvers in onze tijd vergeten raken. Men kan enkel hopen dat deze bloemlezing doet smaken naar meer en een ruimere heruitgave van Warmonds beste gedichten niet in de weg staat.  

Voor de keuze stond Anne-Marie Hoogendam in, een vriendin en collega van de auteur. Zij heeft een persoonlijke selectie gemaakt, niet zozeer ingegeven door literair-historische overwegingen als wel door haar eigen smaak en haar relatie tot de schrijver van deze verzen. Datzelfde geldt voor de inleiding door Dolf Verroen, een van Warmonds vrienden, die nauwelijks meer dan anekdotisch genoemd kan worden.
 
In haar verantwoording stelt de samenstelster dat zij vooral geboeid is ‘door de exactheid, de nuchtere toon en de steeds kaler wordende taal’. Het verklaart waarom deze selectie sterkt inzoomt op de latere poëzie, een periode waarop het schrijverschap van Warmond weliswaar gevestigd was maar tegelijk beduidend minder aandacht kreeg in de literaire kritiek. Door dat uitgangspunt is de vroege poëzie hier ondervertegenwoordigd. Uit de debuutbundel Proeftuin (1953) zijn slechts twee gedichten geselecteerd, uit Naar men zegt (1955) een drietal, en van Weerszij van een wereld (1957) is slechts één enkel vers overgebleven. Omgekeerd zijn hier wel een ruim dozijn ongepubliceerde verzen uit de nalatenschap opgenomen.
 
Het slotgedicht, amper vier regels lang, vormt in feite de sleutel tot dit hele oeuvre. Het heet simpelweg ‘Kwatrijn’:
 
‘Met hoe weinigen je ook bent
eenzaamheid is je deel
zelfs als je alleen bent is vaak
die ene nog te veel.’
 
Het is duidelijk dat de dichter op zoek gaat naar inzicht, en dat de poëtische taal daartoe unieke betekenissen aanbiedt. In de eerste bundels neemt Warmond haar toevlucht tot een beeldspraak die erg lichamelijk en surrealistisch aandoet, eigenschappen die haar in de buurt brengen van de experimentele dichters. Dat gezelschap heeft duidelijk bijgedragen tot een grotere zichtbaarheid van haar lyriek. Gaandeweg wordt de taal echter rechtstreekser en zelfs vrij spreektalig, maar zonder de meerduidigheid en de diepgang uit het oog te verliezen. In het geciteerde vers wordt het ik ook teruggedrongen tot een algemener ‘jij’, aangezien het de dichteres in haar werk niet te doen is om een individuele gevoeligheid of waarheid maar om een zekere veralgemening. Het belangrijkste thema is dat van de eenzaamheid, het besef dat mensen fundamenteel alleen zijn in de wereld. Anderen, zelfs de geliefden, laten zich niet ‘lezen’ en blijven onbereikbaar, en in laatste instantie is ook de zelfkennis niet te bereiken. In ons diepste wezen blijven mensen vreemden, voor anderen maar ook voor zichzelf.
 
In vrijwel alle gedichten klinkt dit haast cynische besef van alleen te zijn door. Het maakt het verlangen naar liefde echter niet minder hartstochtelijk, integendeel. De ander is in deze gedichten permanent aanwezig, maar hij of zij blijft onbereikbaar, als een massief lichaam of als iemand die zelfs met behulp van taal niet gevat kan worden. Hetzelfde geldt voor de manier waarop het lyrische ik tegen zichzelf aankijkt. Het is een ervaring die door en door existentialistisch genoemd kan worden. De thematiek van deze verzen spoort overigens geheel met die van Warmonds prozawerken. Hoe dan ook blijft dit aangrijpende lyriek, die daarenboven uitstekend gebruik maakt van poëtische technieken: ritme en beeld maken indruk, maar vooral het gebruik van paradoxen en tegenspraak is vernuftig. Complexe maar tevens toegankelijke poëzie, die zeker en vast aan een herwaardering toe is. Deze bloemlezing zal daar hopelijk toe bijdragen.  
 
Ellen Warmond: Poëzie is een steen. Een keuze uit de gedichten, Walburgpers, Zutphen 2024, 80 p. ISBN 9789464563276

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

De laatste dag van de veerman

Frode Grytten

Grenskolonialisme

Albina Fetahaj

Het paradijs van slapen, of Iemand die met bloemen fietst

Joost Oomen

Nachtvrouwen

Maja Haderlap

Rimpeling

Bibi Dumon Tak, Annemarie van Haeringen (ill.)

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

Altijd samen

Bette Westera, Leo Timmers (ill.)

Hanna en Hamza

Janneke Schotveld, Arevik d’Or (ill.)

Je hond en jij

Elena Bulay

Kom op, we gaan!

Edward van de Vendel, Floor de Goede (ill.)

Wij zijn de nacht. De tofste dieren van het donker

Matthijs Meeuwsen en Paco Vink (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri