Nederlands proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2022

Jaap Robben: Schemerleven

door Jen de Groeve

Iedereen dacht dat zij het eerst zou gaan, vanwege haar zwakke gezondheid. Ze had bij zowat alle dagelijkse handelingen hulp nodig, die haar man, Louis, haar ook liefdevol bood. Van thuishulp wilde hij niet weten, hij zou haar zelf ‘blijven doen’ tot het einde. Met dat einde hield hij wel degelijk rekening, hij was van plan er wat vaker op uit trekken als zij er niet meer was, had zelfs al naar een tweedehands campertje gegoogeld. Hij vertelde haar dat zodat ze niet bang zou zijn dat hij zou zitten verpieteren als ze er straks niet meer was. Maar dan lag Louis plots op het tuinpad, de ambulance kwam te laat. ‘En nu is hij as, een blauw metallic emmertje vol.’  

Ze staan bij de strooiweide, Ida, haar zoon Tobias en zijn zwangere vrouw, Nadine, om Louis uit te strooien. Iedereen is bijzonder attent voor haar bij dit grote verlies en Ida probeert niet geïrriteerd te reageren op hun bezorgde vragen, maar haar gedachten zijn elders. Hoe lang een oud graf bewaard blijft, wil ze van het ‘uitstrooimeisje’ weten. Een graf van 1963 bijvoorbeeld, zou dat er nog zijn? En dat voert ons terug in de tijd, toen Ida en tiener was en ze Otto ontmoette. Otto is getrouwd en hun relatie moet dus geheim blijven. Ze spreken af voor wandelingen langs de Waal, gaan ‘s nachts nachtvlinders spotten (Otto is vlinderteller), boeken een kamer in een hotelletje… De wereld openbaart zich in al haar wonderlijke schoonheid en ‘wat nog niet mooi was, werd het vanzelf zodra wij stilstonden om ernaar te kijken.’
 
En dan blijkt dat Ida zwanger is. Otto wil ‘helpen’ met een abortus, Ida twijfelt. ‘Ons kindje’, denkt ze, maar voor Otto is het ‘haar’ kindje. Hij denkt er niet aan zijn vrouw te verlaten. Als haar baas erachter komt, wordt ze ontslagen. De pastoor adviseert om het kind af te staan en als ze dat niet wil, sturen haar ouders haar weg. Ze willen immers het beste voor haar, er is geen andere keus, de schande is te groot om in huis te houden. Ida staat op straat, Otto helpt zo nu en dan met wat geld en een adresje waar ze onderdak vindt, van thuis hoort ze niets meer. Ida zakt almaar verder af in een ronduit deplorabele situatie. Het kindje wordt dood geboren en dan mag ze weer thuiskomen. Over het gebeurde wordt in alle talen gezwegen, want, zegt moeder, ‘we houden het gezellig’.
 
Jaap Robben wisselt heel adequaat de scènes over de jonge Ida (‘Ietje’ voor Otto, Elfrieda voor haar ouders) af met korte episodes over Ida als bejaarde, hulpbehoevende vrouw. Schemerleven is een krachtige roman, onder meer door de  manier waarop Robben in alle eenvoud het onverwerkte trauma uit haar jeugd in Ida’s latere leven laat doorsijpelen. In de eerste zin al, Louis is net brutaal uit haar leven gerukt: ‘Het lukt me niet goed om aan iets anders te denken. Steeds zie ik de witte voeten van Louis voor me. Hoe ze onder de foliedeken uitsteken.’ Net zoals de twee voetjes toen, het enige wat ze ooit van haar doodgeboren baby heeft gezien, een beeld dat nooit meer van haar netvlies verdween. ‘Twee voetjes [die] troost zochten bij elkaar […] altijd, altijd bleven er die twee voetjes’.
 
De uitstrooiscène, in de eenvoudigst mogelijke woorden en handelingen gesteld, blijft aan je kleven: de nietigheid van het pragmatisch opgevatte ceremonieel in het licht van het verlies van een leven vol liefde. ‘Verpoederd en verpulverd. Klaar om weg te waaien.’ Robben zoomt in op kleine, dagelijkse voorvalletjes, die op zich onopvallend, maar beetje bij beetje bijdragen aan het beeld van Ida’s opgesloten verdriet. Haar kribbigheid tegenover haar gezin, haar onderdrukte irritatie waar het de zwangere Nadine betreft, de woeste uitval naar een zorgkundige in het tehuis… Het quasi monter vermijden om over haar pijn te praten: ‘En vertel eens, hoe is het op je werk?’
 
Robben is een sensitieve, sobere stilist, hij heeft geen nood aan ronkende zinnen maar zijn ingehouden proza beklijft. Hij past ervoor op om Ida’s (misschien wel wat al te kranige) zoektocht naar Otto en een spoor van haar verdwenen kind al te welwillend af te ronden. De confrontatie met Otto’s zwakheid is na al die jaren mogelijk nog pijnlijker dan voorheen. De notitie in het kerkregister van hun overleden kindje getuigt dan weer van zijn liefde, die er toch echt is geweest. Die dubbelheid in de mens heeft Robben zeer raak gevat.
 
Jaap Robben: Schemerleven, De Geus, Breda 2022, 310 p. ISBN 9789044546194. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri