In
haar bijzonder lijvige roman Muilperen graaft Maria Stahlie in drie
delen heel diep in het gemoed van haar hoofdfiguur, Lisette Wigman. Daarbij sluiten
de delen een en drie, gesitueerd in Nederland, chronologisch aan elkaar en deel
twee verlegt in een lang uitgesponnen flashback de actie naar Miami. Het waarom
van Lisettes beslissing om zich daar in Amerika in te zetten voor mensen die
uit de boot zijn gevallen en op geen enkele manier passen in het ‘steeds meer
en steeds rijker’ van de Amerikaanse samenleving, heeft te maken met de
uitnodiging van een jeugdvriend die daar verblijft en die zich geroepen voelt
tot het priesterschap.
Op een van haar bijna dagelijkse wandeltochten met de hond
van haar hospita/werkgeefster ontmoet ze Lenny, met wie ze een kortstondige
relatie aanknoopt. Lisette blijkt zwanger te zijn en moet dan meemaken dat de
vader van haar kind verongelukt. Ze weigert een abortus, in de kliniek waar ze
werkt heeft ze meegemaakt hoe ingrijpend, lichamelijk en psychisch, zo’n
abortus kan zijn. Tot in de meest pijnlijke details beschrijft Maria Stahlie de
abortus die een van de kansarmen in de kliniek ondergaat. Opvallend, en eigen
aan Muilperen, is het gegeven dat Stahlie oog en oor heeft voor de
psychologie van haar personages. Over de moeder van Lenny bijvoorbeeld luidt
het:
‘ze had
zichzelf vacuüm getrokken zodat de wereld niet bij haar had kunnen komen, maar
die daad uit zelfbescherming had ertoe geleid dat er geen lucht meer rond haar
zat, geen zuurstof voor liefde in haar hart, geen ruimte in haar hoofd voor
second thoughts.’
In Miami wordt Lisette geconfronteerd met zichzelf en moet ze vaststellen
dat ‘het brute krachtenveld waarin ze zich had begeven vele maten te groot was
voor haar. ’ Haat twijfels, net als die van haar jeugdvriend in verband met
zijn roeping, worden overtuigend in kaart gebracht. De manier waarop Maria
Stahlie de Amerikaanse samenleving weet te typeren, weet al even sterk te
raken. ‘Lisette overbrugde vijf dagen per week in letterlijk opzicht de mijlen
die zich tussen extreem bevoorrecht en extreem onbevoorrecht bevonden terwijl
er in figuurlijk opzicht geen sprake was van een overbrugging.’
Terug in Nederland
verlaat Lisette haar geboorte- en woonplaats Breda om in Amsterdam samen met
haar zoontje Wout richting te geven aan haar leven. Hier verschuift de
verhaalplot langzaam maar zeker om te gaan focussen op de relatie met haar buur
Rinus. Waarom die geen enkele vorm van contact toelaat, zal gaandeweg de
ontwikkeling van de roman in een steeds duidelijker licht worden gesteld. Het
lijkt er op bepaalde momenten naar dat Maria Stahlie zich in een aantal
opmerkelijke bochten heeft willen wringen om de thematiek voldoende
overtuigingskracht te verlenen: de dementie van de vrouw van Rinus, de urne met
de as die in een van zijn kasten wordt teruggevonden (maar waar verder niets
mee wordt gedaan), de pedofiele neigingen van Rinus… Het komt in wezen wat
warrig over, zeker als je er nog eens moet bijnemen hoe Lisette haar buur,
tegen diens geschreven wilsverklaring in dat hij geen bijstand wil in geval van
nood, redt nadat hij een hartaanval heeft gekregen. Een ultieme vorm van wraak
van de kant van Lisette? Alleszins is het zo dat zij zich op dat moment
geconfronteerd weet met haar diepste innerlijk.
Mooi aan het geheel is dan weer
dat de roman een open eind kent. Lisette krijgt op haar telefoon een boodschap
te horen van de broer van haar overleden vriend Lenny. Wat die haar precies
heeft willen meedelen, laat ze aan de verbeelding van de lezer over.
Op die manier vloeien
alle verhaallijnen samen in een roman die gedragen wordt door de metafoor van
het graven in de diepte: waarom Rinus een tunnel aan het graven is in zijn
schuur, waarom en hoe haar jeugdvriend de confrontatie met zichzelf aangaat als
het zijn priesterroeping betreft, hoe Lisette uiteindelijk zichzelf een spiegel
voorhoudt… Net als in haar eerdere romans toont Maria Stahlie haar vakmanschap
als het erop aankomt een voldragen en breed uitwaaierend verhaal te vertellen
over mensen die de slagen van het lot moeten zien te verduren.
Maria Stahlie:
Muilperen, Querido, Amsterdam 2022, 429 p. ISBN 9789021436777. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan