Nederlands proza

Arthur Japin: Zoals dat gaat met wonderen. Dagboeken 2000-2007

door Carl De Strycker

Er zijn verschillende soorten dagboekschrijvers. Je hebt er die alle schijnbare banaliteiten in hun leven krampachtig noteren om orde in hun bestaan te scheppen - type Hans Warren -, er zijn schrijvers die spelen met de grens tussen autobiografie en fictie, zoals Atte Jongstra in zijn pas verschenen Klinkende ikken doet, en voor andere auteurs zijn hun persoonlijke aantekeningen dan weer een vorm van meditatie. Tot die laatste categorie behoort Arthur Japin, van wie in de prestigieuze reeks 'Privé-domein' dagboeknotities uit de periode 2000-2007 verschenen zijn.
 
Niet toevallig is er voor deze tijdspanne gekozen: het is immers de periode van zijn grote doorbraak. Japin oogst in Nederland, maar ook internationaal, succes met De zwarte met het witte hart, de filmversie van zijn debuut Magonia, hij krijgt de Librisprijs voor Een schitterend gebrek en hij schrijft het boekenweekgeschenk. Wat je te lezen krijgt, is het relaas van die successtory: Japin is voortdurend op reis om voor te lezen uit z'n werk, wordt aangeklampt door fans of werkt aan een bewerking van een van zijn teksten.  
 
Doorheen die verhalen toont de auteur zich echter een bijzonder gevoelig mens. Hij voelt mee met outcasts, niet zelden moet hij huilen, en het hele dagboek staat vol intieme bedenkingen over liefde, leven en dood. Japin blijkt zijn langdurige relatie met zijn partner wat te verruimen tot een driehoeksverhouding, wat tot twijfels leidt, maar nooit een noemenswaardig probleem wordt. Vanuit die ervaringen noteert hij een aantal (pseudo)filosofische beschouwingen over de liefde in al haar verschijningsvormen (seksuele relaties, vriendschap, ouderliefde, naastenliefde).  
 
Niet zelden weet Japin te raken in deze fragmenten, net zoals hij met zijn romans ontroert, maar een enkele keer lijkt het allemaal pose, een façade waarachter de ware schrijver zich verbergt. Opvallend in die context is dat je in dit boek Japin nooit echt aan het werk ziet. Je vraagt je af wanneer deze man zijn populaire boeken schrijft. Zijn schilderwerk, daarover heeft hij het nog wel eens, maar zijn schrijfarbeid blijft buiten beeld. Zo zitten er wel erg weinig poëticale passages in dit boek, net een van de redenen waarom je als lezer geïnteresseerd zou kunnen zijn in egodocumenten van auteurs. Waar Japin het toch heeft over zijn literatuuropvattingen, is dat erg verhelderend. Zo blijkt hij de roman niet te zien als een weergave van de werkelijkheid, maar als een labo waarin mogelijkheden worden uitgeprobeerd.
 
Tegen de achtergrond van een van de woeligste periodes in Nederland - de controverse rond het huwelijk van de kroonprins met Maximá, de moorden op Fortuyn en Theo van Gogh - beschrijft Japin zijn eigen kleine en grote geluk. Er spreekt een tevreden man uit die vaak prachtige inzichten heeft, maar spannend is dit niet. Voor boeiende persoonlijkheden moet je in Japins romans zijn.
 
Arthur Japin: Zoals dat gaat met wonderen. Dagboeken 2000-2007, De Arbeiderspers, Amsterdam 2011, 464 p. : ill. ISBN 9789029573658. Distributie L&M Books
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2011

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri