Andrei, Emiliano, Antero en Aurora: met
z’n vieren vormden deze prille twintigers toentertijd een bijzonder millenniumkwartet,
dat zichzelf beschouwde als ‘de voorhoede van een nieuwe generatie, die zou
profiteren van internet en van een stabiele economie om meer te worden dan als
punkers vermomde rijkeluiskindjes’. Vanuit die zelfoverschatting gaven ze samen
twee jaar lang het e-magazine Orangotango uit, een project gedoemd om te
mislukken en dat ook deed, maar dat wel hun leven tekende. Nadien waren ze elk
hun eigen weg gegaan, in Porto Alegre of in Sao Paulo, overspannen steden die ‘benauwden
door hun excessen, hun onmenselijke sfeer van competitieve hartelijkheid’. Ze
hadden elkaar nauwelijks nog teruggezien.
Maar vijftien jaar later, in
2014, wordt de meest belovende maar ook meest raadselachtige onder hen, Andrei,
brutaal vermoord op straat. De begrafenis brengt de andere drie computernerds kortstondig
weer bij elkaar en genereert een aantal aardschokken, existentiële explosies
zeg maar, in hun onderlinge relaties. Dat deduceren we uit het ik-relaas dat
elk van hen op zijn/haar beurt opvoert, en waaruit kan worden afgeleid wat er
van hun creativiteit is geworden en waar hun leven na zoveel jaar is aanbeland,
als het ware om twintig over twaalf
op de ochtend van de millenniumbug die (voorlopig) niet het voorspelde einde van de wereld met zich had meegebracht.
Bemoedigend is het panorama allerminst. Emiliano, met
homo-erotische neigingen, noemt zichzelf ‘een karkas van tweeënveertig, een
vuilniszak met armen en benen’. De seksueel geperverteerde Antero gaat kopje-onder
in een soort virtual reality en leeft zijn leven als zat hij in een simulator; in
zijn hoedanigheid van reclameman beseft hij weliswaar dat zijn werk ‘gedijt in
onzuiverheid en oneerlijkheid’, maar hij laat het maar lopen. Aurora ten slotte
gaat gebukt onder de tweespalt tussen haar alle creativiteit opslorpende obsessie
voor het biologieproject waar zij aan werkt en haar verlangen naar geborgenheid
en moederschap.
Voor alle drie geldt dat zij na het toenmalige jeugdexperiment met Orangotango
zich volop hebben ingeplant in de alles overheersende technologische bubbel,
terwijl hun reële leven ondermaats blijft. Hoe vlot het trio zich beweegt in
dat fictieve wereldje wordt door de auteur nadrukkelijk in de verf gezet.
Lezers die niet vertrouwd zijn met internettoestanden zullen bij sommige
passages dus wel even moeten slikken. Alleszins legt die klemtoon het
verslavende karakter bloot van deze virtuele omgeving, met daaraan gekoppeld de
onuitgesproken vragen: Wordt de wereld daar beter van? Brengt dit een uitkomst
voor de menselijke ellende?
Voor Galera lijkt het antwoord op het eerste gezicht ‘nee’ te zijn. In Andrei’s virtuele
leven vóór zijn dood blijkt hij het plan te hebben opgevat een roman te
schrijven over het heelal nadat alle leven op aarde was uitgedoofd. De al even defaitistische
overwegingen van de drie overlevenden liegen er evenmin om: alles is vergeefs
en zinloos, er zal nooit meer iets veranderen, het teveel aan leven zou
zichzelf vernietigen in een wereld die voorgoed verkeert in de situatie van een
stervende. Daarbij komt de Sisyphus-mythe op de proppen: diens onmacht, zo heet
het, oogt vandaag nog een stuk dramatischer want als de figuur van toen vandaag
zou leven zou hij te veel wéten over
de steen die hij telkens opnieuw maar vruchteloos naar boven moet zeulen, en
dat zou hem helemaal kraken.
En toch. De
nihilistische hype die dit boek kenmerkt, is niet absoluut te noemen. Het
cultuurpessimisme dat wordt uitgestraald door haar kompanen wordt niet volledig
gedeeld door – niet toevallig - Aurora. Wilde iets kunnen leven, dan moest
ergens anders iets doodgaan, zo beseft ze. Heeft zij het licht gezien? Het
heeft vooral met loslaten te maken: de familie loslaten, promotie, haar spullen,
en ook: haar virtuele sporen. Een doekje voor het bloeden jawel, maar dat het
einde van deze verbluffend knap geschreven roman toch iets minder zwartgallig
maakt.
Daniel
Galera: Twintig over twaalf, Atlas/Contact, Amsterdam 2019, 222 p. Vertaling
van Meia-noite e vinte door Piet Janssen. ISBN 9789025451691. Distributie VBK
België
deze pagina printen of opslaan